Lissabon: kleuren en keien in overvloed
Tegen ons principe als reisagent in, boeken we een appartementje en vlucht via Expedia. Gezien het toch wel grote prijsverschil met andere maatschappijen, nemen we het risico met Ryanair te vliegen. Van de voorspelde annulaties in november is er gelukkig geen sprake. De zusjes laten het grijze, koude België achter voor een hopelijk iets aangenamere temperatuur.
Wat ooit de kleine luchthaven van Eindhoven was, is ondertussen het vertrekpunt voor vele Belgische en Nederlandse reizigers. Verschillende low-cost maatschappijen, waaronder Ryanair, Transavia en Wizz Air, bedienen het vliegveld en vliegen je naar meer dan 75 bestemmingen.
Het is een erg vroege vlucht dus voor de helft van de tijd bevinden we ons in dromenland. Bij aankomst is de wind nog wat fris, maar klagen doen we niet. We hadden de pech onze handbagage te hebben moeten afgeven bij vertrek door een relatief volle vlucht, waardoor we wat tijd verliezen aan de bagageband.
De goed uitgebouwde metrolijn brengt ons al snel naar het hartje van de stad. Eén tip: doe geen hakken aan als je van plan bent meteen een wandeling te doen. De wegen en zelfs voetpaden bestaan uit dikke keien waardoor je al snel blijft steken of je enkels omslaat.
De poetsvrouw is nog bezig met ons appartement op de benedenverdieping op te kuisen dus droppen we onze trolleys in de daarvoor voorziene lockers en doen onze warme winterjassen uit alvorens de deur uit te gaan. We gaan op zoek naar een supermarkt om inkopen te doen zodat we ook een keer gebruik maken van ons keukentje.
Als bij toeval bevindt de dichtstbijzijnde Portugese Pingo Doce zich aan de voet van Castelo de Saõ Jorge. Met de lift komen we uit in een steegje dat doorloopt tot aan de poort van het kasteel. Vanuit elk punt en vanuit elk torentje heb je een weids (en vandaag licht bewolkt) uitzicht over de stad en de rivier de Taag.
Na een bezoek aan de supermarkt installeren we ons in ons modern Ikea-appartement. Met de wandelkaart in de hand vertrekken we voor een wandeling langs de bekendste bezienswaardigheden. Via de Praça dos Restauradores komen we uit bij de Ascensor de Glória met haar welbekend geel trammatje dat de steile weg naar boven vergemakkelijkt.
Zo fit en gemotiveerd als we zijn (we zijn duidelijk nog maar net vertrokken), maken we de beklimming te voet, passerend langs verschillende graffiti kunstwerken. Hobbelende straten leiden ons van het één uitzichtpunt naar het ander, van het één gezellig pleintje omringd door oude, gekleurde gebouwen, naar het ander.
Uiteindelijk komen we uit in de moderne wijk Chiado, waar etalages van internationale kledingwinkels de straten sieren. We laten ons verleiden door het Convento do Carmo, ruïnes verlicht in de schemering van de avond die valt. De volgende ochtend wandelen we vanaf Praça Rossio richting het grote plein Praça do Comércio, gelegen aan de rivier.
De wind waait stevig en blaast ons weg. We zoeken dekking in de Mercado da Ribeira. De geur van verse, rauwe vis waait ons tegemoet en allerlei soorten groeten en fruit liggen uitgestald. In de aangrenzende, supergezellige hal bevinden zich kleine kraampjes met ieder zijn eigen specialiteit. We nemen een vroege lunch bestaande uit de meest verse sushi die we al aten en Pastéis de Bacalhao.
Een treinritje van zeven minuten, meer heb je niet nodig om vanuit de stad in Belém te geraken. Het roze paleis pronkt in de straat en wat verderop torent het Mosteiro dos Jerónimos boven alle andere gebouwen uit. Het wemelt er ten opzichte van de zomer niet van de toeristen.
Enkele klassen snuiven wat van de lokale cultuur en geschiedenis op. Een enorm balkon biedt uitzicht op de binnenkant van de Santa Maria kerk, waar onder andere de bekende ontdekkingsreiziger Vasco da Gama te rusten ligt.
We zetten onze ontdekking verder en wandelen richting de befaamde Torre de Belém, die net als het Hiëronymietenklooster deel uitmaakt van de UNESCO Werelderfgoedlijst. Etage per etage stijgen we richting de top van de verdedigingstoren en net als we de top bereiken valt de regen met bakken uit de lucht.
We schuilen in de toren tot de regen wat afneemt en banen ons in sneltempo een weg naar het restaurantje waar de Pastéis de Belém op ons liggen te wachten. Door de regen is het er vrij druk en moeten we eventjes aanschuiven vooraleer we een tafeltje krijgen toegewezen.
Een bladerdeegkoekje gevuld met pudding en een koffie om bij op te warmen, de ideale pauze bij dit opeens slechte weer. Natuurlijk kan je dit wel verwachten wanneer je er voor kiest om eind november een citytrip te maken, zelfs in het zuiden van Europa. Het lijkt niet meer te beteren dus besluiten we de trein terug te nemen en zelf ons potje te koken.
