Citytrippen in eigen land : Lier
Een tijdje geleden zat ik aan de feestelijke dis met een Lierenaar. Nu wou het toeval dat mijn vriend en ik kort daarvoor een trip naar de geboortestad van de man hadden gemaakt.
We hadden dus stof voor een gesprek want Lier associeer ik sinds mijn schoolreisjaren uitsluitend met de Zimmertoren en vermits ik niet echt veel in de astronomie geïnteresseerd ben, was ik behoorlijk verrast dat Lier veel meer dan die toren te bieden heeft.
De Zimmertoren die in oorsprong deel uitmaakte van de verdedigingsgordel rond de stad, is best mooi om te bekijken vooral ook omdat er een stuk vaderlandse (koninklijke) geschiedenis in verwerkt zit. Maar voor het astrologisch museum naast de toren paste ik toen toch.
Ik had het nochtans kunnen weten dat Lier veel meer dan die toren te bieden heeft. Hadden wij het in de lessen Nederlands immers niet gehad over Felix Timmermans en De Zeer Schone Uren Van Juffrouw Symforosa Begijntjen ?
De jaren hadden mij echter doen vergeten dat Timmermans een inwoner van Lier was en dat hij voor zijn novelle de mosterd uit het plaatselijke begijnhof had gehaald.
Dat begijnhof is trouwens een schitterend oord om in rond te wandelen. Groot ook zoals dat een straat begijnhof betaamt.
En met fotogenieke hoekjes, grappige straatnamen en restanten van een vroom en Godsvruchtig verleden.
Wat de begijnhofkerk betreft, hadden we geluk. Die was immers uitzonderlijk geopend omwille van een georganiseerde gidsbeurt voor een of andere groep dagjestoeristen.
Op die manier konden wij mee binnenglippen en genieten van het prachtige barokke interieur.
Lier heeft veel te lijden gehad onder het oorlogsgeweld tijdens De Groote Oorlog. Als bij wonder is het Belfort en het stadhuis tijdens een bombardement op het hart van de stad gespaard gebleven.
Maar de prachtige huizen op de Grote Markt moesten er wél aan geloven en ze werden naderhand in hun oorspronkelijke staat heropgebouwd.
Vermits ik tuk ben op historische gebouwen probeer ik in de mate van het mogelijke toch altijd even een glimp op te vangen van een interieur zo links en rechts.
In Lier is dat in het stadhuis in Brabantse rococostijl gedeeltelijk mogelijk aangezien de toeristische dienst er in de prachtige voormalige raadzaal is ingericht. Een unieke kans dus om er het beschilderde plafond te zien.
En met de vraag om wat foldertjes als alibi, had ik er meteen ook de kans om de sierlijke eiken wenteltrap te bewonderen en de schitterende trouwzaal.
Wat een prachtige omgeving om er als stadsambtenaar je boterham te verdienen !
Wie meer wil zien van het stadhuis heeft daar wel een officiële stadsgids voor nodig.
Niet alles in Lier is van zo’n dure schoonheid. Het Godshuis is weliswaar mooi omwille van zijn eenvoudige huisjes rond een prachtige binnentuin maar blijft desondanks een stille getuige van de menselijke miserie.
Godshuizen werden tijdens de middeleeuwen immers gesticht als onderkomen voor “den schamele arme”.
Bij de ingang ervan is het Lierse Kantmuseum gevestigd en hoewel ik zelf geen wonderkind ben wat handwerken betreft, weet ik in ieder geval wel dat Lierse kant uniek is in zijn soort vermits het niet om kloskant gaat maar om tulekant.
In het museum dat in de voormalige kapel van het Godshuis is ingericht, leer je er alles over. Zelf zou ik er een hopeloze troep van maken aangezien ik helemaal niet het talent van mijn grootmoeder zaliger heb geërfd.
Zij kwam als vierjarige kleuter in een weeshuis terecht en leerde daar onder de hoede van de nonnen prachtig borduren, naaien, haken en breien. Hier echter hebben de behoeftigen onder leiding van de begijnen tulekant leren maken.
De ruimere omgeving van Lier biedt prachtige mogelijkheden tot natuurwandelingen langs o.a. de Kleine en de Grote Nete. Er zijn uitgestippelde wandelingen voorzien maar je kan er ook heerlijk bootje varen.
Enfin, wij vonden het een prachtige stad om een weekendje in door te brengen. Mijn tafelgenoot dacht er echter anders over en ik kan maar één verklaring bedenken : wie thuis is in een stad vergeet al eens zijn toeristenbril op te zetten en dat is écht zonde.
Extra weetje :
Omwille van hun unieke bestaan, werden de Vlaamse begijnhoven in 1998 op de UNESCO werelderfgoedlijst gezet. In 1999 werden ook de Belforten in België en Frankrijk als groep op diezelfde lijst gezet.
Redenen genoeg dus voor de Lierenaar om zijn brilletje eens extra op te poetsen.
Leuk, echt leuk. Ik ben vaak in Lier net omdat ik het zo’n fijne plek vind. Mijn ouders namen ons vroeger ook vaak mee naar daar. De Lierse vlaaikens kunnen me niet echt bekoren. Het deeg vind ik persoonlijk niet lekker.
Wat die Lierse vlaaikens betreffen, die zijn mij volledig ontgaan. Geen idee dus hoe ze smaken. Bedankt trouwens voor je reactie.