DE PALESTINE MARATHON IN BETHLEHEM
(23/3/’18) Nog voor het ontbijtbuffet van start gaat vertrek ik te voet in de richting van het Kribbeplein in Bethlehem. De organisatie van de Palestine Marathon kondigde op haar website een temperatuur aan van 13 tot 17 graden, maar het is nu al veel warmer en dus heb ik mijn trui in het hotel gelaten.
In mijn shirt van de marathon word ik meteen herkend door een voorbijrijdend koppel van wie ik een lift aangeboden krijg. Aan hun accent te horen blijken het inderdaad Nederlanders te zijn.
Zij werkt op de ambassade in Amman en zal deelnemen aan de tien kilometer. Meneer zet ons af, mevrouw en ik wensen elkaar veel succes en verdwijnen in de menigte op het al goed volgelopen plein.
De race start om 8 uur, maar er is me op het hart gedrukt om minstens een uur op voorhand aanwezig te zijn. In de loop van de voorbije nacht schakelde Israël over op zomeruur, maar de Palestijnse gebieden doen dat pas één of twee dagen later (de meningen verschillen) en dus blijven we bespaard van minder nachtrust – ware het niet dat mijn gsm op een Israëlisch netwerk zit.
Vanop het grote podium spreekt het presentatieduo in afwisselend Engels en Arabisch de ongeveer 7.000 deelnemers uit vijftig verschillende landen toe en wordt de collectieve warm-up met luide muziek op gang getrapt.
Ik laat de opwarming aan me voorbijgaan, stretch alvast een beetje en geniet van de vrolijke mensenzee en alle kleuren op het plein, met zicht op de Geboortekerk en de Moskee van Omar.
Kort voor de start worden de gele, blauwe, roze ballonnen en trossen zwart-wit-groen-rode, de kleuren van de Palestijnse vlag, in de lucht gelaten en krijgen we nog een optreden van Yacoub Shaheen, de winnaar van Arab Idol 2017. Yacoub Shaheen, een Assyrische christen uit Bethlehem, verzamelde een recordaantal stemmen in Arab Idol en zingt samen met kinderen in een shirt van Unicef ‘Dreams alone are not enough’.
Dit loopevenement is dé aanleiding voor mijn korte reis: ik ben naar hier gekomen om mijn solidariteit uit te drukken met het Palestijnse volk, om op te komen voor het recht op bewegingsvrijheid en tegen segregatie.
Het doel van de Palestine Marathon is om een loopcultuur op gang te brengen in de Palestijnse gebieden, waar het basisrecht om zich vrij te bewegen dagelijks beperkt wordt door een verstikkende bezetting. ‘Er gebeurt niets totdat iets in beweging komt.
Dus wij willen bewegen. Beweeg met ons’ klinkt de oproep naar zowel Palestijnen als naar lopers uit het buitenland. En nu dat bijzondere moment is aangebroken waarop ik in Bethlehem ben, omringd door zoveel verschillende mensen – kinderen, volwassenen, vrouwen met of zonder hoofddoek, families, enkelingen, Palestijnen, buitenlanders, gelovigen en atheïsten – die allemaal deze hoopvolle boodschap uitdragen en allemaal hetzelfde shirt dragen, dat is toch echt wel een emotionele ervaring.
Vanuit het centrum van Bethlehem lopen we meteen naar het Aida vluchtelingenkamp, door de toegangspoort onder een gigantische sleutel van twee ton zwaar. Aida is amper 0,17 vierkante kilometer groot en er wonen 6.000 mensen, vluchtelingen en hun nakomelingen die tijdens de Nakba – de ramp – in 1948 verdreven werden uit hun dorpen en zich blijven verzetten totdat hun recht op terugkeer (VN-resolutie 194) gerealiseerd wordt.
Volgens een recente studie zijn de inwoners van Aida de meest aan traangas blootgestelde gemeenschap ter wereld.
Sinds 2004 is het kamp langs twee zijden omgeven door de acht meter hoge betonnen muur die Israël opgetrokken heeft en vuren soldaten meerdere malen per week traangasgranaten af.
Op een stuk muur staan onder ‘we will return’ de namen van de zevenentwintig dorpen van waaruit de families gevlucht zijn. De sleutels van hun huizen hebben ze nog steeds.
Terwijl we de door de smalle straatjes van Aida lopen delen kinderen stickers uit met daarop de wens om Jeruzalem te kunnen bezoeken. Jeruzalem ligt tien kilometer verderop, maar de meeste mensen krijgen geen toestemming om door het checkpoint te gaan.
Ook het graf van Rachel, een heilige plaats voor de moslims, ligt nu achter de acht meter hoge muur en hetzelfde geldt voor de grasvelden met olijfbomen waar kinderen konden gaan spelen.
