Een nacht in Nieuw-Zeeland
Een zwarte kiwi op een geel bord, bovenop een witte paal langs een glooiende weg. Dat moet zowat het standaard postkaartje uit het mooie Nieuw-Zeeland zijn. Het lijkt misschien alsof er achter elke bocht een kiwi kan opduiken, maar het kleine diertje is amper in het wild te spotten. Slechts 5000 Nieuw-Zeelanders zagen er ooit een. Als bezoeker krijg je het diertje in de wilde natuur dan ook niet te zien. Of toch?
Na 23 uur vliegen, 1250 kilometer rijden en 4 uur op een tergend trage ferry tussen het noord- en zuideiland reed onze Toyota het pittoreske Okarito binnen. De doorsnee toerist laat dit dorpje links liggen. De kleine gemeenschap ligt op een half uurtje rijden van de New Zealand Highway 6 die bezoekers van Nelson naar Franz Jozef Glacier brengt.
De drommen toeristen die de wegkwijnende gletsjer in het Westland National Park bezoeken lijken ver weg in deze rustige lagune.
Een intrede blijft hier nooit onopgemerkt, want het voormalige goudzoekersdorpje telt amper dertig inwoners. Onder hen de zonderlinge Engelsman Ian Cooper, met wie we een afspraak hadden. De gestrande backpacker geeft ons immers 98% kans om de bijna uitgestorven Okarito kiwi te spotten.
Bij het vallen van de avond wachtte de kleine Engelsman ons op. Hij leidde ons binnen in zijn garage die dienst doet als ontvangstruimte. De muren hingen vol kaarten en foto’s. Het materiaal voor onze tocht lag in mandjes klaar. Muggennetjes, zaklampen en walkietalkies zijn immers geen overbodige luxe wanneer je aan de andere kant van de wereld een donker woud in trekt.
Ian vertelde ons vol passie het verhaal van de kiwi. Het diertje heeft er immers al een wilde rit op zitten. Eeuwenlang kende het zo goed als geen natuurlijke tegenstanders op het eiland, tot de Britse kolonisten voet aan wal zetten. Zij introduceerden ratten, konijnen, honden en katten waar de schichtige kiwi niet op was voorzien.
Door deze nieuwe venijnige tegenstanders stierf de kiwi bijna uit. Bijna, want dankzij mensen zoals Ian werden er de afgelopen jaren over het hele land kweekplannen opgezet om een dodo-scenario in te voorkomen.
Doorzettingsvermogen
De volle maan was onze enige bron van licht wanneer we die nacht het regenwoud in trokken. Tegen de wind in, ging het via een bospaadje naar de broedplaats van twee jonge kiwi’s. Alle vogels hebben een tracker om hun poot, waardoor Ian ze met de hulp van een oude antenne min of meer kan lokaliseren. Stilte overheerste in het bos.
We spitsten onze oren terwijl Ian rustig de antenne in alle windrichtingen draaide. Anderhalf uur lang stonden we met onze neus in het niets te staren. Enkel de muggen en het schijnsel van de maan maakten duidelijk dat we niet van de wereld waren verdwenen.
Er is wat doorzettingsvermogen nodig om een kiwi te spotten. Meer dan drie uur waren we die avond op pad om een glimp van het nachtdiertje op te kunnen vangen. Ontgoocheling begon ons al te besluipen, wanneer Ian ons plots aanmaande hem snel te volgen. Nabij een klein paadje bleven we dicht in elkaars buurt staan. Ian ontstak zijn lantaarn die een zacht rood licht verspreidde over het grint.
En daar was hij. Een bruin wezentje, ter grootte van een voetbal, dat het paadje over stak. Even snel weg als hij gekomen was. Allen stonden we daar aan de grond genageld. Zelfs Ian bleef gefascineerd naar de plek staren waar de kiwi zonet zijn oversteek maakte, genietend en beseffend dat hij opnieuw deze wel zeer uitzonderlijke verschijning had kunnen meemaken.
Nog een tip die ik graag wil meegeven: voor 75 NZD per persoon kan je de tocht met “Okarito Kiwitours” van Ian Cooper maken. Het merendeel van dat bedrag wordt gebruikt voor het behoud van deze bedreigde diersoort. Op voorhand boeken is belangrijk, want Ian neemt slechts een vijftal mensen per avond mee op zijn tocht.
Tekst en foto’s: Sam Vanfleteren, video: Paul Fairbairn
Leuk artikel. Fijn dat jullie het diertje uiteindelijk toch hebben kunnen spotten. Moest vast een zeer leuk moment zijn het diertje tevoorschijn zien komen?