Bloemendijken, inlagen en het wonder van Colijnsplaat
De Bevelandse eilanden vormen het middelste deel van Zeeland. Het schiereiland Zuid-Beveland grenst aan Walcheren en ligt tussen de West- en Oosterschelde. Het eiland Noord-Beveland is omsloten door de Noordzee, de Oosterschelde en het Veerse Meer en is met een dam en bruggen verbonden met de andere Zeeuwse eilanden.
Zuid-Beveland is een landelijke streek van dijken rond polders. De ‘Zak van Zuid-Beveland’ met zijn bloemendijken is een heerlijk fietsgebied. Voeg daarbij de charme van authentieke Zeeuwse dorpjes en het historisch stadje Goes. Koele kazematten, kronkelende kreken is een fietsroute van de vereniging Natuurmonumenten.
Deze natuurbeschermingsorganisatie koopt en beheert natuurgebieden en organiseert allerlei activiteiten met aandacht voor het Nederlandse landschap. Starten doen we in het dorp Ovesande. Dit dijkdorp heeft zowel een katholieke als protestante kerk.
Via de Staatse dijk en het dorp Driewegen zijn we al gauw aan de oevers van de Westerschelde. Aan de overkant ontwaren we de installaties van de chemiereus Dow Terneuzen. Vlak achter de Westerscheldedijk ligt het negentiende -eeuwse fort Ellewoutsdijk.
Het werd gebouwd net na de Belgische onafhankelijkheid en moest de Westerschelde verdedigen. Nu is het eigendom van de stichting Natuurmonumenten. Het natuurgebied rond het fort verbindt de natuurgebieden Zuidgors , inlaag 1887 en inlaag 2005.
Inlagen zijn natuurgebieden tussen twee dijken. Op de plaatsen waar men bang was voor een dijkbreuk ging men iets verder landinwaarts een nieuwe dijk aanleggen. Deze inlagen leidden tot een apart landschap van rietvelden en moerassen.
De inlaag 1887 is aangelegd in de 19e eeuw en is een pleisterplaats voor vogels. De inlaag 2005 werd recenter aangelegd ter natuurcompensatie bij de aanleg van de Westerscheldetunnel. In Inlaag 2005 worden zout, brak en zoet water afgewisseld wat leidt tot een bijzonder landschap.
We fietsen verder langs de Westerschelde en authentieke kerkringdorpen als Hoedekenskerke, ’s Gravenpolder en Nisse. In het polderlandschap duiken plots aarden heuvels op. Een infobord zegt dat het over vliedheuvels gaat, die in de 11e eeuw als woonheuvels werden aangelegd om de voeten droog te houden. Later werden er verdedigingstorens op gebouwd.
De andere kant van het eiland verkennen we via de Zeevruchtenroute. De fietsroute ontleent zijn naam aan de startplaats Yerseke, al jaar en dag mosselstad. Langs de haven van Yerseke rijgen de mosselbedrijven zich kilometers aaneen. Ook oesters worden in de Oosterschelde gekweekt.
Al vlug fietsen we langs de Oosterschelde. Hier geen containerschepen maar witte stippen van zeilbootjes aan de horizon. Even moeten een ommetje maken want we moeten het Kanaal door Zuid-Beveland over. Dit kanaal verbindt de Oosterschelde met de Westerschelde.
Via molendorp Wemeldinge, Kattendijke en Kloetinge rijden we Goes binnen. Goes is een gezellig stadje met prachtige panden , grote kerken en een imposant stadhuis. Dit zijn getuigen uit de tijd dat Goes nog een handelsstad was. Nu eigenlijk nog want de winkelstraten in Goes zijn nooit leeg.
Goes heeft een stadshaven. Vroeger meerden hier zeeschepen met handelswaar aan, nu is het een fotogeniek plekje en pleisterplaats voor plezierjachten. Het grote voordeel van het eiland Noord-Beveland is dat je er in één dag volledig rondom kunt fietsen.
We fietsen bijna uitsluitend buitendijks. We hebben ons vooraf goed ingesmeerd want de zilte lucht, de lichte zeebries en de zon verbranden in de kortste keren de huid. We starten in Kortgene aan het Veerse meer, dat heel wat toeristen aantrekt, passeren het ringstraatdorp Kats en draaien richting Oosterschelde naar Colijnsplaat.
Af en toe moeten we de dijk verlaten omdat fietsen niet meer mogelijk is. Dan gaat het verder via rustige wegen binnendijks. Het lijkt of de polder lager ligt dan de zee want achter de dijk zie je zeilbootjes voorbijvaren. ‘Houen jongens’ is het monument dat het ‘wonder van Colijnsplaat’ uitbeeldt tijdens de stormvloed van 1953. De bronzen gedenkplaat geeft uitleg:
HOUEN JONGENS!
IN DE HELSE RAMPNACHT VAN 1 FEBRUARI 1953
DREIGDEN DE HIER GEPLAATSTE VLOEDPLANKEN
TE BEZWIJKEN ONDER HET GEWELD VAN DE GOLVEN
COLIJNSPLAAT LEEK REDDELOOS TEN ONDER TE GAAN
MET HUN LICHAAMSKRACHT HIELDEN DORPSBEWONERS
DE WANKELENDE WATERKERING OP HAAR PLAATS
TOTDAT EEN IN DE HAVEN LOSGESLAGEN SCHIP
VOOR DE KERING OP DE KADE WERD GRESMETEN
ZO BLEEF HET DORP VOOR OVERSTROMING GESPAARD
Wij malen verder kilometers langs een onmetelijke Oosterschelde, doen enkele plezierhaventjes aan zoals Sophia- en Jacobahaven en keren terug naar ons vertrekpunt langs het Veerse meer.
Aan de overkant tekent zich het silhouet af van Veere.