Japan neemt maatregelen tegen toename vandalenstreken onder toeristen
Het Japanse Tottori wil met extra waarschuwingsborden zijn bekende zandduinen beter beschermen tegen ‘vandalen’ die hun naam in het zand schrijven.
Dat Tottori, een stad aan de noordwestelijke kust van Japan, op de radar staat van menig toerist, komt door de enorme zandduinen, de grootste van het land, die honderden jaren geleden werd gevormd. De duin is zestien kilometer lang en soms wel meer dan vijftig meter hoog. Wie de zandduin beklimt, wordt getrakteerd op een mooi zeezicht.
Probleem: meer en meer bezoekers laten hun naam of een boodschap achter in het zand, en dat is niet zo onschuldig als het lijkt. De zandduin maakt deel uit van het nationaal park Sanin Kaigan, en volgens de regels mogen geen veranderingen worden aangebracht aan het landschap. Wie toch in het zand schrijft, riskeert een boete die kan oplopen tot 50.000 yen (ongeveer 405 euro).
Ondanks die maatregel worden steeds meer gevallen van vandalisme gemeld. Afgelopen jaar werden 228 incidenten van ‘graffiti in het zand’ geconstateerd, tegenover 200 gevallen in 2017. In totaal werden de afgelopen tien jaar 3.300 incidenten vastgesteld, schrijft de Japanse krant Mainichi Shimbun.
Een van de oorzaken is het toegenomen aantal buitenlandse toeristen, die onder andere door foto’s op Instagram steeds vaker hun weg vinden naar de zandduin. En zij weten niet altijd wat mag, en niet mag. Daarom heeft de prefectuur besloten om bij de verschillende ingangen extra waarschuwingsborden te plaatsen in het Engels, Chinees en Koreaans.
Bron: The Guardian
Foto: Getty Images