Bolje ikad nego nikad
‘Beter ooit dan nooit’. Een Kroatisch gezegde dat past voor onze trip naar Kroatië. Wij waren al lang van plan Kroatië te bezoeken, maar telkens kwam er iets tussen. Vroeger waren we wel al eens naar Istrië geweest maar dat is toch nog het echte Kroatië niet.
Dan maar naar Dubrovnik? Nee, te toeristisch. Uiteindelijk viel onze keuze op Split en omgeving.
Logeren deden we in een vakantiehuis aan zee in Okrug Gornji op het piepkleine eiland Ciovo. Voor dat eiland ligt op een ander eiland de historische stad Trogir. Beide eilanden zijn met een brug met het vasteland verbonden. Na de verkenning van Ciovo, maar een voorschoot van 28 km2 groot, gaat het richting Trogir.
Dit middeleeuwse stadje dat in zijn geheel op de Werelderfgoedlijst van Unesco staat, kom je vanaf de kade binnen via de Poort van de Zee, een zware, met spijkers beslagen poort in de stadsmuren.
Een absoluut meesterwerk is de Sint-Laurentiuskathedraal. Daar is ook maar liefst vier eeuwen aan gewerkt.
Resultaat is een stenen tekenverhaal met beelden van Adam en Eva, de apostelen, het leven van Christus maar ook dagelijkse tafereeltjes zoals het slachten van een varken en mythologische figuren.
Een andere realiteit zien we in de kleine kapel naast het stadhuis. Daar hangt een hele wand vol met foto’s van inwoners van Trogir die sneuvelden tijdens de burgeroorlog van 1991 tot 1993.
De volgende dag trekken we de bergen in naar het natuurpark Biokovo. Biokovo is een karstgebergte met alle kernmerken daarvan: kliffen en grotten maar er groeien ook zo’n driehonderd plantensoorten die daar alleen voorkomen. Op een hoogte van 500 meter boven het dorp Kotsina is een plantentuin aangelegd.
Maar wij trekken hogerop naar de bergtop Sveti Jure,1762 meter hoog. Na huiveringwekkend bochtenwerk bereikt de weg de top met een grandioos panorama over de bergen. Nog meer natuur in het nationaal park Krka. De rivier Krka heeft zich een weg gebaand door de rotsen met talrijke watervallen.
De beroemdste daarvan is Skradinski Buk. Een boot vertrekt vanuit het dorp Skradin en na een tochtje van een halfuur kom je bij de watervallen. Over een afstand van een kleine kilometer en een hoogteverschil van 50 meter stort de rivier van 17 natuurlijke trappen in een waas van druppels naar beneden. Een adembenemend pad volgt het traject van de rivier.
Ook de rivier Cetina trekt een spoor door de rotsen en vormt de Cetina-kloof van honderden meters diep. Na natuur, cultuur met Split. Het historisch centrum dat helemaal verkeersvrij is, wordt bijna helemaal ingenomen door het paleis van Diocletianus. Dit paleis uit de Romeinse tijd (295 na Chr.) is helemaal ommuurd en beslaat een oppervlakte van 35.000 m2 en is werelderfgoed.
We gaan binnen langs de Bronzen Poort en belanden zo in de kelders van het complex. In de onderaardse zalen waren de vertrekken van de slaven ondergebracht. Via een indrukwekkende trap komen we dan bij het binnenplein (peristilum) waarrond zich de belangrijkste gebouwen groeperen: het mausoleum van Diocletianus dat nu de Sint-Domnisukathedraal is met campanile uit de 13e eeuw, de keizerlijke vertrekken, de tempel van Jupiter en het Papalic-paleis.
We verlaten het paleis van Diocletianus langs de Gouden Poort. Dertig meter buiten die poort prijkt een reusachtig beeld van Gregoris van Nin, een bisschop uit de tiende eeuw. Even wrijven over de linker grote teen van de bisschop brengt geluk. De teen van het bronzen beeld blinkt dan ook als een spiegel.
Een andere stad die een bezoek waard is, is het middeleeuwse Sibenik. De Sint-Jacobus kathedraal is het grootste en mooiste bouwwerk uit de renaissance van Dalmatië met indrukwekkend beeldhouwwerk. De beeldhouwer van dienst vereeuwigde in een fries 71 koppen van tijdgenoten.
De Venetianen zijn ook een tijd de baas geweest tussen de 15e en 16e eeuw . Rijke families bouwden tussen Split en Trogir paleizen (kastel) aan de zee. Geleidelijk werden er dorpen rond gebouw die de naam kregen van hun paleis. Die dorpen vormen nu samen het mooie Kastela.
We maakte ook een boottocht naar het eiland Brac, bezochten de Romeinse ruïnes van Salona en de vestingstadjes Klis en Sinj.