Bokrijk oubollig? Bijlange niet!
Soms, wanneer ik herinneringen ophaal uit mijn lagere schooltijd, voel ik mij iemand van de vorige eeuw. Ja, ik weet het : ik bén iemand van de vorige eeuw maar je weet vast wel wat ik bedoel.
Met de komst van de nieuwe media is het leven in een dermate stroomversnelling geraakt dat wat gisteren nog hip was, vandaag al hopeloos achterhaald is. De wereld ligt dank zij het internet aan onze voeten, het lijkt alsof we niets meer te leren hebben.
Dat was in mijn schooltijd wel even anders. Ik herinner mij nog zeer goed het rijmpje dat wij enkele dagen voor we op schoolreis naar Bokrijk gingen uit het hoofd moesten leren :
Wij reizen om te leren
door heel het Vlaamse land
en hebben als we keren
ook meer verstand
Lig jij nu in een deuk van het lachen ? Ik begrijp jou volledig. Dit lijkt wel een versje uit de vorige, vorige eeuw. Van de klasuitstap naar Bokrijk herinner ik mij totaal niets meer behalve dan dat vreselijke oubollige rijmpje. Wellicht daarom associeer ik het openluchtmuseum van Bokrijk met een hopeloos verouderde vorm van een dagje wegwezen.
Daar kwam dank zij de gratis tickets die De Standaard haar abonnees vorige zomer aanbood, verandering in. We trokken op pad met twee tieners uit – jawel, deze eeuw – en wat hebben die zich (net als wij overigens) geamuseerd zeg !
**************************
Nog maar net zijn we het domein opgewandeld of we worden tegen wil en dank de getuigen van een zedenpreek van een meneer pastoor tegen een boerenmeid die het heeft aangedurfd om op boodschap te gaan in de verre stad. Een stad, zo zegt de pastoor, is een oord van verderf !
Het arme kind is er behoorlijk van onder de indruk en de boerin haast zich om een kaars bij het kruisbeeld aan te steken. Je weet tenslotte toch maar nooit … De kippen op de mesthoop kan het allemaal geen barst schelen, die scharrelen lustig door de stinkende mest en de preek heen.
’t Moet zijn dat meneer pastoor van preken houdt want even later krijgen we in het kerkje een donderpreek van jewelste. De eucharistieviering is nog niet goed begonnen of alle kerkgangers krijgen er van langs omdat de vrouwen en mannen gewoon door en naast elkaar zijn gaan zitten. En dat mag niet !
Vrouwen horen links van de middenbeuk te zitten en mannen rechts. En verder krijgen de mannen op hun donder omdat ze hun pet nog op hebben en oooooo, slechts één dame draagt een rok en die is bovendien nog te kort ook ! Onze tienermeisjes in jeans proesten het uit … ze weten gewoon niet wat ze horen.
En wat zitten die schoolbanken toch ongemakkelijk hoor ik hen even later zeggen. En wat is die juf daar voor de klas toch streng ! Gelukkig schijnt de zon heerlijk en kunnen we na school- en kerktijd zalig wandelen in een mooie, fotogenieke omgeving.
Wie wil kan met de paardenkar mee maar onze tieners kiezen voor een wedstrijdje steltlopen. En willen naderhand ook nog racen met een stel rare vehikels. In het snoepwinkeltje lopen we een jongetje tegen het lijf dat zo uit het bekendste boek van Ernest Claes lijkt weggelopen te zijn.
En even verder ontdekken we het molenhuis uit het jeugdfeuilleton dat onze kinderjaren kleur gaf. Maar jammer genoeg noch Johan, noch de Alverman vallen te bespeuren. Heu ? Who the fuck is de Alverman ? Vraagt een van onze tieners zich af.
Ach … wat is het hier heerlijk ! Maar hebben we nu ook iets geleerd vandaag ? Keren we straks met meer verstand terug naar huis ? Ik in ieder geval wel … de demonstratie over het verven van wol d.m.v. natuurlijke kleurstoffen, is niet alleen prettig maar ook nog leerzaam.
En wanneer de zon langzaam daalt, zien we met genoegen hoe de meisjes tevreden over hun dag aan de waterkant nog wat napraten. Het is een mooie dag geweest.
Dat ziet er daar zeer netjes uit. Ik herinner mij alleen nog ‘oud’ en ‘armetierig’. Het is dan ook al van in 1964 (of daar omtrent) geleden dat ik in Bokrijk was … Go figure!
Ik dacht er precies zo over Myriam maar intussen heb ik mijn mening dus wel herzien. Het is geen statisch museum meer. Er valt echt van alles te beleven.