Marrakech: een smaakvolle metropool omringd door natuurlijke schoonheid
Sneeuw, regen en een zure wind. Niet direct redenen om in België te blijven. Gelukkig bestaan er nog plekken op onze aardbol met een iets zachtere winter, zoals bijvoorbeeld Marrakech. Met een veel te grote valies voor vier dagen trek ik naar één van de voor mij leukste plekken van het land. Nadat ik mijn bagage aan de bagagisten heb toevertrouwd, ontmoet ik Iris, die ons via haar plaatselijke DMC uitnodigde voor deze famtrip.
Met drie vrouwelijke “concullega’s” van verschillende bureaus over heel Vlaanderen ga ik op ontdekking. Een half uur voor op schema zetten we voet aan Marokkaanse grond in de prachtige Menara luchthaven, die de deuren van haar nieuwe terminal in 2016 pas opende. Aan de fast track paspoortcontrole wordt mijn paspoort weer een stempeltje rijker. Na een hartige ontvangst nemen we plaats in de discobus met leder beklede zetels.
Het Radisson Blu Hotel, onze stek de komende drie nachten, is een loungy hotel met een retro interieur en pastelkleurig décor, dat haar deuren nog geen jaar geleden opende. Hotelpersoneel in geruite hemdjes begeleidt ons naar onze kamers op de vierde verdieping. Bij het openen van de deur is er zelfs geen bed te bespeuren.
Een immens bed, dat pas om de hoek tevoorschijn komt, nodigt uit om meteen onder de wol te kruipen, maar we worden snel weer verwacht voor een eerste ontmoeting met de medina. Al vanuit de verte komen allerhande geluiden op ons af, een ambiance die niet te negeren valt. Marktkramers verkopen vol passie hun lokale specerijen, gedroogd fruit, olijven en gerechten.
Tip: ga enkel daar eten waar je locals ziet, dan ben je zeker dat je lekker eten opgediend krijgt. We nemen pauze op het enige terras rondom het Djemaa El Fna plein met een alcohollicentie, om vervolgens door de smalle steegjes een weg te vinden naar het restaurant van vanavond.
Massieve poorten sieren de muren van de gebouwtjes. Op sommige van hen vind je niet één, maar twee deurknoppen. Zij die de onderste knop gebruiken om aan te kloppen, zijn bekenden; maar als iemand aanklopt met de hoogste knop, weet de bewoner dat het om een vreemde gaat. Het is zo eens wat anders als een klein doorkijkgaatje.
We klimmen door een klein deurtje en voor we het beseffen staan we op de patio van een klein paleis, het Gharnata Palace. Witte mozaïeken en een rood interieur omringen ons. Na een kleine rondleiding schuiven we onze voeten onder tafel. Een selectie aan Marokkaanse salades, verdeeld over kleine kommetjes, worden in een cirkel op tafel gezet.
Van zodra het voorgerecht van tafel is, komt men af met drie immense tajines, elk gevuld met de meest heerlijke smaken en ingrediënten. Om de beurt schept de ober wat van het gewenste gerecht op ieders bord, we lijken wel prinsessen. Met onze eerste impressies in gedachte, kruipen we onder de wol.
Niets zo zalig als ontwaken met het meest uitgebreide ontbijt dat je je kan wensen. Een versgebakken omeletje, allerhande broodjes, viennoiseries, soorten kazen en beleg, maar ook yoghurt met fruit, groentesalades en Marokkaanse pannenkoekjes.
De zonnestralen prikkelen op onze huid en we bezoeken de minaret die prachtig staat te pronken in het midden van de stad. Per “calèche”, een koets voortgetrokken door twee paarden, verkennen we alle uithoekjes van Marrakech.
Het prachtige Bahia Paleis laat ons niet onverschillig en Yves Saint Laurent bezorgde Marrakech een romantische tuin met een uitgebreide selectie boom- en plantensoorten; van metershoge cactussen tot palmbomen. Tijdens de lunch krijgen we de lokale balletjes in tomatensaus opgediend en ik moet eerlijk toegeven dat er hier toch net dat beetje meer smaak aan zit.
Aan de Marokkaanse kruiding valt niet te tippen. We profiteren van de locatie van het restaurant om te verdwalen in de souks, een echt doolhof als je hier alleen rondloopt. Alle kleuren en geuren, de één beter te verdragen dan de ander, komen je tegemoet. Foto’s maken is niet altijd toegestaan. De plaatselijke slotenmaker is er niet mee opgezet, maar zijn sloten zijn zo indrukwekkend en lijken uit een sprookje te komen, dat sommigen het toch proberen.
Bij aankomst in het hotel besluiten Julie en ik het (verwarmde) buitenzwembad uit te proberen. We voelen ons als vissen in een aquarium door de doorzichtige, glazen wanden. Vanavond gaan we voor een iets meer trendy, internationaal diner, want ook hieraan geen gebrek.