Black Friday, bekend voor grote kortingen en acties in de etalages van bijna elke winkel. Maar eerst maken we tijd om de onderwaterwereld van het Oceanário waar te nemen. Een grote cilinder speelt de hoofdrol van het aquarium en is de thuisbasis voor vele vissoorten, groot en klein, haaien, roggen en de gekke “Ocean Sunfish”, een vis zo rond als de zon met haar vinnen bovenop en onderaan haar lichaam.
Verder is de expositie verdeeld per regio/oceaan/zee. Schattige otters dobberen in het water, kwallen lijken ingespoten met neonvloeistof en de gekste reptielen en amfibieën staren ons van achter het glas aan.
Het gegrommel in onze maag maakt ons attent op de tijd en we zoeken iets om te eten. Met een overvol gevoel slenteren we door de winkels van het dichtstbijzijnde Vasco da Gama winkelcentrum, tegenover het Oriente treinstation. Dit is duidelijk het meer moderne, business gedeelte van de stad en we worden (gelukkig) niet platgelopen door koopjesjagers.
Zelfs zonder de koopjes zijn de kleren hier (behalve in de merkenwinkels) erg betaalbaar. Vooral Jana keert met een meerdere zakjes terug naar het appartement.
Vrijdagavond lijkt ons het ideale moment om wat mee te krijgen van de lokale uitgaanscultuur. Online vonden we een volgens TripAdvisor leuke cocktailbar, die uiteindelijk nogal afgelegen lijkt te liggen. Op het eerste zicht lijkt de bar gesloten, maar de gesloten gordijnen zorgen voor het intieme, donkere karakter binnen.
De cocktails zijn niet extreem duur en de kaart is eindeloos. Na ons eerste glas gaan we toch verder richting de Bairro Alto, en het is meteen duidelijk dat we hier wel goed zitten. Het ene “café” na het andere, garçons slaan ons met happy hours om het hoofd, en de straten zijn gevuld met jongeren die op hun gemakje met een beker bier in de hand rondslenteren. Je leest het goed, hier is alcohol op straat geen enkel probleem, zo lang je je gedraagt natuurlijk.
De volgende ochtend is het al vroeg dag, zeker voor op vakantie te zijn. Onze laatste dag wijden we toe aan een bezoek aan Sintra, op een treinrit van zo’n 40 minuten van Lissabon. Gelukkig vertrekken we op tijd, want blijkbaar laat onze research en voorbereiding te wensen over.
Net op tijd beseffen we dat het treinstation niet bij het metrostation ligt en door enkele misverstanden verdwalen we een beetje bij aankomst in het dorp Sintra. Door verschillen in het uurschema verkregen via diverse kanalen, missen we zelfs de eerste hop on hop off bus, de voor ons makkelijkste manier om de verschillende kastelen te bezoeken.
Het eerste kasteel ligt op een tiental minuten wandelen, maar we geraken aan de praat met een jonge gast van de organisatie en nemen uiteindelijk de drie minuten durende rit naar Quinta da Regaleira.
Een enorm natuurdomein met praktisch onaangetaste overblijfselen van de gebouwen, ze zijn enkel wat groen uitgeslagen door het mos dat hen bedekt. Tot diep in de grond kronkelen bronnen en ondergrondse gangen brengen je van de ene grot naar de andere. Pas op voor je hoofd, of gebruik een zaklamp want het is er erg donker.
Onze volgende halte is Cabo da Roca, het meest westelijke punt van het Europese vasteland. Het weer buiten is erg druilerig en onze chauffeur biedt aan enkele minuten te wachten zodat we geen uur in dit weer moeten blijven rondslenteren.
Vooral niet te missen is het Paleis van Pena, dat lijkt op een snoepjespaleis door de met felle kleuren beschilderde muren. De met houten krullen versierde plafonds binnenin zijn werkelijk prachtig. Spelbreker van de dag is de mist… Vanop het balkon zou je een weids uitzicht hebben op het omringende park, en heel even klaart het op waardoor een tipje van de sluier wordt gelicht, maar verre uitzichten zijn ons vandaag niet gegund.
Dit maakt gelukkig niet dat het geen bezoek waard was. Het enige spijtige aan de hop on hop off bus is de frequentie. Je hebt net iets meer dan een uur nodig om een kasteel te bezoeken, maar de bus stopt maar één keer per uur waardoor je veel tijd verliest, wachtend op de bus. Een huurauto is voor ervaren chauffeurs ook een optie, maar de wegen zijn erg smal en steil waardoor dit niet voor iedereen de beste oplossing is. Ook het prijskaartje speelt hier uiteraard een rol.
We dineren nog een laatste keer in een lokaal restaurantje in de stad om vervolgens ons koffer klaar te maken en de volgende ochtend terug naar huis te vliegen. Een toffe stad dat van alle markten thuis is en hoewel er zo nu en dan wat regen valt, is de temperatuur er ook in november nog erg aangenaam.