Column: “De gelukkigste mens op aarde stond gewoon voor mij.”
Ah, Valetta! Daar op de achterbank van mijn taxi kon ik de Mediterrane geuren van mijn favoriete Maltese gerechten al ruiken. Ik was net geland op Malta International Airport en rustig onderweg naar de haven. Daar nam ik een ferry naar Gozo, het eiland waar je een versnelling lager moet schakelen.
Als Malta het eiland is van de jetsetters en zakenmensen, dan is Gozo dat van de hippies en meerwaardezoekers. Het eiland Malta verhoudt zich tot Gozo als een Lamborghini tot een Rolls. De taxi denderde verder, langs de Sint Pauluskathedraal.
Elke keer wanneer ik door een land reis, dan valt er vroeg of laat wel dezelfde vraag: “Zou ik hier kunnen wonen?”. Volgens mij stelt elke reiziger zich die vraag vroeg of laat. Zo hielden mijn ouders zich decennia lang halsstarrig voor, om ooit effectief de trek naar Zuid te wagen en als God In Frankrijk te gaan leven.
Die droom hebben ze uiteindelijk laten varen, maar voor mij was het duidelijk: zelfs de meest honkvaste mensen hebben een wanderlustgevoel. Een drang naar beter, een drang naar meer. Toen ik in 2009 met mijn huurwagen achtereenvolgens door Vancouver, Banff en Jasper reed, was het allemaal duidelijk voor me: ik moest en zou naar Canada verhuizen.
Ik had alles al uitgekiend. Canada heeft een geweldige sociale zekerheid, een pro-actieve immigratieprocedure. Ik zou gaan wonen in de stad met de hoogste levensstandaard ter wereld: Vancouver. Een stad waar ze zelfs de voetpaden verwarmen tijdens die 8 barre wintermaanden! Al snel kwam ik tot de conclusie dat 4 maanden boven vriestemperatuur allicht te weinig zou zijn voor me.
Al snel dook een alternatief op. De Kalahari riep en ik zou met ons gezin een vakantieresort openen in Namibië. Onze kinderen voorzien we van thuisonderwijs en al snel zouden de bezoekersaantallen de lucht in schieten. Na enig verzet van mijn wederhelft werd het Zwitserland.
‘s Ochtends zou ik gaan ontbijten bij het vegetarisch restaurant Hiltl in Zürich, in de namiddag vond je me al waterskiënd op le Lac De Genève. De immigratieprocedure van Bern, de Zwitserse taal, en het ontbreken van zes nullen op mijn bankrekening gooiden echter al snel roet in het eten. Nee, emigreren uit België zat er nog niet in, omdat ik simpelweg nog niet meteen iets had gevonden dat écht de moeite waard was…
Ondertussen zat ik op Gozo. “Gozo overvalt je,” zo had mijn gids me eerder verteld, “en dan vooral voor jullie uit West-Europa. Probeer Gozo niet te ontdekken. Je moet het eiland eerder ondergaan.”. Wat later ontmoette ik chef Chris Cassar. Chris runde al jaren het restaurant Ta’ Kris, waar hij de typische Maltese keuken serveert.
Niks speciaals zou je denken, ware het niet dat hij Brad Pitt, Angelina Jolie, Russel Crowe, Ridley Scott en zelfs prins Harry tot zijn vaste klanten mag rekenen. Chris ontving ons met open armen en was een open boek wat zijn bezoekers uit Hollywood betreft.
Maar het interview werd pas echt interessant wanneer het over zijn thuis ging: Gozo. “Ooit vluchtte ik naar Australië om het grote geluk te zoeken.”, zei hij, “Ik verdiende bakken geld en toch knaagde er iets. Ik verlangde terug naar mijn Gozo.”.
Die avond ontmoette ik de gelukkigste mens op aarde. Een man die een oneindige bron van superlatieven bleek, wanneer het over zijn thuisland ging. De gelukkigste mensen op aarde, zijn niet de mensen van Noorwegen of Canada, zo daagde het bij me.
De gelukkigste mensen op aarde zijn diegenen die hun thuis hebben gevonden en dus helemaal ‘gegrond’ zijn. Bedankt Chris, om me even te gronden. Je Maltese woorden mogen een inspiratie zijn voor ons allemaal.
Ben Roelants presenteert elke vrijdag om 20u40 het reisprogramma En Route op Evenaar.