Yellowstone – De stomende kracht van de natuur
Vorige jaar won Leonardo Di Caprio een Oscar voor zijn meesterlijke vertolking in ‘The Revenant’ een al even meesterlijke film. De film geeft een realistisch beeld over het leven van de pelsjagers destijds.
Amerikanen leefden in die tijd aan de rand van een uitgestrekt continent. 200 jaar geleden trokken karavanen met pioniers, pelsjagers en goudzoekers over de Great Plains op zoek naar een nieuw en beter bestaan in het Westen.
Ze beschouwden zichzelf uiteraard eerder als veroveraars dan als beschermers van de natuur. En dus hakten, brandden en ploegden de pioniers zich een weg dieper naar het westen. Ze legden moerassen droog en slachtten dieren af. Ze veranderden de aanblik van het landschap voor altijd.
Na vele jaren van aandringen werd er eindelijk iets gedaan aan natuurbescherming en werden nationale parken opgericht. Het oudste is Yellowstone National Park. Het werd in 1872 ingehuldigd. Dat heeft het te danken aan de gigantische rijkdom aan geisers en heetwaterbronnen in het park.
Al die geisers, heetwaterbronnen en aardbevingen in de buurt zijn niet meer dan hitte en druk die uit … de magmakamer van een vulkaan komen, want Yellowstone is eigenlijk een vulkaan. Hij ziet er niet uit als een typische vulkaan maar is het wel. Vulkanen bevinden zich meestal aan de rand van tectonische platen die tegen elkaar schuiven en zo een vulkaan de hoogte in kunnen stuwen. Minder gebruikelijk zijn de zogenaamde ‘hotspots’-vulkanen die zich in het midden van zo’n plaat bevinden.
De eerste vulkanische activiteit vond plaats zo’n 50 miljoen jaar geleden wat het landschap van Yellowstone deed ontstaan. De eerste grote uitbarsting gebeurde 2,1 miljoen jaar geleden en vernietigde maar liefst het gehele zuidwesten van Yellowstone. Sindsdien waren er nog twee andere catastrofale uitbarstingen.
De ene 1,3 miljoen jaar geleden en de andere en ergste 640.000 jaar geleden: de allesvernietigende uitbarsting van de grote Yellowstone vulkaan. Na de explosie bleef er een rokende krater van 45 bij 76 km over (ongeveer 25% van het park) met een diepte van vele honderden meters.
Door de latere uitstroom van lava, werd een deel van de krater opgevuld en vervaagde zo de kraterrand. Yellowstone Lake neemt nu een groot deel van de krater in. Sinds de laatste grote uitbarstingen vonden nog zo’n 30 kleinere erupties plaats. De meest recente was zo’n 70.000 jaar geleden.
De volgende uitbarsting is maar een kwestie van tijd want hij is een bijzonder actieve vulkaan afgemeten aan de geisers en heetwaterbronnen, die allemaal vulkanische activiteit betekenen. Het is alsof de vulkaan ademt. Er zijn meer geisers en warme bronnen in Yellowstone aanwezig dan alle vulkanische verschijnselen ter wereld samen. 75% van alle geisers vind je hier.
De bekendste van allemaal is Old Faithfull die trouw om het 1,5u spuit, gemiddeld wel te verstaan. Hij is niet diegene met de grootste of langste erupties, maar wel de trouwste. Aan de hand van de vorige eruptie, kunnen de rangers ongeveer de tijd berekenen tot wanneer hij opnieuw spuit. Een korte eruptie betekent meestal dat de volgende niet lang op zich laat wachten.
Bij aankomst in het park hebben we nog even de tijd om onze picknick te verslinden en dan tijdig bij Old Faithfull te zijn. De berekening van de rangers is uiteraard geen exacte wetenschap. Er kan tot 10 minuten verschil opzitten, maar toch knap dat ze dat kunnen.
