Turijn of Torino op zijn Italiaans
Turijn was eeuwenlang de hoofdstad van de hertogen van Savoye en toen Victor Emmanuel koning werd, is Turijn zelfs even hoofdstad van heel Italië geweest. Die glorietijd heeft nauwelijks vijf jaar geduurd, want men koos uiteindelijk voor Rome.
Turijn was jarenlang ook de stad van het automerk Fiat, waardoor het een ietwat kwalijke reputatie kreeg van groezelige industriestad.
Vergeet dat imago, want ter gelegenheid van de Olympische winterspelen in 2006 heeft de stad een ware facelift ondergaan. De stad straalt zowaar een koninklijke grandeur uit, met grandioze pleinen en ontelbare statige paleizen.
Bijna alle privé verkeer is resoluut uit het centrum verbannen en de historische wijken zijn vandaag een paradijs voor wandelaars, het is een stad om te flaneren, niet onder de bomen, maar onder de kilometers lange overdekte gaanderijen met ontelbare winkeltjes en terrassen.
Turijn ligt aan de voet van de Alpen, het kan er ’s winters flink koud zijn en ’s zomers bloedheet. En in de herfst is een regenbui ook niet ongewoon. Maar geen nood, je loopt altijd beschut onder de hoge zuilengalerijen die vanuit het koninklijk paleis uitwaaieren naar alle richtingen. Ze zijn gebouwd door de Koningen van Savoye, omdat die niet graag in de regen of de zengende zon liepen te paraderen.
De langste stratengalerij is de Via Po die helemaal tot aan de rivier loopt. De colonnades zijn niet alleen wandelstraten, het zijn ook overdekte terrassen. Je kunt er gezellig op een beschut plekje plaatsnemen om een kopje koffie te drinken of een hapje te eten.
Je komt langs een eindeloze rij met exclusieve boetiekjes, antiquairs, banketbakkers en delicatessenzaken. Onder de arcades staan – net zoals overal in Italië – de hele dag door nette, bejaarde heertjes te kletsen en te gesticuleren.
Tijd voor je eerste koffie, en dat doe je best in één van de talrijke historische cafés. Bijna mooier dan de cafés in Wenen, ze dateren eveneens uit het einde van de 19de eeuw toen er een echte Europese cafécultuur was ontstaan.
Doe zoals de Italianen, drink je espresso aan de toog en kies er een verrukkelijk luchtige koffiekoek bij. Ga je zitten, dan zul je voor je kopje wel ongeveer het dubbele betalen, maar dan zit je ook in je reinste belle epoque, met veel pluche en damast, extravagante spiegels en kristal. En je kunt in alle rust een krant lezen. La Stampa, de stadskrant van Turijn, is alomtegenwoordig.
Aan de Piazza San Carlo liggen Caffé Torino en Caffé San Carlo, twee koffiehuizen die in deze barokke stijl zijn aangekleed en die je gezien moet hebben. Baratti&Milano is discreet verborgen in een hoek van de galerij rond de Piazza Castello.
Een ander beroemd café is Bicerin, en hier is chocolademelk de specialiteit. Ze serveren het in een glaasje: eerst een laagje hete koffie, daarop een laagje warme chocolademelk en daar nog bovenop een flinke dot room. Maar er zijn nog tientallen andere koffiehuizen in de stad, zoals Fiorio, Mulassano of Avignano.
Chocolade en Turijn, wij Belgen zullen het niet graag horen, maar het zijn de Turijnse banketbakkers die de chocoladerepen hebben uitgevonden, de chocopasta en het chocolade-ijs. In 1935 verkocht Gelateria Pepino, aan de Piazza Carignano zijn eerste pinguino, een bolletje ijs omgeven door een krokant laagje chocola op een stokje geprikt, de frisco was geboren.
Beroemd is de giandujotto, een verrukkelijke praline met hazelnootjes verpakt in een gouden papiertje. Guido Gobino aan de Via Lagrange is één van de beste chocolatiers ter wereld, en de zaak is zo florissant dat ze op zaterdagmiddag sluit.
In 1997 werden 23 gebouwen van het koninklijke Savoye erfgoed in Piemonte op de monumentenlijst van de Unesco gezet en voor de restauratie hebben de Europese Unie en de Italiaanse staat diep in de geldschuif getast. Meest spectaculaire renovatie gebeurde in La Venaria Reale.
Lodewijk 14 had zijn Versailles maar ook de Koningen van Savoye hadden een indrukwekkend paleis net buiten de stad, met uitgestrekte tuinen, beelden en fonteinen, een renbaan, oranjerie en kapel. Twee eeuwen verkommerde het gebouw, terwijl het onderdak bood aan het Italiaanse leger.
Van de barokke inrichting is niets meer over, Napoleon heeft de hele inboedel per opbod verkocht aan de joodse bankiers om er zijn Italiaanse veldtocht mee te financieren. Mét de goedkeuring van de Turijnse bevolking, zo geliefd was het verkwistende Huis van Savoye nu ook weer niet in die tijd. Dankzij de indrukwekkende restauratie en heel veel geld is het gebouw weer opengesteld voor het publiek, en de Italianen zijn dol op deze koninklijke vergane glorie.
Aperitiefcultuur is hier tot een waar eetfestijn verheven. Mijnheer Martini, de man die de vermout heeft uitgevonden, is geboren in Turijn. Maar ook Cinzano, Carpano en Punt é Mes hadden een fabriek in de stad.
En bij een aperitief horen lekkernijen, zoals bruschette en frittata, belegde toastjes en zoute, gevulde taartjes, gevulde pepertjes en courgettebloempjes… Rond halfzeven ’s avonds maken in alle cafés van de stad de gebakjes plaats voor een onvoorstelbaar rijk aanbod van aperitiefhapjes, de hele toog staat vol. Je betaalt 8 tot 10 euro voor je drankje en dan ga je kiezen wat je erbij wilt eten, à volonté.
In Turijn bepaalde het koninklijke hof de eetcultuur, en daarom zijn pizza’s en pasta’s hier niet toonaangevend. In Piemonte houden ze van vlees, en een nationaal gerecht is carne crudo, onze filet américain zeg maar, op smaak gebracht met een vleugje olijfolie en schijfjes parmezaan.
In de herfst krijg je er nog wat wolkjes witte truffel bij. Van de Ligurische kust wordt ansjovis ingevoerd en die gepekelde visjes verwerken ze werkelijk in alle mogelijke gerechten, van sausjes tot vermengd met groente- en vleesgerechten. Witte truffels, Barolo- en Barbarescowijn, spumante, chocolade en koffie.
Kortom,Turijn is echt een stad voor gastronomen. “Wij hebben het allemaal uitgevonden,” zo zeggen ze daar, “maar de anderen zijn met de reputatie gaan lopen.” En dat geldt ook voor het Italiaanse dessert bij uitstek, de sabayon, want wie weet nog dat dit een typisch Turijns dessert is?
Vanuit België bereik je Turijn al na 1 dag rijden met de wagen, vlieg je liever, geen nood want diverse maatschappijen vliegen ons van Brussel of Charleroi naar Turijn voor weinig geld.
Als je alleen de stad bezoekt heb je geen wagen nodig, maar het zou zonde zijn om de rand van Turijn niet te bezichtigen, een auto huren is dan aangewezen.
Veel plezier in de prachtige stad Turijn
Laat ik nu een choco-holic eerste klas zijn. Turijn here i come. Thx Denise
Eerlijk gezegd heb ik nog nooit eerder gedacht aan een citytrip naar Turijn. Maar jij laat me nu wel watertanden. Dankjewel, Denise voor de tip.