Ach, zoo zit dat !
De Antwerpse “Zoölogie” is de tweede oudste dierentuin van de wereld en opende zijn deuren op de nationale feestdag van het jaar 1843.
Een eerder koninklijk feestje dus en de bourgeoisie was er wát blij mee. De toegangsprijzen waren van die aard dat het “plebs” zich een bezoek aan de dierentuin helemaal niet kon permitteren.
Ja, zelfs de aanwezigheid van de “nanny’s” die in opdracht van hun werkgever met zijn kroost in de zoo kwamen rondwandelen, waren aanleiding tot klachten van burgers die zich beter voelden dan de minder chique uitgedoste kindermeisjes.
Door de jaren heen werden de toegangsprijzen democratischer zodat ook Jan met de pet zich eindelijk een uitje naar de zoo kon veroorloven.
Zo hebben generaties Vlamingen minstens drie keer in hun leven de dierentuin bezocht. Een keertje als kind, een keertje met de eigen kinderen en een keertje met de kleinkinderen.
Veel van mijn bezoek als kleine uk kan ik me niet meer herinneren en haal ik op aan de hand van foto’s uit de oude doos. Van het tweede bezoek met mijn toen zesjarige zoon weet ik me wel nog een en ander te herinneren.
Mijn derde bezoek valt echter in niets te vergelijken met het vorige. De dolfijnen zijn er niet meer en de “show” die thans nog wordt gegeven is niet meer dan een les in biologie met de zeeleeuwen als didactisch materiaal.
De zoo is mede onder druk van dierenrechtenactivisten geëvolueerd van kijktuin waar dieren in té kleine kooien gehuisvest waren naar een internationaal wetenschappelijk onderzoekscentrum waar de dieren in mooi aangelegde stukjes “natuur” vertoeven en waar de bezoeker zich niet langer komt “vergapen” aan de beesten maar integendeel pedagogische lessen op de mouw wordt gespeld.
Een en ander heeft er toe geleid dat er minder aantallen en diersoorten in de dierentuin aanwezig zijn dan voorheen en omdat het park bij de laatste vernieuwing erg weelderig werd ingericht, zijn de dieren doorheen al dat mooie groen niet altijd even goed zichtbaar.
Toch is de Antwerpse Zoo nog steeds een aangenaam park om eens met de kinderen of kleinkinderen heen te gaan. Het is er prettig wandelen en er is volop mogelijkheid voor het zeer jonge volkje om al kijkend en spelend het hartje op te halen.
Bovendien beschikt de dierentuin over een paar fraaie negentiende-eeuwse gebouwen en paviljoenen. Vooral de vlindertuin bijvoorbeeld is werkelijk een streling voor het oog.
Leuk ook dat de prachtige exotische vlinders er met wat geluk, op je schouders komen zitten.
Ook het Oosters paviljoen waar de okapi’s huizen en de kleurrijke Egyptische tempel waar de olifanten en giraffen zich thuis voelen, zijn herinneringen aan hoe de dierentuin in een ver verleden tot stand is gekomen.
Vermits de Zoo net naast het overigens prachtige Antwerpse centraal station is gelegen, is een ritje met de trein meteen een tweede onvergetelijk avontuur voor de kleintjes.
Doen !
Leuk An dat je de zoo aan bod laat komen. Zolang mijn dochter thuis woonde had ik, net zoals mijn ouders voor hun kinderen, een abonnement op de zoo. 2 x per jaar mochten we daarmee ook naar de Efteling en ook buitenlandse zooligieën mochten we bezoeken. Andere mensen keken steeds geamuseerd naar mijn kleine ukkupuk die feilloos de dieren bij naam kende. PIDPA facineerde haar, een pad in het reptielengebouw die jaren op dezelfde plek aan het venster van haar terrarium kleefde. Niettegenstaande mijn eigen twijfel bleef ik mijn ukkepuk bevestigen dat ze leefde. De zoo is idd veranderd maar hoeveel mensen (ook in België) krijgen anders nooit de kans om deze dieren een keer echt te zien???
Ik ben het volmondig met je eens, Manja. De liefde en het respect voor de dierenwereld krijg je als jong kind in de zoo aangeleerd. Willen we aandacht hebben voor het welzijn van de fauna op onze planeet, dan moeten we er voor zorgen dat mensen de kans krijgen de dierenwereld te leren kennen. Zegt het spreekwoord immers niet : onbekend is onbemind. Bedankt voor je reactie.