De Vaucluse, ‘la plus douce France’
Donkere dagen, miezerige motregen de hele dag, af en toe een gure wind, een mens wordt voor minder depressief. Wat helpt naar mijn ondervinding, is een reisverhaal schrijven. Je herbekijkt vergeten video’s en foto’s en herbeleeft zonnige momenten. Die beleving heb ik als ik terugdenk aan onze vakantie in de Vaucluse, het hart van de Provence.
Wij verbleven in een gîte in Mazan, een dorp in de schaduw van de Mont Ventoux. Onze vakantiewoning is een gerestaureerde cabanon midden de wijngaarden op een twee kilometer van het dorp. ’s Morgens met de fiets naar het dorp rijden om croissants, het heeft iets.
De wijngaarden rond onze cabanon maken deel uit van Les Vignerons de Canteperdrix, een AOC Côtes du Ventoux. Eén van onze eerste uitstappen was dan ook een bezoek aan de Cave de Canteperdix in het dorp. Wij proeven (en kopen) enkele heerlijke rosés, waaronder een Marquis de Sade. Blijkt dat de vader van de beruchte markies geboren werd in een kasteel in Mazan.
De markies zelf zou er enkele markante ‘feestjes’ gegeven hebben en er het eerste theaterfestival van Frankrijk georganiseerd hebben in 1772. Het kasteel bestaat nog en herbergt nu het viersterrenhotel ‘Chateau de Mazan’. Maar de wijngeschiedenis van Mazan gaat nog veel verder terug, weet men ons in de cave te vertellen.
In Mazan werden Romeinse wijnkruiken opgegraven en uit de geschriften van Caesar zou blijken dat Mazan de oudste wijngaard was van Gallië. In de buurt van Mazan liggen nog meer authentieke dorpen. Pernes-les-Fontaines is er één van.
Het oogt als een geschiedenisboek met zijn middeleeuwse torens en veertig fonteinen. Nauwe straatjes, een Tour de l’Horloge en eeuwenoude fresco’s van veldtochten op de Tour Ferrande maken het plaatje compleet.
Even voorbij Pernes-les-Fontaines baant de rivier de Nesque zich een weg door de kalkbodem van het plateau van de Vaucluse. Zo vormt zich de Gorges de la Nesque. Het Belvédère de Castelleras zou een schitterend uitzicht bieden op de opeenvolgende kloven en de steile Rocher du Cire, maar wij hebben de verkeerde dag voor deze uitstap gekozen.
Het regent en het landschap ligt in de nevel. Ook de geplande wandeling langs de Sentier botanique des Gorges de la Nesque valt in het water. De volgende dag schijnt de zon weer volop. Wij halen onze fietsen uit voor een tocht door de tuin van het Comtat.
Deze fietstocht vertrekt uit de historische stad Carpentras door een tuinbouwstreek met wijngaarden, boomgaarden, aardbeien, asperges en meloenen. Het is juni en volop kersentijd. In godvergeten dorpen als Modène, Caromb en Aubignan komen de geuren van de Provence je tegemoet op de plaatselijke marktjes. Kenmerkend voor deze dorpen zijn hun kerktorens met gietijzeren omhulsel voor de klokken.
Stenen kantwerk
Centraal in het Comtat Venaissin liggen de Dentelles de Montmirrail. Het is een kalkstenen massief dat wandelaars, plantkundigen en alpinisten aantrekt. De naam ‘dentelles’ – kantwerk – verwijst naar de vorm van de bergketen.
De tocht naar de Col du Cayron is een stevige maar aangename wandeling langs een mediterrane begroeiing. Deze pas ligt te midden van de belangrijkste toppen van de Dentelles en is een oefenterrein voor alpinisten. De 100 meter hoge loodrechte wand is voor hen de uitdaging, maar niet voor ons. Wij zijn al tevreden met het prachtig panorama.
Op de terugweg bezoeken we nog het oude Vaison-la-Romeine. Blikvangers zijn de Romeinse brug, die er nog precies zo uitziet als tweeduizend jaar geleden en de vele Romeinse ruïnes.
Maar ons bekoort het meest de slingerende straatjes met onverwachte hoekjes en pleintjes met fontein en stokrozen.
