Naar Barcelona met iemand van 7 – part two
Uiteraard vond Oscar het een prima idee om naar Barcelona te gaan en er een voetbalwedstrijd bij te wonen. Het ontging hem echter volledig waarom dat vijf dagen moest duren, waarna ik verwoede pogingen ondernam om deze geweldige stad aan te prijzen. In dat verband zwierde ik een stevige troefkaart op tafel: Tibidabo.
Tibidabo is een hoge heuvel aan de rand van de stad en op deze heuvel bevindt zich het gelijknamige attractiepark, dat meer dan honderd jaar geleden opgericht werd door de steenrijke dokter en filantroop Salvador Andreu.
Zoals zovele Barcelonezen hadden we zondag het plan opgevat om een dagje Tibidabo in te lassen en even de drukte van de stad achter ons te laten. Ik heb alle hoeken van de Plaça Catalunya gezien in mijn zoektocht naar de vertrekhalte van de Tibibus, doch zonder resultaat.
Ook wachtenden aanspreken bleek niet te helpen. ‘Si si, Tibidabo’ kreeg ik er nog wel uit, maar een duidelijke aanwijzing was blijkbaar teveel gevraagd. Licht geërgerd stappen we dan maar in een taxi en om geen tijd te verspillen in de file bovenaan de heuvel leggen we het laatste stuk te voet af.
Het pretpark is meer dan 70.000 m² groot en ligt verspreid over zes verdiepingen tegen de groene heuvel, vanwaar je een adembenemend zicht hebt op de stad – mits deze niet verborgen ligt onder een dikke laag nevel of smog. Van dat alom geprezen zicht kunnen we helaas niet genieten, maar van de stralende najaarszon en uiteraard het nostalgische pretpark des te meer.
We zijn nog maar net binnen of hij wil al een suikerspin. Die komt hier in een plastieken bak in plaats van op een houten stokje en na één hap mag ik de rest wegwerken want hij lust het niet. Enigszins gehinderd door een lichte buikpuin probeer ik Oscar warm te maken voor de ene attractie na de andere, maar hij deelt alles genadeloos op in twee categorieën: voor kleine kinderen of té eng.
We zijn al twee verdiepen lager wanneer er zich toch een opening aandient in de vorm van de botsauto’s. Vader en zoon manoeuvreren behendig tussen alles door op verzoek van laatstvermelde. De lezer begint inmiddels te vermoeden dat deze uitstap een kleine flop was, maar dat moet ik ten stelligste tegenspreken.
We genieten volop van de mooie omgeving, het aangename weer en beschouwen al snel de vele attracties als volledig bijkomstig. En wat op de heenrit niet lukte, blijkt in de afdaling naar Barcelona heel vlot te gaan. We nemen aan de uitgang van Tibidabo de funicular (de tandradtram), stappen bij de Plaça Doctor Andreu over op de historische Tramvia Blau en belanden vervolgens met de metro weer in het hart van de stad.
Wij hebben een gezellig diner verdiend in Rosa Negra, een heel kleurrijk Mexicaans restaurant op de Via Laietana. Alle tafels zijn bezet en we mogen in afwachting een aperitief drinken aan de bar.
Wanneer er een tafeltje voor twee vrijkomt maakt Oscar duidelijk dat hij de drukte maar niets vindt en dat hij er schele hoofdpijn van krijgt. Ik maak twee andere wachtenden gelukkig en trek met mijn kameraad naar een rustig restaurant aan de overzijde. Al snel komen de mosselen op tafel en is de hemel weer helemaal opgeklaard.
Mijn tweede troefkaart was L’Aquarium de Barceloneta, het grootste Mediterrane aquarium ter wereld. Vorige zomer reageerde Oscar buitengewoon enthousiast op het indrukwekkende Aquarium van La Rochelle (‘kijk daar: pijlstaartroggen!’), dus ik had vrij hoge verwachtingen van een gelijkaardige attractie die omschreven wordt als de grootste in zijn soort. Ik zie al een volgepakte tribune applaudisseren wanneer een kudde roofdieren gevoederd wordt aan een prehistorische krokodil ter grootte van een oceaanstomer, maar zo’n vaart loopt het niet.
Misschien zijn er buiten Barcelona vooral bescheiden aquariums in het Middellandse Zeegebied – al is de glazen tunnel op de bodem van het haaienbad zeer geslaagd. Na een dik uur staan we alweer buiten in de oude haven en wandelen we naar La Guingeta, een gezellige strandbar in Barceloneta, waar we afgesproken hebben met kennissen uit België.
Terwijl we bijpraten op het houten terras spelen de kinderen in zee. Rechts van ons staat La Estrella Herida, een iconisch kunstwerk ter ere van de visserswijk, en links van ons blinkt de 52 meter lange gouden vis van Frank Gehry in de najaarszon. We vegen het zand van de kinderen en gaan lunchen op het terras van Can Ramonet, in het hart van Barceloneta. Het is maandagmiddag, maar binnen zijn alle plaatsen bezet door Barcelonese bejaarden die paella eten.
Wij genieten buiten van een reeks heerlijke tapas en Oscar concentreert zich zoals verwacht vooral op de mosselen. Er zijn nog Belgen in Barcelona, want ’s avonds wandelen we over de Ramblas in het gezelschap van de sympathiekste ultraloper ter wereld, een goede jeugdvriend. Ook op deze laatste avond wordt het erg laat voor de jongste in het gezelschap, maar hij houdt perfect stand. De stad van duizend kleuren geeft tonnen energie.
Zelf mama zijnde is dit zo zalig herkenbaar. Het pretpark was mij onbekend. Thx