Rust achter de ruige kust
De Costa Brava (ruige kust in het Catalaans) is veel meer dan Lloret de Mar of Rosas.
Even buiten de kust ontdek je mooie vergezichten, oude geschiedenis, ingeslapen dorpjes maar ook kunst en antieke steden.
Wij verblijven in L’Escala, een kleinere stad niet zo ver van Rosas, maar zo veel rustiger. Onze vakantiewoning ligt niet ver van de ruïnes van Empuries, een van oorsprong Griekse stad die later door de Romeinen werd overgenomen en vergroot.
Wat overblijft zijn enkele zuilen, grondvesten van huizen en tempels en enkele intacte mozaïeken van Romeinse villa’s. Je moet dus over wat verbeelding beschikken maar die Grieken en Romeinen hadden het wel goed bekeken. Het complex kijkt uit op het diepe blauw van de Middellandse zee.
Ingeklapte spiegels
Iets verder kom je in Castello d’Empuries, een middeleeuws stadje met nauwe steegjes en een monumentale gotische kathedraal Santa Maria met in het marmeren voorportaal twaalf apostelbeelden.
Verder landinwaarts gaat het omhoog naar het legendarisch klooster Sant Pere de Rodes. Deze kloosterburcht dateert van 879 maar werd vooral invloedrijk in de 11e en 12e eeuw en aanzienlijk uitgebreid.
Het benedictijnenklooster biedt een prachtig panorama over Cap de Creus, een natuurreservaat.
Cap Creus is een prachtig natuurgebied bestaande uit grillige rotsformaties die doen denken aan een maanlandschap. Je kan er verschillende wandelingen maken door een gevarieerd landschap van rotsen, kliffen en baaien.
Helemaal beneden aan de Middellandse zee ligt Cadaques, een wit dorpje dat vooral bekend raakte omdat Dali er een zomerhuis had. Ook Picasso en Miro waren er geregeld te gast. Het wordt dan ook overspoeld door toeristen en alle huisjes zijn er ‘kunstgalerijen’ geworden.
Ons kon het niet zo bekoren maar weg waren we niet zo rap. Uiteindelijk kwamen we vast te zitten in een smal steegje. Onder luide aanmoedigingen van de locals, met ingeklapte spiegels en het zweet in de handen, slaagden we er uiteindelijk in om ons los te rijden zonder beschadigingen maar de fut om Dali’s zomerhuis te gaan zoeken, was er uit.
Regenbui in de auto
Eigenlijk hoef je helemaal niet in Cadaques te zijn om het werk van Dali te zien. Het ‘theater-museum’ van Figueres is ronduit fascinerend. Alleen al de buitenkant met gouden eieren op de bovenkant en Catalaanse broden tegen de muur geven de toon aan.
Meer surrealisme maar prettig gestoord vind je binnenin met immense schilderijen maar ook beelden en installaties. Zo staat er op de binnenplaats de taxi plujos. Na inworp van een munt begint het te regenen … in de auto.
In dit museum kan je gerust een hele dag doorbrengen met verwonderd te zijn over de droomwereld van deze fantastische kunstenaar, die trouwens begraven ligt in zijn museum.
Een andere Catalaanse kunstenaar is architect Antoni Gaudi en dan moet je vooral in Barcelona zijn.
Wij trekken een dag uit voor Barcelona in het spoor van Gaudi.
Beginnen doen we de ruta del modernisme, een wandeling langs art nouveaux huizen, allemaal stuk voor stuk monumenten.
Aan Casa Batlo is niets recht. De voorgevel golft en kleurrijke mozaïken en sculpturen geven het een sprookjesachtige uitstraling.
Ook de buur van Casa Batlo is speciaal, het uitbundige Casa Amantler van Puig i Cadafalchs, een tijdgenoot van Gaudi. Een ander huis van Cadafalchs is la Casa de les Punxes, genoemd naar zijn zes puntige torens die lijken op heksenhoeden.
Nog een Gaudi-topper is de Casa Mila, dat beter bekend is als La Pedrera (de steengroeve), diezelfde golvende lijn heeft en gedraaide schoorstenen.
Maar het genie van Gaudi beleef je echt als je de Sagrada Familia bezoekt en voor mij nog het meest het Parc Güell.
Aan de Sagrada Familia wordt al 138 jaar gebouwd maar de voltooiing van dit majestueuze gebouw is nog niet voor morgen.
Parc Güell lijkt een sprookjestuin met glinsterende keramiekbanken, een kleurige draak en een woud van zuilen. In het midden van het park kom je bij het roze Casa-Museu Gaudi. Daar woonde de kunstenaar tot zijn dood in 1926.
Niet te missen ook is Gerona, hoofdstad van de gelijknamige procincie. Gerona is een smeltkroes van oude culturen en heeft zijn middeleeuws karakter bewaard.
Op het hoogste punt van de stad staat de kathedraal. Die bereik je via een brede trap van 100 treden aan de zijkant van het gebouw. Binnen valt vooral de enorme ruimte op. Alleen de Sint-Pieters kathedraal in Vaticaanstad is breder.
Ook beslist de moeite waard is de joodse wijk van Gerona met zijn steegjes en trappen en de Arabische baden. Dit openbaar badhuis met zijn slanke zuilen dateert uit de 12e eeuw, maar werd niet door Arabieren maar door christenen gebouwd.
Een echt ‘ruige kust’ kan je trouwens nog altijd ontdekken even buiten de toeristische centra. Geen zandstranden, maar wel de authentieke kust met rotsen, vetplanten en woeste golven.