Guadeloupe – een Caraïbische kerst
Het is eens iets anders, de kerstperiode doorbrengen op een vlindervormig, tropisch eiland in de Caraïbische zee. We verbleven in een prachtig huis via Airbnb en lieten ons verwennen door al het moois dat Guadeloupe te bieden heeft, van hoog in de lucht tot diep in de zee.
De vlucht vanaf de kleine Parijse luchthaven Orly geeft het al aan: dit is een binnenlandse verbinding. Weliswaar eentje die over de Atlantische Oceaan heen gaat. Guadeloupe is een stukje Frankrijk in de tropen, deel van de Franse kleine Antillen. Hierdoor is Guadeloupe één van de meer welvarende eilanden in de Caraïben én kan je er gewoon met euro’s betalen. Het is leven als god in Frankrijk, als het ware.
Ook in putje winter is het in Guadeloupe tropisch heet, al zorgt de zeebries voor heerlijke afkoeling rond deze periode van het jaar. Het eiland is populair bij voornamelijk Franse toeristen – een leuk alternatief voor de drukbezette hotels zijn de prachtige appartementen, villa’s of strandhuizen die te boeken zijn via Airbnb.
We verbleven in het hart van het vlindereiland, Le Gosier. We hadden een ongeëvenaard zicht op een klein, onbewoond eilandje in de geest van “Expeditie Robinson”, het schattige Îlet de Gosier. Het bij zonsondergang opstekende rode flikkerlicht van de vuurtoren geeft werkelijk een fabelachtige sfeer. Wie kan, zwemt vanaf de kust naar het eilandje toe, wie zoals ondergetekende minder sportief is aangelegd, neemt de overzetboot die je met veel schwung op een paar minuten naar het exotisch stukje paradijs brengt. Niet te vergeten: een snorkelset!
Aan de andere kant van het eiland, op Basse-Terre, ontdekken we het nationaal park van Guadeloupe, een weelderige en vochtige jungle, boordevol speciale vogels en andere interessante diertjes. Wandeltoerisme is op z’n Frans geregeld: het “Maison de la Forêt” geeft met grote borden de stippelroutes aan.
Keuze te over: gemakkelijke tot semi-sportieve wandelingen, en de echte hikers gaan voor een trektocht richting de 3 spetterende watervallen van Carbet. Of wil je liever La Soufrière, de hoogste piek van de kleine Antillen, beklimmen? Bovendien is het zelfs een nog steeds actieve vulkaan. Een spectaculaire ervaring voor mij en mijn reisgezelschap, wanneer de warme en stinkende zwaveldampen uit de krater langs ons heen opstegen, konden we ons eventjes een beeld vormen van hoe de aarde er van binnenin moet uitzien.
Het ander hoogtepunt op Basse-Terre is meteen ook een dieptepunt: zo’n 15 meter onder de zeespiegel doken we naar het Réserve Cousteau, beroemd vanwege prachtige koraalriffen en dollende waterschildpadden. Op het strand ‘de la Malendure’ troffen we de ene duikclub na de andere aan, kiezen is moeilijk, want ze zijn allen even sympathiek (en bieden allen gratis rum met fruitsap aan).
Eenmaal we ingeschreven waren voor een ‘duikdoop’, nam de spanning (lees: paniek!) het even over. Maar eerlijk, wie geniet niet van een tripje naar de onderwaterwereld wanneer je letterlijk wordt vastgehouden door een knappe duikinstructeur? Nemo, Dory en consorten leken onze aanwezigheid niet storend te vinden en zwommen vrolijk rond ons heen.
Verderop zagen we ook iets minder sympathieke barracuda’s zwemmen, een teken om terug aan de oppervlakte te komen. Om vervolgens te bekomen op een terras in de rotsen langs de kust met een lekkere Creoolse maaltijd en, uiteraard, een wijntje. We zijn tenslotte in Frankrijk, n’est ce pas?
Mijn Reistip over Guadeloupe afsluiten zonder het te hebben over de tropische stranden, zou onbetamelijk zijn. Alors, de nummer 1 attractie van het eiland zijn natuurlijk de vele baaien, stranden en strandjes. Je vindt er wit zand en kristalhelder water, zoals de Club Med brochure laat zien. Of je kiest voor het volkse strand van Bananier, waar de vulkanische activiteit gezorgd heeft voor een opvallend donker gekleurd lavazand.
Respectievelijk de posh Club Med-beachbar met rode ligzetels en cocktails of de foodtrucks waar de locals frequenteren. Op de stranden vind je alles wat je nodig hebt. Het grootste – en mooiste – strand van Guadeloupe heet toepasselijk Grande Anse, waar we heel wat uurtjes hebben doorgebracht onder de stralende zon of in de verkoelende schaduw van menig palmboom.
Rond zonsondergang is het strand minder druk en wordt het een écht paradijs. Of zoals de vriendelijke eigenaren van onze Airbnb hun thuisland beschreven: “Guadeloupe, c’est vraiment, le petit paradis”.
Nog paradijselijker wordt het op Les Saintes, een stel kleine, charmante eilandjes op een kwartiertje varen van Trois Rivières op Basse-Terre. Anders dan op Guadeloupe, zijn hier geen auto’s te bespeuren, hoogstens enkele scooters. Wel zien we een aandoenlijk kerkje en smalle wegjes met kleine winkeltjes en restaurantjes.
Ook hier zijn bergen te beklimmen, we deden het dan ook op onze flipflops – intussen helemaal aangepast aan het eilandleven. Een zicht op één van de mooiste baaitjes ter wereld, is dan de hemelse beloning. Achteraf doken we het schitterende turquoise water is, zoals steeds voorzien van een snorkel, om ons opnieuw te laten meevoeren door de schoonheid van de enorme variëteit van visjes en koraal.
Het nieuwe jaar werd uiteindelijk ingezet door een feestelijk diner in viersterrenhotel La Créole, inclusief een hapje van langouste, een geliefde lekkernij in de creoolse keuken. Uitbundig getooide danseressen brachten de beachparty op gang, waarbij het nieuwjaarsvuurwerk meer dan ooit tot zijn recht kwam langs de lange kustlijnen van het eiland. Afgaande van het exotische startschot, voorspel ik dat 2016 een bijzonder jaar wordt.
Tekst en foto’s: Sofie Demoor
Heel mooi reisverhaal met prachtige foto’s. Ikzelf ben een keertje in de Bahama’s geweest. Het doet me lichtjes een beetje terugdenken aan deze wondermooie reis. Knap artikel.