De Meteora : het stenen woud van Griekenland
Zo af en toe bezoek ik wel eens graag een klooster of abdij. Niet dat ik erg sacraal ben aangelegd maar de stilte van kloosters en abdijen schenkt mij vaak een soort van rust die ik maar wat graag in mij opneem.
Tot echte bezinning kom ik er echter zelden of nooit. Dat komt omdat ik me nog wel eens laat overweldigen door de schoonheid van de omgeving, het imposante van de abdij, de afgelegen ligging ervan.
De criticus in mij durft dan wel eens naar boven te komen. Leiden monniken (hoe ascetisch hun leven ook moge zijn) niet een al te makkelijk leven, zo vraag ik mij dan af. Hoe anders moet het leven zijn van hen die slachtoffer zijn geworden van huisjesmelkers of wonen in overvolle getto’s, triestige beluikjes, ja zelfs in kartonnen dozen.
Nu gun ik mensen best wel hun hang naar rust en geluk maar om dit in naam van God te doen … ik weet het niet zo goed. Het lijkt mij té gemakkelijk. Mij lijkt een monnikenbestaan maar zinvol als dat bestaan ten goede komt van de gehele samenleving.
Maar goed wanneer ik een klooster of abdij bezoek… leg ik mijn kritische overwegingen gemakkelijkheidshalve even opzij zodat ik kan genieten van mijn bezoek.
Die zomer bezochten wij in groep de Griekse Meteora, het “stenen woud” dat dermate mooi en bijzonder is dat velen de behoefte vonden er zich permanent terug te trekken waardoor de kloosters (en dit sinds de elfde eeuw) ontstonden.
Vraag mij niet welke kloosters wij er hebben bezocht … ik weet het niet meer. Ik herinner mij wél de vormeloze wikkelrokken die de dames in ons reisgezelschap zedig moesten aantrekken en die absoluut niet flatterend te noemen waren vooral niet in combinatie met het bloesje of het jurkje dat wij ’s ochtends in onze hotelkamer hadden aangetrokken.
Ik herinner mij ook nog de steile klim naar boven. Maar bovenal herinner ik mij het adembenemende landschap, het overweldigende uitzicht, de grootsheid van dit alles.
Een bezoek aan de kloosters van de Meteora is thans een gedoe van massatoerisme geworden. Echt contemplatief kan je het er niet meer noemen. Busladingen vol toeristen worden er gedropt en de monniken lusten er wel pap van. Wat de schrijver van het boek dat ik er kocht ook moge beweren !
Die laat zich naar mijn gevoel nogal schamper uit over de toerist. Ik citeer :
Een bezoek aan de kloosters van de Meteora toont een scherp contrast. De bezoekers worden volledig in beslag genomen door de uiterlijke schoonheid en de prachtige natuur, zonder zich maar enigszins te verplaatsen in de geheimen van de ziel van de monnik. Deze asceten, afgesneden als ze zijn van de wereld, vinden de waarheid slechts in deze afzondering.
Nou, nou … deze kritische noot aan het adres van de toerist weerhoudt er de monniken niet van een winstgevend handeltje met de reiziger op te zetten. Elk klooster heeft zo zijn shop waar je weliswaar wat bezinnende spullen kan kopen maar ook typische toeristische prullaria.
En wil een devote toerist al eens een kaarsje doen branden, dan wordt dat kaarsje nog voor hij goed en wel de kapel uit is door een overijverige monnik alweer uitgeblazen ten behoeve van een volgende klant.
Ik wil maar zeggen …
Toch raad ik hen die deze zomer naar Griekenland reizen zeker aan een keertje naar de Meteora af te zakken. Heb je geen interesse in het kloosterleven ? Geen probleem. Er zijn meer dan voldoende schitterende uitkijkpunten om onder de indruk te komen van dit prachtige “stenen woud”.
Dat van die kaarsjes uitblazen heb ik ook in Mykonos meegemaakt. Heeft waarschijnlijk geen 10 seconden gebrand.
Hey An, sommige reisverhalen amuseren me zodanig dat men zich in mijn omgeving wel eens afvraagt waarom ik met een brede glimlach naar mijn PC-scherm staar. Dit verslag is er één van. I love it. 🙂
Leuk dat ik je aan het lachen heb gebracht. Ik schrijf trouwens graag met een kwinkslag. Bedankt voor je reactie, Manja !