Kaapstad kaapte mijn hart
“Ik ga stage doen in Zuid-Afrika!” Zo begon mijn beste vriendin Meera het jaar. Ik was even teleurgesteld dat ze zo ver weg ging, tot de woorden “Je mag me altijd komen bezoeken!” volgden. Geen seconde twijfel, maar wel asap een ticket naar Kaapstad boeken!
Vrij vragen op het werk was wel een beetje risky, ik kwam nog maar net terug van vakantie. Toch waagde ik het erop. Hééél vriendelijk gevraagd en zowel ik als mijn vriend kregen een ja. Dit was ons groen licht: Boeken die handel! Extra goed nieuws? Mio, een andere vriendin, zou er dan ook zijn.
E-tickets binnen: check! Koffer: staat standaard klaar dus check! Cat-sitter: check! Al werkend gaat de tijd dubbel zo snel voorbij en voor we het wisten was het al dag van vertrek. Door de gebeurtenissen van 22 maart in Zaventem vertrokken we extra vroeg om onze vlucht zeker niet te missen. Alles ging iets moeizamer dan normaal, maar verliep gelukkig nog steeds volgens plan.
Veel valt er over de vlucht niet te zeggen: overstappen in Istanbul, nog eens 13 uur vliegen, lang, vermoeiend, niet slapen, …the usual. Eens geland, moesten we even wachten op Mio die terugkwam van een roadtrip door de buurlanden. Ze leverde haar 4×4 in en ruilde hem voor een iets kleinere auto, die we gelijk naar Sea Point, Cape Town reden.
We bleven niet bij de pakken zitten, maar we vlogen erin met pilote Mio aan het stuur. Eerste dag: een rondrit door de Kaapse Peninsula, tot aan Kaap de Goede Hoop en terug. We stopten onderweg bij Boulders Beach. Waarom? Pinguïns! Over heel het strand en de bosjes errond zagen we er, zelfs fluffy baby pingus. So cute! Ik heb ze nog nooit zo dichtbij gezien. En nee, de zoo telt niet.
We reden door tot aan het nationale park van Cape Point. Bij het binnenrijden lazen we de waarschuwing: “Do not feed the Baboons”. Toen we aan het uiterste punt kwamen, zagen we overal andere toeristen! Een foto zonder extra mensen bij het bordje van “Kaap die goeie hoop, die mees suidwestelike punt van die vasteland van Afrika” bleek plots de uitdaging. Tijdens het wachten trokken we dan maar de berg op. Prachtig zicht nummer één. Terug beneden aangekomen probeerden we toch snel een foto te maken bij dat bordje en reden we weer verder.
Onderweg terug naar de parkingang stonden er een paar auto’s geparkeerd bij elkaar, wat was er te doen? BAVIANEN! Grote mannetjes en vrouwtjes met kleintjes. Ze waren gewoon hun ding aan het doen en iedereen stond er rond om foto’s te maken. Plots hoorden we “There is a baboon IN THE CAR!” Iemand had zijn raam laten openstaan… slim. H
et aapje bleef gewoon achter het stuur zitten en zocht wat naar eten. Nadat een parkwachter aankwam en hem wegriep, was hij weg met een zak bananen om het daarna te delen met zijn medeaapjes. Dáárom dus die waarschuwing in het begin…
Onderweg een snelle eet-stop gemaakt in een gezellig boerderijrestaurant en terugrijden konden we eigenlijk maar via één weg: de Chapman’s Peak. Een zig-zaggende weg langs de kust terug naar Cape Town. We reden een kilometer. Stop! Wauw, prachtig zicht nummer twee. Weer een kilometer verder: prachtig zicht drie en vier en vijf… zo ging het kilometers verder tot we thuiskwamen.
Ons avondritueel werd vooral wachten tot Meera terug was van haar stagewerk en samen eten… en goed eten! Zuid-Afrika is een hemel voor de foodies: alles kan je krijgen, goede kwaliteit en goedkoop! Een etentje met voorgerecht, hoofdgerecht en een lekker Zuid-Afrikaans wijntje: onder de 50 euro voor twee: check!
Dag twee bezochten we de bekende Tafelberg, een officieel natuurwereldwonder. Door het mistige weer hadden we jammer geen zicht op Cape Town. Wat desondanks wel een magisch gevoel gaf, wolken zover je kon zien. Prachtig zichten 24, 25, 26, …
Dag drie vertrokken we om een deel van de Gardenroute te rijden tot aan Tsitsikama, waar we dan de volgende dag van een brug zouden springen. Nee, niet omdat we depressief waren, maar omdat we wat angsten gingen overwinnen. Dat deden we door te bungeejumpen van de 216 meter hoge Bloukrans Brug. Ik heb mezelf letterlijk een beetje gepusht om dit te doen, omdat ik hoogtevrees heb en ervan af wou. De sprong zelf was fantastisch, geen seconde spijt gehad! Ik zou het zo opnieuw doen.
We hebben 500 km gereden en onderweg: heuvellanden, dalen, valleien, de zee, meren, groene landschap, bergen, stukjes woestijn, zandstormen, regenstormen, … Zo’n gevarieerd land en prachtige zichten nummer… ach vergeet het, ik tel allang niet meer.
De komende dagen deden we het iets rustiger aan, dingen zien die de moeite waren in de buurt zoals: de witte stranden van Camp’s Bay, het weekendbinnenmarktje in Hout Bay (waar we ook zeehondjes zagen), de zonsondergang zien op Signal Hill, de botanische tuin Kirstenbosch en wat wijntjes proeven op de bekende wijngaard Groot Constantia.
Afsluiten deden we op de voorlaatste dag met een … safari! Dit had prioriteit op mijn to-do list: de Big Five zien. En we hebben ze allemaal gezien: de olifant, de leeuw, de buffel, de neushoorn (inclusief schattige baby rhino) en het luipaard.
Op 12 dagen hebben we gezien wat we konden, fijne tijden gehad met vrienden, en superhard genoten van wat Zuid-Afrika en haar cultuur ons te bieden heeft… en dat is méér dan ik verwacht van een geslaagde reis.
Tekst en foto’s: Jessica van Roij
Ik blijf me telkens meer en meer verbazen over het prachtige Afrika. Wanneer ga ik nu eindelijk eens werk maken van dit prachtige landschap? Mooi verslag!