Douaniers aan de ‘Côte de Beauté’
Als men het over de Franse kust heeft, denkt bijna iedereen direct aan de Middellandse zee. De kusten aan de Atlantische oceaan zijn ruiger maar authentieker. Akkoord, je moet wat geluk hebben met het weer. Dat hadden we bij ons verblijf aan de veelzeggende Côte de Beauté.
Wij verbleven in het oude douanierskantoor aan de monding van de Gironde, smaakvol verbouwd tot vakantiewoning in het minuscule dorpje Talmont-sur-Gironde. Vanuit onze vakantiewoning hebben wij een panoramisch zicht op het estuarium van de Gironde met zijn witte kliffen en de kenmerkende vissershutjes met kruisnetten.
Dat zijn netten aan een paal opgehangen, gemonteerd op twee gekruiste hoepels waarmee kleine vissen worden gevangen. Talmont staat op de lijst van de mooiste Franse dorpen met zijn witgekalkte huizen, blauwe vensterluiken en stokrozen.
Boven op de rotskaap, op enkele passen van onze vakantiewoning, torent de Sainte-Radegonde kerk uit boven de golven. Dit Romaans kerkje uit de 11e eeuw dankt zijn charme aan zijn gedrongen vorm en zijn prachtige ligging. Talmont was ooit een pleisterplaats en haven op de weg naar Santiago de Compostella. Rond de kerk ligt een zeemanskerkhof.
Cabanes
Een eerste verkenning van de streek doen we met de fiets. Wij volgen de ‘chemin des oiseaux’. Deze bewegwijzerde route neemt je langs kleine landwegjes mee door de marais (moeras) van Talmont. In dit moeraslandschap leven heel wat soorten eenden maar ook kolonies witte ooievaars.
Het gaat verder langs heuvelende korenvelden en eikenbossen. Een lange afdaling leidt langs wijngaarden tot aan de oever naar de monding van de Gironde. De ‘Charentes maritimes’ zijn prachtig om per fiets te ontdekken.
L’île d’Oléron en l’île de Ré, twee eilanden voor de kust van de Charentes met een eigen landschap, zijn helemaal ingesteld op het fietstoerisme.
L’île d’Oléron is bekend om de oesterkweek. Wij doen dan ook de ‘route des huîtres’, een 50 km. lange fietstocht langs oesterkwekerijen en –haventjes. Starten doen we in Le Château-d’Oleron met haar 17de eeuwse vesting. De stad is een vesting in de vorm van een vierkant.
Vandaar gaat het langs de oude zoutmoerassen die omgevormd zijn tot oesterkwekerijen. Via kanalen worden de oesters weggebracht. Bijzonder fotogeniek zijn de cabanes (vissershuisjes) langs deze kanaaltjes.
Met zijn uitgestrekte stranden, wijngaarden, witte huizen met felgekleurde luiken en stokrozen is l’île de Ré een toeristische topper. Maar bijzonder zijn de zoutziederijen. In de oude zoutpannen wordt het zout nog volgens eeuwenoude technieken gewonnen.
Triomfboog
Eén van de schilderachtigste steden aan de Atlantische kust is La Rochelle. De oude haven wordt bewaakt door twee forten: de Tour St.Nicolas en de Tour de la Chaîne. Deze toren werd genoemd naar de zware ketting die naar de Tour St.Nicolas kon worden gespannen om de haven af te sluiten.
Je komt Rochelle binnen langs de Porte de la Grosse Horloge. Dat is een gotische toren (13e eeuw) met belfort, klok en uurwerk. Verder langs de kade staat de Tour de la Laterne uit de 15e eeuw die diende als verdedigings- maar ook als vuurtoren. La Rochelle was vroeger een welvarende stad.
Getuigen hiervan zijn de prachtige straten met arcades en portalen van huizen van notabelen, prachtig versierde pakhuizen, vakwerkhuizen en imposante openbare gebouwen. Eén ervan is het Hôtel de Ville uit de 15e eeuw dat met zijn wachttoren, kantelen en schietgaten meer lijkt op een fort dan op een stadhuis.
Een andere bijzondere stad is Saintes. Saintes is een historische stad, in de 1e eeuw gesticht aan de oever van de Charente. Blikvanger is de Romeinse triomfboog, de Arcus Germanicus. De poort werd in het jaar 19 opgericht ter ere van keizer Tiberius.
De Cathédrale Saint-Pierre werd in de 15e eeuw gebouwd op de resten van een romaanse kerk. Zijn massieve toren met afgeplatte koepel domineert het stadsbeeld. De meesterlijk bewerkte gotische vestibule herbergt tientallen beelden van apostelen, heiligen en bisschoppen.
Een ander opvallend gebouw is de kerk Saint-Eutrope met haar machtige gotische toren. De kerk was in de middeleeuwen een pleisterplaats van pelgrims op weg naar Compostella. In de ruime omgeving verwijzen nog veel meer plaatsen naar deze bedevaartsroute.
Deze ‘grand chemin’ zoals hij in de middeleeuwen werd genoemd, volgt de oude Romeinse weg midden een prachtige, beschermde natuur. In de Charente doorkruist de route Saint-Jean-d’Angély, Fontcouverte, Saintes, Pons en Saint-Genis-de-Santoigne.
Heel wat gebouwen zijn gelinkt aan de pelgrimsroute. Zo konden bedevaarders in Pons op adem en krachten komen in het Hôpital des Pélerins.
Cognac
Meer naar het binnenland in het dal van de Charente ligt ‘La Grande Champagne Charentaise’. In de glooiende heuvels liggen de beste wijngaarden. Hier groeien de druiven die de basis vormen voor de cognac.
Deze eau-de-vie wordt gedistilleerd en gerijpt in de chais (opslagplaatsen) aan de oevers van de Charente in Cognac. Alle gekende merken hebben er hun huis. Je kunt er kennismaken met de geschiedenis, de vervaardiging en de rijping van de cognac en je kan er uiteraard proeven.
Maar Cognac is ook een erg mooie stad. Het historische centrum kom je binnen langs twee ronde torens met schietgaten die een verdwenen brug lijken te bewaken. Via charmante hobbelige straatjes met 15e -eeuwse vakwerkhuizen kom je op gezellige pleintjes met fontein en oude monumenten als de romaanse kerk St.Léger en het oude Chateau des Valois.
Schoolreis
Onze vakantie ronden wij af met een bezoek aan naar verluidt de mooiste zoo van Frankrijk: de zoo van La Palmyre. Deze dierentuin van ruim veertien hectare herbergt zo’n 1600 dieren. Het was jaren geleden dat wij nog eens een dierentuin bezochten en alleen waren we er niet. Het is einde juni en de tijd van de schoolreizen.
Het enthousiasme van de kinderen, ondanks de hitte, doet ons terugdenken aan onze schoolreis, heel lang geleden aan de zoo van Antwerpen.