Van Gogh
Een andere oude, charmante stad is Saint-Remy-de-Provence, eveneens met Romeinse ruïnes, boulevards met platanen en charmante straatjes. In de buurt van Glanum, een archeologische site met Romeinse tempels, een forum en thermen even buiten de stad, ligt het Monastère de St.Paul-de-Mausole. Dit voormalig klooster werd in de 18e eeuw een psychiatrische kliniek.
Het kloosterkerkje dateert uit de 12e eeuw. Vooral de kloostergang ernaast is een pareltje met prachtig versierde kapitelen. Van uit deze kloostergang zag Vincent Van Gogh de sterren voor zijn schilderij De Sterrennacht, dat nu in het Museum of Modern Art in New York hangt.
Van Gogh liet zich in dit klooster opnemen van mei 1889. Hij verbleef er een jaar en maakte in deze periode niet minder dan 100 tekeningen en 150 schilderijen, waarvan heel bekende zoals ‘De irissen’, ‘Landschap met cipressen’, ‘Korenveld met kraaien’.
Zijn kamer werd gereconstrueerd.bDe psychiatrie bestaat nog altijd en de patiënten kunnen er terecht in een therapeutisch kunstatelier. Natuurlijk staat ook de Mont Ventoux op de agenda. De dorpjes aan de voet van deze reus van de Vaucluse doen we met de fiets: Bédoin, Maulaucène en Saint-Estève.
Voor de beklimming van de Ventoux zelf passen we en nemen de auto. We rijden niet in één ruk naar boven. De Mont Serrein (1400 meter hoog) maakt deel uit van de Mont-Ventoux en is een beschermd gebied omwille van de bijzondere flora.
De sentier Jean Henri Fabre, genoemd naar de bekende Franse entomoloog, voert langs zeldzame planten en bloemen. Mooie doorkijkjes geven je een prachtig perspectief van het massief van de Ventoux. Een serieus contrast met de drukte aan de snoep- en souvenirkramen op de witstenen top van de Ventoux.
‘Rome’ van Frankrijk
De Vaucluse deelt de Luberon, een bergmassief van 60 km lang en 5 km breed met het departement Bouche du Rhône. Tegen de bergflanken liggen bekoorlijke dorpjes. Niet minder dan zeven dorpen prijken op de lijst van de ‘mooiste dorpen van Frankrijk’.
Roussillon is het meest speciale dorp door zijn kleurschakeringen van rood naar okergeel. En dat heeft te maken met het oker in de ondergrond. Sinds de oudheid wordt oker al gebruikt als grondstof voor verf. Nabij Roussillon bezoeken we de grootste okermijn van Europa: de Colorado de Rustrel.
De wandeling is fascinerend. Je loopt in een kleurboek van rood over oranje en geel naar paars. Er zijn verschillende wandelroutes doorheen deze enorme groeven langs mooie punten met namen als Les Cheminées de Fées, de Sahara, het Cirque de Barrés, de Cascades, de Rivière de Sable en de tunnel.
De belangrijkste stad van de Vaucluse is Avignon. Avignon was ‘het Rome van Frankrijk’. Meer dan 100 jaar woonden er pausen in het middeleeuwse Avignon. Zij betrokken er het ‘Palais des papes’.
Het Palais des Papes is eigenlijk meer burcht dan paleis en binnen valt vooral de leegte ervan op met uitzondering van de rijk gedecoreerde pauselijke vertrekken waar het drummen is en waar je niet mag fotograferen.
Dat kan je in overvloed op de Pont d’Avignon, waarvan eigenlijk maar de helft over is maar vooral bekend is van het liedje ‘Sur le pont d’Avignon’. De brug is wel een goed standpunt voor een kiekje van het pauselijk kasteel.
Imposante steden, betoverende dorpen, een overweldigende natuur, dat is samengevat de Vaucluse.
@ingepauwels Leuk dat je deze bezoekjes met school hebt kunnen doen. Hebben jullie dan ook verschillende musea bezocht?
Dankjewel voor dit informatief artikel. We hebben weer een beetje bijgeleerd. Heel leuk en vlot geschreven artikel. Ik ben ervan overtuigd dat je een heel fijne vakantie hebt gehad daar.
Puur jeugdsentiment. In de beginjaren van het Erasmusprogramma had ik de kans om met mijn klas op uitwisseling te gaan naar Cavaillon. Naar school gaan met zicht op de Luberon, toeristische bezoekjes afleggen in de wijde omgeving en genieten van het Franse leven, meer moest dat niet zijn.