Met politie-escorte op reis
Het is bijna vijftien jaar geleden . De computer en het internet waren al gemeen goed, de smartphone en sociale media nog niet. Fotograferen deden we nog analoog: filmrolletjes werden voor ontwikkeling bij de fotograaf binnen gebracht en enkele dagen later kon je de afdrukken afhalen. Toch stond het digitale tijdperk voor de deur.
Ook een GPS behoorde (nog) niet tot de standaard auto-uitrusting. Ons reisdoel in 2003 was Sardinië en onze vlucht vanuit Brussel zou om 19 uur 30 in Cagliari landen. Omdat we een vakantiewoning geboekt hadden in het noorden en dus nog 240 kilometer voor de boeg, hadden we een overnachthotel geboekt in Cagliari.
Maar een staking van de verkeersleiders kwam roet in het eten strooien en we landden maar tegen middernacht in Cagliari. Net op het moment dat het kantoor van het autohuurbedrijf de deur wou sluiten, konden we onze huurauto ophalen.
Via de routeplanner hadden we alles mooi uitgekiend, maar we moeten een verkeerde uitrit genomen hebben, want plots stonden we in het centrum van Cagliari. Niemand te zien op straat, ook een politiekantoor dat we passeren, is gesloten.
Meer naar het stadscentrum toe, wordt het verkeer drukker. Het is zaterdagavond en we mengen ons in het uitgaansverkeer. Plots stoten we op een blokkade van de carabinieri. ‘Documenti prego’. We tonen de autopapieren en onze identiteitskaart en de reden waarom we daar verzeild zijn.
Tot onze verbazing wordt de blokkade opgeheven en manen twee politiemotards ons aan hen te volgen. Na een halfuurtje (we waren helemaal aan de andere kant van de stad beland) draaien ze de parking van het hotel op.
Domi de janas
Geef toe, een vakantiestart die kan tellen. Zonder verdere ongelukken komen we aan in Valledoria, een dorp aan de Costa Doria. We logeren op honderd meter van het brede, witte zandstrand.
Sardinië is na Sicilië het grootste eiland in de Middellandse Zee. Het is echter helemaal anders dan Sicilië of zelfs Italië.
De geschiedenis van Sardinië gaat terug tot de prehistorie. Sicilië heeft zijn vallei van de tempels (Griekse tempels waarvan de meeste uit de vijfde eeuw voor Christus) Sardinië zijn nuraghi (afgeknotte torens van opeengestapelde keien die het landschap beheersen). Deze bouwsels dateren uit de bronstijd.
Er zijn er nog zo’n zevenduizend van bewaard. Wij bezoeken enkele indrukwekkende sites zoals het santuario prenuragivo di Monte d’Accodi, de necropolis Anghelu Riu, de nuraghe Albucciu en de Tombe di Giganti. Deze hunebedden waren prehistorische begraafplaatsen.
Men verzamelde er de botten van de overledenen en als het graf ‘vol’ was, sloot men het af met grote platte stenen, met onderaan een kattenluik om de geesten te laten ontsnappen. Ook de ‘domi de janas’, letterlijk vertaald ‘feeënhuizen’ waren begraafplaatsen, uitgehouwen in de rots.
Wij zagen er enkele merkwaardige zoals Il toro en Rocco dell’Elefante, domi de janas in de vorm van een stier en een olifant. Stenen overigens genoeg in het bergachtige Sardinië. In de Valle de la Luna rijdt je door een echt maanlandschap bezaaid met enorme granieten keien.
Indrukwekkend is ook de Grotta di Nettuno. Je raakt er alleen via de zee of langs de Escala del Cabriol, een 650 treden tellende trap uitgehouwen in de rotsen. De grot is niet alleen speciaal door zijn stalactieten en –mieten maar ook door zijn kleuren.
Zeewijding
Niet alleen de prehistorie heeft duidelijke sporen nagelaten in Sardinië, ook veel middeleeuwse gebouwen zijn nog intact, waaronder heel wat kerken. Er is zelfs een ‘kerkenweg’ die de meest interessante kerken en kerkdorpen aandoet.
Bijzonder mooi is de 12e -eeuwse romaanse Basilica della SS.Trinita di Saccargia. Deze kerk met zwarte basalt- en witte kalksteenstroken staat helemaal alleen in een open landschap. De legende vertelt daarover dat een koe op deze plaats gewend was te knielen om de monniken van de nabijgelegen abdij toe te laten haar te melden. Koeien sieren de gevel van de kerk.
Sardinië heeft ook pittoreske dorpen zoals Castelsardo, een versterkte stad op een rots, Porto Torres, het ‘beschilderde’ dorp Bessude, het grotere centrum Alghero en het kleurrijke vissersdorp Stintino.
In dit dorp waren we getuige van de ‘zeewijding’.
De inwoners in geborduurde en gekleurde folkloristische kostuums (elke wijk heeft zijn eigen kostuum) begeleiden in processie het beeld van Maria door de straten van het dorp naar de haven waar de schepen worden gewijd.
Het binnenland van Sardinië oogt ruig en mysterieus, de kust open en vriendelijk. Wij maken kilometers lange wandelingen langs onmetelijke witte stranden. Een heel ander kustlandschap zien we als we de boot nemen naar La Maddalena, grootste eiland van de gelijknamige archipel.
Hier geen brede stranden maar knusse baaitjes tussen granietrotsen en azuurblauw tot smaragdgroen water. Deze streek wordt ook wel eens de ‘Caraïben van Europa’ genoemd. Mooie witte stranden, een boeiende geschiedenis, merkwaardige landschappen en dorpen met karakter. Sardinië was in 2003 toeristisch nog niet zo in trek. Benieuwd of dat nog zo is.