Rook van hevige bosbranden in Montana vult hier de vallei van Yellowstone. Als Old Faithfull begint te spuiten, is het wel een afknapper dat het erupteren niet duidelijk te zien is tegen de achtergrond van de rook. Het is ook geen lange of hoge eruptie.
Nu daarvoor zijn er andere geisers. We maken daarom nog een wandelingetje rond sommige van deze geisers in het Upper Geyser Bassin en vertrekken dan naar het Biscuit Bassin. Dit bassin is bijzonder actief, wispelturig en onvoorspelbaar.
In 1959 vond hier een zware aardbeving plaats met 7,5 op de schaal van Richter. 4 dagen na de aardbeving erupteerde één van de warmwaterbronnen, Sapphire Pool, zo gewelddadig dat stukken mineralen gewoon wegvlogen.
We vervolgen onze weg langs het Midway Geyser Bassin. Hier bevinden er zich twee van de bekendste geisers. We wandelen eerst langs de stomende Excelsior Geyser. Hij spoot voor het laatst in 1983. Waarschijnlijk is de kracht van zijn 90 m hoge uitbarstingen de ‘ondergronds leidingen’ te veel geweest.
Hij is nu slechts een gewone maar gigantisch hete warmwaterbron met indrukwekkende stoomwolken. Op het water staan grote bubbels. Het zegt genoeg over de temperatuur van het water. Nog een theebuiltje en je kan een theetje maken.
Iets verderop ligt de Grand Prismatic Spring, waarschijnlijk de meest bekende en meest gefotografeerde warmwaterbron, die trouwens met zijn 90 m doorsnede meteen ook de grootste van heel Yellowstone is. Hij is niet alleen groot maar ook het omringende afzettingsgesteente in verschillende kleuren is prachtig.
Het is een regenboog aan kleuren van rood, naar oranje, groen, wit, oker, … Een prachtig schilderpalet.
Hoe moet het geweest zijn voor de pioniers die hier niets vermoedend te paard of per koets het landschap doorkruisten wanneer plotseling de geisers begonnen te spuiten? Ik zou me een hoedje schrikken denk ik.
Tot slot bezoeken we ook het Lower Geyser Bassin waar zich de bekende Fountain Paint Pot bevindt. Zoals de naam al doet vermoeden lijkt de waterbron geen water maar dikke witte verf te bevatten of een dikke pruttelende melk zoals je wil. Schitterend gewoon.
Yellowstone heeft een oppervlakte van zo’n 890.300 ha, de grootte van Nederland ongeveer. Daarom verblijven we ook een tweede volle dag in het park. Vandaag bezoeken we andere delen van het park en hopen we ook wat wild te spotten. Yellowstone heeft dan ook een unieke collectie dieren.
Wat dit laatste betreft, zitten we al meteen goed. Moeder en kind eland staan ons al op te wachten langs de kant van het water terwijl ze in het ochtendzonnetje staan te grazen.
We houden een eerste halte aan de Gibbon watervallen. De rook van de bosbranden in Montana lijken hier niet voor problemen te zorgen. Wel worden we getrakteerd op een ander soort rook: een waterdampgordijn van de bijzonder actieve warmwaterbronnen deze ochtend. Ze hangen als een warme, hete mist over het landschap.
We vervolgen onze weg naar de Norris Geyser Bassin. Onderweg kruisen we kabbelende riviertjes, nog meer warmwaterbronnen om uiteindelijk in het Bassin toe te komen. Dit wordt ook wel het porseleinen landschap genoemd omdat jarenlange thermale activiteit, micro-organismen, heet water en het continue glazuurwerk van mineralen het een beetje op porselein doen lijken.
De blauwe lucht zorgt ervoor dat de vulkanische kracht die hier aan het werk is, nog indrukwekkender is dan gisteren. Witte waterdampen kronkelen hun weg naar boven en zorgen voor een schitterend spektakel. Nog een prachtig spektakel zijn de bekende Mammoth Hot Springs, een ander verschijnsel.
