Grenzeloos Andalusië
Het zuiden van Spanje – Andalusië – heeft veel gezichten maar er is één constante: de Moorse erfenis. De Arabieren waren acht eeuwen baas in Al Andalus en dat liet sporen na. Deze keer stond de Costa de la Luz – kust van het Licht – op ons reisprogramma. Dit stuk van Andalusië ligt aan de Antlantische oceaan en omvat de provincies Cadiz en Huelva.
We hadden een vakantiewoning gehuurd nabij Conil de la Frontera. Alle stadjes in deze streek hebben het bijvoegsel frontera (grens). In de middeleeuwen lag hier de grens tussen het christelijke noorden en het islamitische zuidelijk deel van Andalusië.
Onze vakantiewoning ligt in de Urbanizacion Roche in een pijnboombos en nabij de steile kust van Cabo Roche. Het is er heerlijk wandelen langs het afgelegen strand. Maar strandzitters zijn we niet. We gaan op zoek naar het Moors verleden van Andalusië.
Langs de kustweg passeren we de Cabo de Trafalgar waar de zeeslag plaatsvond tussen Napoleon en de Britse admiraal Nelson. Deze streek is nog vrij authentiek. In het vissersdorp Barbate repareren vissers hun netten. Het is er een gaan en komen van vissersboten. Hier vist men vooral op tonijn.
Dichtbij is er een natuurpark waar we naar de Torre del Tajo wandelen. Dit is een 16e eeuws fort op de rand van een klif van meer dan honderd meter hoog. Dicht bij het Barbate natuurpark ligt Vejer de la Frontera, een stadje met typische moslim-architectuur. In El Jardin del Califa proeven we van een heerlijke tajine van kip met citroen en olijven.
Rotstekeningen en -graven
Voorbij Vejer de la Frontera kom je al vlug in Benelup de Sidonia, een wit bloemendorp. Net buiten het dorp liggen een aantal prehistorische sites. Wij bezochten de Cueva Tajo de las Figuras met prehistorische tekeningen van herten.
Van daar gaat het richting natuurpark Los Alcornocales. Het bezoekerscentrum vind je in het witte dorpje Alcala de los Gazules. Met een wegbeschrijving voor de sendero del Santuario de Bacinete in de hand wandelen we door een imposant landschap naar een prehistorisch heiligdom met graven op maat uitgehakt uit de rotsen.
Ook wij konden niet laten even de maat te nemen…Sporen van oude geschiedenis zijn er in deze streek te over. Op weg naar Tarifa, de meest zuidelijke stad van Spanje, passeren we Playa de Bolonia, een paradijselijk wit zandstrand vlakbij de resten van de Romeinse stad van Baelo Claudia.
Naar verluidt is het een archeologische topattractie maar bezoekers tref je er niet. Niet dat er te weinig te zien is: je wandelt er langs eeuwenoude straten, fundamenten van tempels, termen en het theater. Een aantal monumenten is zelfs heropgebouwd. Baelo Claudio dateert uit de tweede eeuw voor Christus.
Vanop de kaai van Tarifa zie je Marokko liggen. Het is dan ook een drukke ferryhaven naar Tanger. Tarifa is ook de hoofdstad van de surfers én een aangename stad. Heel wat gebouwen wijzen naar een Moors verleden zoals de Puerta de Jerez, met hoefijzerboog en een onvervalste Arabische binnenstad.
Ruta del Toro
Via de Ruta de los Pueblos Blancos kan je het echte Andalusië ontdekken. Het is een route van 250 km. die start aan de Atlantische oceaan in Vejer de la Frontera en eindigt in San Roque aan de Middelandse zee.
Eén van de mooiste stadjes op deze route (volgens sommige reisgidsen ook van Spanje) is Arcos de la Frontera. Arcos oogt spectaculair met zijn ligging hoog op een steile helling boven de Rio Guadalete. Het volledige middeleeuwse centrum is historisch monument.
Vlakbij Arcos de la Frontera strekt zich het Parque Natural Sierra de Grazalena uit, één van de mooiste van Andalusië en door de Unesco tot reservaat van de bio-atmosfeer uitgeroepen. Er is nog een interessante route in de provincie Cadiz: de Ruta del Toro. De route gaat van Jerez de la Frontera naar Tarifa en staat in het teken van de vechtstier.
Je rijdt langs weilanden, grote finca’s en veefokkerijen. Eindigen doen deze stieren in de arena zoals deze van El Puerto de Santa Maria. Deze grotere stad is vooral fier op zijn Plaza de Toros uit 1880, die veel heeft van het Romeinse Colosseum. In de indrukwekkende inkomhal naar de arena hangen alle koppen van stieren met naam en toenaam die een memorabele strijd leverden.
James Bond
De hoofdstad van de gelijknamige provincie, Cadiz, zou de oudste stad van West-Europa zijn. Deze havenstad heeft nog veel van zijn grandeur uit de hoogdagen van de 18e eeuw toen Cadiz het handelscentrum was met de Nieuwe Wereld en de rijkste stad van Spanje.
Men noemt Cadiz ook wel eens ‘Klein Havanna’, wegens zijn gelijkenis met de Cubaanse hoofdstad. In de koloniale tijd was er een druk handelsverkeer tussen beide steden en ze gingen op elkaar lijken. Zo was Cadiz even Havanna in de James Bond-film Die Another Day.
Maar het meest aangename van Cadiz en dit deel van Andalusië is de zuiderse vriendelijkheid van zijn inwoners. Cádiz is la ciudad que sonríe, de stad die glimlacht en dat mag je letterlijk nemen.
Alweer een heel leuk en mooi artikel om te lezen met een heel mooie fotoreeks. Lijkt mij een heel knappe tocht om met de wagen op eigen tempo af te leggen.