Een frisse cocktail in restaurant Bo & Zin met een gezellig, loungy karakter en een prachtige tuin om in de zomer je maaltijd te nuttigen; om vervolgens in Lotus Club van een heerlijke keuken te genieten. Het dessert nemen we uiteindelijk in Le Comptoir Darna, waar vrouwen met kaarsen op het hoofd tussen de tafels door dansen. Een jonge vrouw durft zich zelfs bovenop onze tafel te wagen om eens goed met haar heupen te schudden – wat een ritme en lichaamscontrole!
Deze ochtend ontbijten we op verplaatsing. We zijn vroeg uit de veren en stappen rechtstreeks vanuit bed de 4×4’s in. Al snel laten we de stadsdrukte achter ons en worden de straatjes naarmate dat onze rit vordert smaller. De uitzichten worden steeds weidser, nooit gedacht dat de nabije omgeving van Marrakech zo’n mooie landschappen te bieden had.
Zo’n 45 minuten later arriveren we in een minuscuul berberdorpje. Kussentjes liggen uitgestald en de huisman van het dorp toont ons de originele manier om een traditionele thee klaar te maken. Wist je dat het suikergehalte van de thee je duidelijk maakt hoe welkom je bent bij je gastvrouw of -man?
Toch is het typische ontbijt hét hoogtepunt van die ochtend: drie soorten huisgemaakt brood die eerder op grote shoarmabroodjes lijken, argan- en olijfolie, boter en honing om het brood in te dippen en last but not least… een vers omeletje met tomaatjes, bereid in de tajine. Magnifiek. Nog even nemen we afscheid van de dromedarissen en vervolgen we onze weg.
Al snel houden we opnieuw halt, om een nieuw transportmiddel in gebruik te nemen. Een zestal dromedarissen wachten knielend op ons. Met een klein hartje klimmen we op deze metershoge beesten. Al hobbelend schudden ze ons door elkaar, hier en daar struikelen ze over hun eigen poten. Uiteindelijk brengen ze ons veilig naar een kamp in opbouw dat permanent ter beschikking zal zijn voor wie een nacht onder de sterren wil doorbrengen.
We kiezen terug voor de stabiele 4×4’s voor de rest van de tocht en deze keer kruipen we zelf achter het stuur. Tussen, op en over de zandige heuvels, met een stevige beat op de achtergrond – heerlijk. Al snel nemen de chauffeurs het stuur terug van ons over en scheuren ze door de haarspeltbochten alsof er geen tegenligger kan komen.
Het lijkt wel een Amerikaanse film waarin twee dikke, zwarte wagens door de dorpjes scheuren, terwijl de lokale bevolking zich verplaatst per ezel. De wegjes naar ons middagmaal worden wat rocky en we schakelen weer over op een ander vervoersmiddel: de ezel. Met een schuldgevoel kruip ik op de rug van het dier, gelukkig is het een stevige meneer en een stuk groter dan de ezels die we thuis kennen.
Over de stenen en door de sneeuw, jawel er ligt hier inderdaad sneeuw, komen we aan de toegangspoort van Kasbah Tubkal. Vanop het terras kijken we uit op de besneeuwde bergtoppen en de hoogste berg van het land. Om de ezeltjes te besparen en al dat eten deze middag een beetje te rechtvaardigen, stappen we terug richting het dorp om naar de laatste halte van de dag te gaan.
Via een zandweggetje komen we aan op de site van Terres d’Amanar. Een death ride van 316 meter lang, meteen ook de langste (en enige) in Noord-Afrika, een hoogteparcours tussen de bomen en een collectie aan degelijke mountainbikes… De activiteiten zijn hier onuitputtend. Met zicht op de bergen langs alle kanten van de piste, slaap je met al te veel plezier in één van de ingebouwde tenten.
Alvorens naar het laatste restaurant te vertrekken, worden we uitgenodigd op een geheime locatie. Na een hobbelig zandwegje komen we aan op de set van 1001 nacht, zo lijkt het alleszins toch. Een rode loper ligt uit, verlicht met brandende lantaarns. Schijnwerpers belichten de palmbomen als in een film.
In het restaurant, terug in de Medina, komen we onderling overeen dat we maar enkele gerechten uitkiezen en deze onder ons allen zullen verdelen. Op die manier kunnen we toch van alles proeven, zonder ons in een coma te eten. We checken de laatste dag meteen uit en ontbijten in een enorme Riad in het midden van de Medina. Verschillende zwembaden, een spa en een groot terras, zijn maar enkele van de hoogtepunten van dit hotel.
Om het verschil te zien, houden we nog even halt in een kleinere, maar daarom niet minder indrukwekkende Riad, om vervolgens naar de luchthaven door te rijden. Bij aankomst in Brussel beseffen we dat het eigenlijk toch niet zo koud was in Marrakech en moeten we ons weer aanpassen aan de vrieskou.
Wie zich graag in een andere cultuur en wereld waant op maar drie uur vliegen van Brussel, is Marrakech de perfecte bestemming. Een aangenaam klimaat, kleurrijke gebouwen, heerlijke smaken en vriendelijke inwoners maken het plaatje compleet.
14 reacties