We lopen verder langs Hebron Road en komen aan het punt waar de lopers van de tien kilometer mogen terugkeren. Slechts een minderheid blijft over en ik beslis wijselijk om opnieuw een korte pauze in te lassen en wat water te drinken.
Godzijdank zijn er onderweg veel bevoorradingsposten waar vrijwilligers water uitdelen, want het is inmiddels bloedheet en het terrein erg heuvelachtig. Ik krijg het gevoel dat ik moet overgeven, maar vind even later mijn tweede adem en zet de race verder.
We lopen langs Dheisheh, het tweede van drie vluchtelingenkampen in Bethlehem. In Dheisheh wonen 8.000 mensen die gevlucht zijn uit dorpen in de buurt van Jeruzalem en Hebron.
Iets verderop komen we in een soort van kmo-zone met bouwondernemingen en steenfabrieken. De ondergrond in Bethlehem en omstreken bestaat uit een waterdoorlatende kalksteenlaag, van waaruit verschillende bronnen zorgen voor weelderig begroeide heuvels en terrassen.
En dit gemakkelijk te bewerken gesteente vormt een belangrijk onderdeel van de lokale economie. Voor mij lopen enkele kinderen die ik zeker jonger schat dan mijn zoon (9), maar ik doe er meer dan een kilometer over alvorens ze in te halen.
Daarna loop ik een hele tijd afwisselend voor en achter een éénarmige blanke rasta in een fluoshirt. Iedere loopwedstrijd opnieuw kom je zo van die figuren tegen waarvan je je maar niet kan losschudden.
Dat speelt vandaag trouwens geen rol: ik moet gewoon zien dat mijn hartslag niet door het dak gaat en dat ik geen blessures oploop. Maar toch…
Iets voor het keerpunt van de halve marathon rijden er plots auto’s tussen de al uitgeputte lopers, een klein schoonheidsfoutje van de verder feilloze organisatie.
Een heel eind verder komen we in het parcours van de Family Run (5 km) terecht, met daarin hoofdzakelijk mensen die besloten hebben om te wandelen in plaats van te lopen. Ik moet het laatste stukje slalommen tussen de menigte en kom na een steile slotklim weer aan op het Kribbeplein.
Aan de finish wordt ik uit de massa gesleurd om aan de tweede lus van 21km te beginnen, maar daar bedank ik voor. Het was mijn droom om hier een marathon te lopen, maar ik heb die ambitie moeten corrigeren na een hardnekkige hamstringblessure en een allesverlammende echtscheiding.
Uiteraard wil ik mijn medaille gaan ophalen, maar daar loopt het een tweede keer mis. Voor ik het weet ben ik compleet ingesloten door een drukkende menigte die wapperend met het borstnummer om een medaille schreeuwt. De drie arme vrijwilligers die de medailles uitdelen zijn omsingeld en krijgen het heel benauwd.
Twee van hen draaien zich wenend om en de derde begint iedereen uit te schelden. Wat verderop gaan twee mannen bijna met elkaar op de vuist en pas na heel veel perswerk krijg ik dan toch mijn medaille.
Het blijkt er een van de tien kilometer te zijn. Met mijn foute medaille ga ik dan maar een ijsje eten in Il Cantico. Deze crèmerie is eigendom van de franciscanen en op het terras staat de pausmobiel waarin Franciscus zich verplaatste bij zijn bezoek aan Bethlehem drie jaar geleden.
Als God bestond en een speciaal gevoel voor humor had, dan liet hij me in die pausmobiel terug scheuren naar mijn hotel. Ik keer echter te voet terug en rust even uit voor mijn boeiend namiddagprogramma: dobberen op de Dode Zee.
Dit is de meest bijzondere loopwedstrijd die ik ooit heb meegedaan en wie weet keer ik nog wel eens terug om de puntjes op de i te zetten door een volledige marathon te lopen.
wat een fijn reisverslag. Niet alledaags maar echt interessant THX
Thanks Manja!
Mooie, emotievolle reportage over jouw loopwedstrijd in een regio die niemand onberoerd zou mogen laten. Ondanks de huidige hoge temperaturen, kippenvel gekregen. Chapeau !
Bedankt An! Ik kan alleen maar hopen dat meer mensen een reisje naar de Palestijnse gebieden overwegen, want het is echt de moeite – en ik heb me op geen enkel moment onveilig gevoeld, wel integendeel. De checkpoints, controles en ondervragingen moet je wel trotseren, maar dat is niets in vergelijking met wat de bevolking daar dagelijks ondergaat. En die loopwedstrijd staat uiteraard in mijn geheugen gegrift…