Iraanse gastvrijheid
“Waar gaat de volgende reis naartoe?”, vroegen vrienden en familie die ondertussen weten dat we er graag af en toe eens tussenuit knijpen. “NAAR IRAN!?” reageerden ze meestal verbaasd of bezorgd. Of het daar wel veilig was wilden ze weten, “met dat fundamentalisme en zo” en “hoe moet dat met de kledij, de vrouwen moeten er toch gesluierd lopen?”
Blijkbaar hadden niet alleen vrienden en kennissen hun bedenkingen, ook op de site met reisadvies van Buitenlandse zaken lazen we enkele bedenkingen. Maar omdat we in heel wat enthousiaste reisverslagen toch een heel ander verhaal gelezen hadden wilden we toch eens gaan kijken hoe het er in Iran nu echt aan toe gaat en nu zijn we best tevreden van onze keuze.
We probeerden via reisverslagen op het web en met informatie uit de lonely planet een beeld te krijgen van wat we, in een tijdspanne van 17 dagen, wilden zien van het immense land (liefst 59 keer groter dan België).
Eens we min of meer wisten wat onze route zou kunnen worden, namen we contact op met een Nederlands reisbureau dat een programma aanbood dat in de lijn lag van wat we wilden zien. Enkele aanpassingen waren snel gemaakt. Het bureau zorgde voor de vliegtickets, een privéchauffeur, de overnachtingen en een accreditatienummer waarmee we in Brussel op het Iraans consulaat onze visa konden regelen.
Op zaterdag 26 april vertrokken we vanuit Schiphol naar Teheran, met een tussenstop in Istanboel. Op zondagmorgen, na een korte nacht in een internationaal hotel dicht bij de luchthaven kon ons avontuur beginnen. We maakten kennis met Aziz, onze chauffeur en zijn Peugeot 405, die ons gedurende heel de reis naar onze bestemmingen bracht.
Gelukkig dienden we niet zelf te rijden, want de rijstijl van de Iraniërs is niet van die aard dat je er gerust tussen laveert met een huurwagen, kleine aanrijdingen zijn schering en inslag. We hebben ervoor gekozen om Teheran (een heel drukke grote stad) niet te bezoeken en reden direct door naar Qohm, de tweede heilige stad van het land , waar de geestelijken (moellahs) opgeleid worden.
Iran is, sinds de revolutie van 1979, de Islamitische republiek van Iran, godsdienst is er onlosmakelijk met de politiek verweven, Iraniërs zijn bijna allemaal sjiieten, in tegenstelling tot de meeste Arabische moslims die soennieten zijn. We hadden eigenlijk wel verwacht dat de mensen best wel conservatief en erg terughoudend tegen westerlingen zouden geweest zijn, maar niets was minder waar.
De Iraniërs zijn net heel open, ze willen graag een praatje maken (om hun Engels te oefenen of , als dat niet lukt, toch zeker samen op de foto, smartphones en selfiesticks zijn alom tegenwoordig in het straatbeeld. Regelmatig, als de kennis van het Engels het toelaat, willen ze ons spreken over politiek, scheiding van Kerk en Staat, internationale verstandhouding en zo verder.
Iraniërs zijn erg geïnteresseerd in wat er reilt en zeilt in de wereld. Bovenal zijn ze heel vriendelijk en gastvrij: een groepje oude mannen drinkt thee bij de brug: ook al spreekt niemand van hen een woord Engels toch worden we uitgenodigd om een glas thee mee te drinken, en een tweede met een versnapering erbij.
Natuurlijk is er ook heel veel te zien in Iran: de overblijfselen van het machtige Perzische rijk in Persepolis zijn zonder weerga. Oude woestijnsteden langs de zijderoute zoals Shiraz (inderdaad van de wijn), Ispahan (de meest toeristische) Yadz en Kashan (met de mooiste Bazaar) met karavanserais, moskeeën en paleizen van rijke tapijten handelaren…
Er is indrukwekkende natuur met besneeuwde bergtoppen, en verschroeiend hete woestijnen en zoutvlaktes. Er is de eeuwenoude Perzische cultuur waar de Iraniërs bijzonder fier op zijn: de Zoroastrische vuurtempels, de huizen van sterkte (een soort fitnesscentra avant la lettre) enzovoort.
Er is enorm veel te zien in het grote land, maar als je ons vraagt “waarom zouden we naar Iran moeten gaan? “ zouden we toch zeggen: voor het contact met de mensen.
Tekst en foto’s: Michel Eloot
Als ik het artikel en de foto’s van dit artikel niet gezien zou hebben, dan had ik nooit verwacht dat Iran zo mooi en zo gastvrij zou zijn. Knap artikel en heel leuk verslag. Het lijkt me zeker de moeite waard om Iran toch een bezoekje te brengen.