Logeren in de baai van de dichters
‘We sliepen in Lerici, die eerste nacht, stadje dat een toets van perfectie geeft aan deze baai met zijn rimpelende zee, het eiland, de groene zeilschepen en de twinkelende rode en gele nachtlampjes’.
Dat schreef Virginia Woolf op 26 mei 1935 in ‘A writers’ diary’. De baai van Lerici is gekend als ‘Il golfo dei poeti’, de baai van de dichters. Vooral Engelse romantische dichters en schrijvers als Percy Byssche Shelly en zijn vrouw Mary (auteur van Frankenstein), Yeats, lord Byron, D.H.Lawrence en Virginia Woolf verbleven hier vaak.
In hun kielzog volgden andere romantische zielen en toeristen. Ook wij kozen in juni 2015 voor Lerici, interessant gelegen op de grens van Ligurië en Toscane, niet ver van de Cinque Terre, de marmerhoofdstad Carrara, de Apuaanse Alpen en het middeleeuwse Lucca.
Die eerste nacht in Lerici hebben wij hetzelfde romantische gevoel als Virginia Woolf tachtig jaar geleden. Vanuit de Casa Rossa, ons vakantieadres in de heuvels van Lerici, kijken wij uit op de baai van de dichters, met het middeleeuwse kasteel van Lerici en het plezierhaventje.
Na de ontdekking van Lerici de eerste dag, verkennen we de ruime omgeving. Het ‘parco naturale regionale Montemarcello-Magra’ ligt op de grens van Ligurië en Toscane. In een heuvelig groen landschap met de zee die na elke bocht beneden glinstert, liggen middeleeuwse dorpen als Montemarcello en Castelnuovo di Magra.
Prominent aanwezig is de rivier Magra, die na ettelijke bochten door het rotsige landschap in Bocca di Magra in de zee uitmondt. De route gaat verder langs de Romeinse site van Luni, die spijtig genoeg gesloten is voor restauratiewerkzaamheden, naar Sarzana, een middeleeuwse stad met twee enorme burchten La Fortrezza di Sarzanello en de Citadella.
Burchten en kastelen genoeg in Ligurië. Vooral de strijd tussen de buren Genua en Pisa zit daar voor iets tussen. En de familie Malaspina. Deze familie die in de 13e eeuw aan de macht kwam heerste bijna vijf eeuwen over deze streek. De traditie wou dat elke zoon bij zijn huwelijk een kasteel cadeau kreeg.
De volgende dagen gaat het richting Cinque Terre, vijf dorpjes die zich vastklampen aan steile kliffen: Riomaggiore, Manarola, Corniglia, Vernazza en Monterosso. De dorpjes zijn allen autovrij en het best bereikbaar per boot. Het volledige gebied staat op de Unesco Werelderfgoedlijst.
Portovenere, aan de overkant van de Golfo dei Poeti en in de richting van de Cinque Terre, staat ook op die lijst. Portovenere is met zijn pastelkleurige huizen, de zwart-wit gestreepte kerk San Pietro op een uitspringende klif en het castello dat boven het dorp uit torent, één van de meest romantische dorpjes aan de Ligurische kust met een hoog prentkaartgehalte.
De boottocht langs de Cinque Terre is ronduit spectaculair. We varen langs hoge kliffen met kasteeltorens, ronde heuvels met hier en daar een huis en natuurlijk de haventjes van de Cinque Terre. Alleen het hoger gelegen Corniglia heeft geen haven, maar het uitzicht is adembenemend. Wij varen helemaal tot het laatste dorp Monterosso.
Daar gaan we aan wal voor een wandeling naar Vernazza. De Cinque Terre zijn verbonden door wandelpaden die door de bergen slingeren. Deze oude muilezelpaden bieden verrassende uitzichten op de kliffen en de zee. Toch is het er niet aangenaam wandelen.
De Cinque Terre worden overspoeld door toeristen en zelfs in juni als het seizoen nog moet beginnen, is het al drummen op de sentiero azzuro. Zelfs de toegangsprijs tot het wandelpad (7,5 euro per persoon) houdt niemand tegen. Ook de dorpjes die nog een zweem van authenticiteit uitstralen, worden onder de voet gelopen. Later ontdekken wij in de heuvels van Lerici gelijkaardige wandelpaden met even spectaculaire zichten maar veel rustiger.
De volgende dagen zijn we in de ban van het marmer. We rijden rond de Monte Altissmo heen, in het hart van de Apuaanse Alpen. Paus Leo X, een zoon van Lorenzo de Medici gaf de exploitatie van de berg in handen van Michelangelo, die hier de marmerblokken uitkoos voor zijn beelden.
Het stadje Pietrasanta (heilig gesteente) heeft zijn naam te danken aan het fijne marmer dat in de streek gewonnen werd. Sinds 1960 ontvangt Pietrasanta beeldhouwers uit de hele wereld. In 2015 is Igor Mitoraj met zijn monumentale beelden te gast.
Maar de hoofdstad van het marmer is Carrara. Hier wordt de witste marmer gewonnen sinds eeuwen zowel in open marmergroeven als binnen in de berg. Wij bezoeken de groeven van Fantiscritti. De mijn ligt 600 meter diep in de berg. Met Marmotour doen wij een begeleide tocht door echte witmarmeren ondergrondse kathedralen.
De organisatie stelt een sweater, hesje en helm ter beschikking. In de berg is het constant 15 °C, buiten 33° C. Uit de groeve worden marmerblokken gehaald tot 11 meter lang en een gewicht van 60 ton.
Veel marmer ook in de Noord-Toscaanse stad Lucca.
Men zegt dat Lucca de aantrekkelijkste stad is van Toscane. Wij kunnen niet anders dan dat te bevestigen. Binnen zijn muren heeft Lucca zijn middeleeuwse structuur behouden. Het straatbeeld met zijn paleizen, stadstorens, gebeeldhouwde wapenschilden en kunstig bewerkte poorten oogt heel harmonieus.
Monumenten zijn er te veel om op te noemen maar zeker te vermelden zijn de Duomo di San Martino, de Chiesa di San Frediano, de Chiesa di San Michele in Foro, het Piazza dell’Anfiteatro en de Via Fillungo.
Besluiten doen wij met de woorden van de Engelse dichter John Keats : ‘A thing of beauty is a joy for ever’.
Leuk geschreven artikels met de gedichten in verwerkt! Het neemt je een beetje mee op reis 🙂 ! Leuke foto’s die mooi aansluiten op jouw artikel!