Het zuidelijkste stukje van België kreeg bij ons de naam “de Ardennen”.
Het is al een tijdje geleden dat wij in die regio vertoefden en we besluiten om daar eens verandering in te brengen.

Via Brussel en Namen nemen we de autostrade naar Bastenaken, maar in Wallonië heet het Bastogne.

Al vlug vinden wij een plaatsje voor de auto op parkings in het centrum van de stad, die nog steeds gratis zijn, wat een verschil met Vlaanderen waar we voor alles hoeven te betalen.

De winkelstraat ziet er echt fleurig uit, ze is gedecoreerd met honderden paraplu’s in alle kleuren van de regenboog.

De weergoden zijn ons gunstig gezind dit weekend en zelf hoeven we geen paraplu mee te dragen, we zullen er geen nodig hebben heeft Frank Deboosere gezegd.

We gaan window shoppen in Bastenaken, wat eten in een typisch Ardens restaurant en wat dacht je, een orval drinken, want dat is het bier van deze streek.

Wandelen tot op de plaats met de tank, een overblijfsel van de tweede wereldoorlog, die de slag om de Ardennen herdenkt en dan trekken we richting oorlogsmuseum in Bastogne, nu kreeg het de naam “Bastogne War Museum “.

Dit museum werd volledig nieuwgebouwd, modern en zeer overzichtelijk maar voornamelijk zeer interessant.

Je wordt door het museum geloodst via een hoofdtelefoon, begeleidt door de stem van 3 personages uit de tweede wereldoorlog.

In het Bastogne War Museum draait alles om de Tweede Wereldoorlog, van de ontstaansgeschiedenis tot het najaar van 1944, en om de Slag om de Ardennen.

De belangrijkste oorlogsfeiten en het lijden van de soldaten worden er toegelicht zodat de bezoeker een beter beeld krijgt van het geheel. Het centrum biedt een zeer goed overzicht van hoe het burgerleven eruitzag tijdens de bezetting, tijdens en zelfs na de veldslag.

U krijgt uitleg over de verschillende gevolgen van een van de grootste conflicten die de wereld ooit heeft gekend.

We nemen foto’s aan tanks en moto’s en ontdekken op een leuke manier de ganse geschiedenis van deze verschrikkelijke periode. Het parcours eindigt buiten met een bezoek aan het Mardasson monument, het symboliseert de weg van de Vrijheid.

Van Bastenaken trekken we naar Orval, we zullen de abdij en de ruïnes bezoeken. Daar ik al een eeuwigheid hou van een lekkere Orval trappist en al zovele jaren zeg dat ik de abdij wil bezoeken, is het er op deze trip uiteindelijk van gekomen.

Wij kopen toegangskaartjes en trekken de site op.

Het bezoek aan de ruïnes van de oude cisterciënzerabdij onthult een locatie met een boeiende geschiedenis en van een heel aparte schoonheid, ingebed in een vallei waar de Mathildebron ontspringt.

Het bezoek bestaat uit enerzijds een audiovisuele voorstelling over de geschiedenis van de abdij en het kloosterleven die zowat 20 minuten duurt.

Daarna kan je een parcours met illustraties volgen, het museum dat in de kelders uit de achttiende eeuw is ingericht, de traditionele apotheek en de tuin met geneeskundige planten zetten de kroon op het bezoek.

De kers op de taart zou een degustatie van een Orval zijn, doch… je kan er daar toch wel geen drinken zeker. Alleen Orval in verpakking van 10 of 20. We kopen een doos met lekkere trappist voor thuis.

Maar er hier eentje drinken kunnen we niet laten. Een kruispunt verder dan de abdij van Orval zijn er grote mooie cafés waar je het edele bier kan degusteren.

Logeren doen we aan de Semois, de kronkelende rivier door het land van de Ardennen en de Gaume.

In Bouillon komt de nostalgie boven, wie bezocht er niet het kasteel van Godfried Van Bouillon met de klas of met de koloniën van de ziekenbond.

We ondernemen een wandeling in het centrum links en rechts van de Semois tussen de twee bruggen van Bouillon. De auto kunnen we opnieuw gratis parkeren.

Aan de Semois is het goed vertoeven, de hotels zijn klein maar goed uitgerust en je kan overal lekker eten en drinken. Bovendien is gastvrijheid is er troef.

Wij kunnen het alleen maar aanraden, een weekendje België op zijn best.