Hier bevinden zich honderden warmwaterbronnen, variërend van fijne stroompjes tot echte riviertjes. Door de afzetting van kalksteen worden, laag na laag, terrassen door het afzettingsgesteente opgebouwd. Dankzij de aanwezigheid van bacteriën en mineralen in het water hebben de terrassen verschillende kleurschakeringen. Het is net het Turkse Pamukkale in het klein.
Onze volgende stop zijn de Lower Falls, die zich in de Yellowstone canyon bevinden. Hier is het ook duidelijk dat Yellowstone zijn naam ontleend aan de geel gekleurde rotsen van de canyon. We rijden verder richting Hayden Valley. We slingeren door een landschap van steile bergwanden waarop hoge naaldbomen rijzen als kathedralen uit de grond.
Hier en daar zie je de verschrikkelijke gevolgen van de vele bosbranden die het NP teisteren. Dode, omgevallen bomen liggen als een bijna onmogelijk mikadospel door de nieuwe bossen heen. Op grote kale plekken proberen frisse groene naaldbomen te overleven. Er zijn zo’n 35 bosbranden per jaar, meestal veroorzaakt door blikseminslag, een enkele keer door onvoorzichtige kampeerders.
Een grote brand uit 1994 laat nog steeds zijn sporen na. Drie grote vuurtorens houden alles in de gaten zodat er onmiddellijk kan ingegrepen worden. Wij houden ondertussen ook met argusogen de omgeving in de gaten. Die wilde dieren ook hé die we zo graag willen zien.
Iets verderop lijken auto’s elkaar wel weg te drummen. Daar moet iets te zien zijn. En dat is het ook. In de verte langs de kant van een meer, ligt een grizzly beer in het namiddagzonnetje een dutje te doen. Ongelooflijk. De kans om een beer, en dan nog wel een grizzly, te spotten is bijzonder klein.
Het is ver met het blote oog, maar enkele Amerikaanse toeristen die hun telescopen hebben opgesteld, laten ons graag meegenieten. Wat een prachtig zicht! Uitgerust stapt de beer op om van een deugddoend badje te genieten. Hij laat het zich welgevallen. Iets later stapt hij weer het water uit om zijn pels te laten drogen in de warme middagzon. Onze dag kan nu niet meer stuk.
In 1872 zagen de prairies nog letterlijk en figuurlijk zwart van de bizons en kon niemand zich voorstellen dat nauwelijks 30 jaar later, Yellowstone het laatste toevluchtsoord zou zijn voor het handvol resterende wilde bizons in Amerika. Maar niet alleen de jacht van de mens op de bizons zorgde bijna voor het uitsterven. Ook wolven, ziektes en droogte eisten hun tol.
Vandaag zijn er weer meer maar door de inteelt wegens lage aantallen vroeger, vertonen de bizons een genetische afwijking. In de Hayden Valley komen we een hele troep tegen. Bijna letterlijk. Want net als we komen aanrijden, stormt één van de dieren de parking op om een auto letterlijk weg te duwen. Het zijn kolossale, indrukwekkende dieren. Ze hebben iets voorhistorisch.
Ik zou er niet graag een kopstoot van krijgen. Dat doen ze onderling wel. Het is immers bijna paartijd, dus tijd om uit te maken wie het dominante mannetje is en zo eerste keuze krijgt bij de vrouwtjes. Binnenkort worden de aantallen alweer opgekrikt.
Niet alleen de kleuren, maar ook de soms letterlijk adembenemende stoom of het plotseling opstuiten van de geisers, maakt dit een buitengewone ervaring. De bijzondere kleurschakeringen rond de rand van de bronnen, het borrelende geluid dat de geisers maken, hebben iets van een onaardse schoonheid, van een onuitputtelijk oerkracht. Deze ademende vulkaan is de natuur op haar best.