Nog nooit maakten we zo’n spectaculaire landing mee. Minutenlang mogen we tegen hoge snelheid laag boven de stad Fukuoka zweven alvorens het Japanse tarmac te vleien. Een veelbelovende start…
Mijn echtgenote en ik verkozen om het eiland Kyushu te verkennen per fiets, ons geliefkoosd vehikel om een land te ontdekken. Niet altijd even makkelijk, zeker de incheck op luchthavens durft al eens serieus tegen te vallen, maar eens je op pad bent ligt de wereld aan je voeten, nou ja, je banden.

Kyushu is de bakermat van de Japanse beschaving en een perfect allegaartje van wat het huidige Japan te bieden heeft. Modern wisselt er keurig af met ouderwetse waarden en ambachten.

Onze eerste jeugdherberg ligt vlakbij de luchthaven en is dus vrij makkelijk per fiets te bereiken. We steken die meestal meteen in mekaar bij aankomst, dat is tegelijk een vaak dure taxirit uitgespaard. Wat meteen opvalt is de rust en sereniteit waarmee iedereen zich hier op pad begeeft. En dat japanners hulpvaardig zijn mogen we ook meteen ervaren wanneer we het spoor naar onze overnachtingsplek even zoek zijn. Een zeer aangename kennismaking dus. Ook met de manier waarop vele japanners slapen, op de tatami …

Na een kort verblijf van 2 dagen in de sympathieke, leefbare stad die Fukuoka is, rijden we met onze stalen rossen zuidwaarts richting Yanagawa, bekend om zijn vele kanaaltjes. Op de weg is het vrij druk, Japan staat nu eenmaal bekend om zijn sterk stedelijke karakter, maar door de hoffelijkheid en de trage snelheid die chauffeurs hanteren, kunnen we toch zorgeloos genieten van onze nieuwe bestemming.

Kumamoto bezoeken we voor het oude kasteel dat zich hier bevindt, één van de mooiste in Japan en werkelijk een pareltje. Bovendien is de zon volop van de partij en ook het begin van de kersenbloesems kondigt zich aan. Hier komen de japanners echt voor buiten, meestal in de gedaante van verliefde koppeltjes of in familieverband, gezellig picknickend in de vele parken.

Vanuit Kumamoto fietsen we het binnenland in richting Aso, uitverkoren vulkanisch gebied, en dat is ook te merken want de echte top is afgesloten omwille van uitbarstingsgevaar. Prachtige verzichten over de krater, met een omtrek van ruim 100km één van de grootste caldeira’s ter wereld.

Vervolgens leidt onze route naar Beppu, bekend om zijn vele ‘onsen’, baden gevuld met water uit geisers, een ideale plek om wat nader kennis te maken met de gereserveerde japanners of in ons geval om onze vermoeide benen wat weldoende rust te bieden.

Wie zich afvraagt wat we zoal eten om onze broodnodige calorieën in te slaan kunnen we geruststellen, keuze genoeg en vaak ronduit subliem. Zelfs in supermarkten vind je al heerlijke verse visgerechtjes, sashimi genaamd, en deze hoeven helemaal niet duur te zijn.

Ga je op restaurant dan betaal je iets meer maar nog steeds heel democratisch, de yen staat nu eenmaal historisch laag, maar je hebt wel meer keuze naar warme gerechten toe, waaronder verrukkelijke ‘steaks’. Verder heb je een overvloed aan “convenience stores”, zoals daar zijn 7Eleven, Lawson, Family Mart. Hier kopen we onze broodjes in, beleg, drankjes, … Ook kan je er s’ avonds terecht voor een (goedkope) bereide maaltijd.

Na Beppu rijden we terug het binnenland in naar Yufuin, een stevige rit met zware hoogteverschillen want we flankeren de hoogste top van het eiland, mount Yufuin, bijna 1600 m hoog. We logeren er bij een plezierig gekke man met artistieke trekjes, en wij geven hem een inkijk in de Belgische muziekscene. Hilarische taferelen volgen wanneer hij achtereenvolgens Eddy Wally, Deus, Stromae…nabootst op wel heel eigen wijze. En dan moest de “shochu” nog volgen, een huisbereide alcohol op basis van zoete aardappel. En of dat japanners plezier kunnen maken.

Terug in Kumamoto steken we het water over per ferry richting Nagasaki, om er, hoe kan het ook anders, de plek te bezoeken waar ooit de bom viel. Het museum dat er bij hoort hult je in stilte.
Maar Nagasaki verdient het om bezocht te worden voor méér dan de herinnering aan.

Van hieruit gaat het richting zuiden, deels per ferry, via het desolate eiland Amakusa, naar Kagoshima, een mooie stad gelegen aan een baai, tegenover “Sakura island” met de gelijknamige vulkaan Sakurajima, wat prachtige kiekjes oplevert bij helder weer, vooral vanuit de zeer mooie tuinen die de stad herbergt.

Om ons Japans avontuur in schoonheid te beëindigen besluiten we om onze laatste week te spenderen op het eiland Okinawa, ook wel het Hawaï van het oosten genoemd, 1000km zuidwaarts gelegen en bekend om zijn milde klimaat. Via een lokaal agentschap boeken we onze vlucht naar Naha, met terugvlucht naar Tokyo. De fietsen worden ingepakt en vlekkeloos afgeleverd zodat we ook Okinawa per fiets verkennen. Maar ons hoofddoel is toch om te relaxen en dat lukt er aardig. Ook brengen we nog een bezoekje aan één van de grootste aquariums ter wereld, waar we reuzenmanta’s en walvishaaien kunnen gadeslaan.

Eindigen doen we in Tokyo en hoewel immens groot slagen we er toch in om ons een mooi beeld te vormen van deze indrukwekkende stad, en hoe verrassend ook, de drukte valt er geweldig goed mee. We bezoeken er de bekendste sumo arena, eten er geweldige sushi in de vele trendy buurten die de stad rijk is en kijken er onze ogen uit naar de kleurrijk getooide stadsjongeren.

Japan, wij zijn fan!

Tekst en foto’s: Liesbet Moens