Het avontuurlijke Belize
België ruilen voor 3 weken Belize. Bel-i-z-e? Wissel slechts 1 letter – g wordt z – nog even schudden en je krijgt Belize, een wereld van verschil. Je zoomt in op Centraal-Amerika en vindt er het exotische landje. Het grenst aan Mexico in het noordwesten en aan Guatemala in het westen en zuiden en de oostkant strekt zich uit langs de Caribische zee. Langs de kust ligt het op één na grootste koraalrif ter wereld, het Barrièrerif van Belize.
Belize is klein (8.867 sq. miles) en heeft een kleurrijke mix van bevolking. Je treft er Mestiezen, Creolen, Indianen (vooral Maya’s) en zwarte Cariben; slechts kleine groepen Europeanen en Aziaten. Een slordige 340.000 mensen wijd verspreid over een land dat vroeger de naam Brits Honduras droeg. Nog steeds behoort Belize tot het Britse Gemenebest. Engels is er de officiële taal, verder spreekt men er Spaans, Kriol, Mayatalen,…
Wat dreef mij naar Belize? Geloof het of niet, maar een zeilboot was het uitgangspunt. Ik vervoegde een Belgische wereldzeilster die er in mei en juni aan het cruisen was. Mijn reisroute was ietwat ongewoon. Ik vloog naar Cancun (Mexico) en reisde met een nachtbus tot Belize.
Altijd een beetje spannend, in het holst van de nacht de grenspost oversteken bij zeer norse grenspolitie en cash geld neertellen voor je kortstondig verblijf in hun land. In Belize is men veel vriendelijker vertelde de olijke passagier naast me. En gelijk had hij!
In Old Belize, Cucumber Beach Marina, trof ik Lucky Bitch en skipper, meteen de start van een ontspannende vakantie aan de westkant van de Caraïben. Een lange aanlooptijd hadden we niet nodig, ik had voordien al meegevaren. We maakten meteen plannen voor de komende weken. Sowieso op verkenning in het binnenland en erna een zeiltocht tussen koraalriffen en enkele eilanden aandoen.
Zonder moeite liet ik de stadsmens in mij even inslapen en ontwaakte een andere ik bij de ontdekking van al dat natuurschoon. Fauna en flora om u tegen te zeggen. Je kunt je vergapen aan diverse diersoorten: vogels met de Toucan als nationale superheld, reptielen, apen, jaguar, manatees,… En vond je die niet altijd in het wild, dan ging je maar naar de Belize Zoo.
Het landschap varieert nogal. Naast het Mayagebergte zijn er veel heuvels met tropische wouden. Ik herinner me ook opeengepakte broccoli-achtige boomkruinen. We stapten in de jungle die vreemd genoeg ook een blauwe plas of zelfs grotten verbergt (Blue Hole & St Hermans Cave). Er zijn moerasvlakten aan de kust, waar je dan weer mangrove vindt.
Op zo’n reis neemt het Kuifjesgehalte met de dag toe. Om onze expeditie ten volle te beleven, huurden we een wagen. Die bracht ons naar uiteenlopende plaatsen want we wilden en zouden het binnenland verkennen. Ware het niet dat de auto zeer roestig was en de diesel begon te lekken. We werden gealarmeerd terwijl we tankten. Alle hens aan dek om een betere wagen uit de brand te slepen, wat ons aardig gelukt is.
Al rijdend langs stofferige wegen genoten we van de sfeer van dorpjes, taferelen met paard en kar, fietsers,… Zo reden we langs Hummingbird Highway, Coastal Road naar Gales Point en vele andere.
We hielden halt bij lokale marktjes en aten geregeld streetfood, rice & beans en kip staan er zowat dagelijks op het menu. En Coca-Cola natuurlijk. Belikin is er de nationale pils, die mocht er zeker wezen maar dan na onze autorit, in een lodge of hotelletje.
Belize werd pas onafhankelijk in 1981 maar kent een rijke geschiedenis. De Maya’s hebben er hun stempel gedrukt en die lijkt onuitwisbaar. We bezochten prachtige sites als Xunantunich, Altun Ha, Lamanai,… Indrukwekkend is die architectuur, hoe hebben ze dat klaargespeeld? Adembenemend is het panorama eenmaal je de tempels beklommen hebt tot de top. Je kunt er 360 graden draaien en de wijdse jungle overschouwen.
En toen werd het stilaan tijd voor ons zeilprogramma. Even de knop omdraaien van wegen, auto en binnenlands logement naar zee, zeilboot en ankerplaatsen. De Caribische zee langs Belize is verre van een open watervlakte. Het krioelt er immers van ‘reefs’ en ‘cayes’.
Zelfs een ervaren skipper kan een matroos best inzetten om alle mogelijke obstakels te helpen detecteren. Geen rif, geen rots, zelfs geen schildpad mocht ons dwarsliggen. Maar dolfijnen brachten dan weer wat extra pret. Ongelooflijk hoe sierlijk die springen en meezwemmen langs en onder een zeilboot. Alsof je er een praatje mee kunt slaan.
Onze eilandentocht werd mooi, memorabel zelfs. Even terugblikken naar twee van die eilanden. Caye Caulker straalt nonchalance uit, alles kan, niets moet. Je hangt er, je stapt er, je kan er snorkelen, duiken, kayak varen,… Je ziet er fietsen en golfkarretjes maar zeker geen auto’s. ‘Go slow’ is hun enige verkeersbord. Ze leven er vooral van visvangst en toerisme maar houden het graag kleinschalig.
Half Moon Caye Natural Monument was ook de trip waard. Het is de broedplaats voor meerdere vogels maar voor ‘red-footed booby bird’ in het bijzonder. Toeristen mogen het eiland bezoeken maar kunnen er niet overnachten. Horeca wordt er geweerd, enkel het personeel van de natuurbescherming vervult er enkele taken en wordt afgelost om de veertien dagen. Werken op een onbewoond eiland, met een blauwe zee, palmbomen en vogels als voornaamste buren, valt wel te overwegen? Belize beleven te land en ter zee kan ik alleen maar aanbevelen.
Tekst en foto’s: Sylvie De Gryse
Het geeft inderdaad maar een paar letters verschil in naam, maar na het bekijken van deze prachtige foto’s een wereld van verschil! Heel mooie foto’s gegoten in een heel mooi artikel. +1!