COLUMN. Over zeepiemels en oesters met herpes.
“Zie je dat hier? Ligt hier vol oesters jongen! Heerlijk!”. Johan vertelt het met een aanstekelijk kinderlijk enthousiasme. Ik sta op de oever van de Oosterschelde en heb me laten verleiden tot een “open air zeebuffet” onder de vakkundige begeleiding van een echte zeebonk, de schipper van de zeilklipper de Marinus, Johan Nieuwenhout.
“Die oesters van de Oosterschelde, die zijn geïmporteerd. Dat is namelijk de Japanse oester. Onderzoek heeft ons geleerd dat ze overigens allemaal een vorm van herpes hebben. Hahaha! Opletten dus, als je ze eet. Nee, gekkerd, ik dol maar met je. Die herpes is niet schadelijk voor de mens!”
Ik ben in Zeeland voor een reportage over het Waterrijk Nederland. Op z’n zachtst uitgedrukt hebben onze Noorderburen altijd wel een band gehad met het water, gaande van hun Verenigde Oostindische Compagnie tot de watersnoodramp in 1953. Mijn nieuwe vriend Johan heeft er duidelijk de mond van vol.
Diezelfde ochtend had ik, genietend van een eitje bij het ontbijtje, in de krant gelezen dat het de Chinezen gelukt was om hun maanlander Chang’e-4 veilig en wel op de achterkant van de maan te droppen. In de grootste deuk van de maan dan nog wel: het Aitken Bassin. Waarom? Om er te graven naar mineralen zoals het zeldzame isotoop helium-3. En spionage, ongetwijfeld.
Vorige maand nog zag ik hoe multi miljardair Richard Branson emotioneel reageerde op de eerste succesvolle vlucht van zijn kindje: Virgin Galactic. Het bedrijf wil de eerste zijn om suborbitale vluchten aan te bieden als een commerciële vlucht. Ruimteschip VirginTwo behaalde een hoogte van 82,7 km en vloog dus officieel door de ruimte.
Elon Musk laat zich te pas en te onpas ontvallen dat hij graag wil sterven op Mars. De man heeft zijn BFR (Big Fucking Rocket-red) al ontworpen: het ding moet 120 meter hoog worden en zal erin slagen om een team van astronauten in een periode van 6 maanden tot Mars te brengen om de rode planeet te koloniseren. Dit gezegd zijnde: in de 22ste eeuw zijn vakanties op Mars of op onze maan niet langer uitgesloten, ook daar heeft Musk al aan gedacht.
Nu 2019 officieel uit de startblokken is geschoten heb ik ook alvast alle lijstjes met dé bestemmingen van het jaar doorploeterd. Dit jaar moeten we naar Fanjingshan in China, om te gaan kijken naar de grijze snub-nosed monkey. We zouden ook het Amazonewoud moeten bezoeken, om op zoek te gaan naar de zeldzame tijgerkat.
Momenteel is het even niks van dat alles voor mij. Geen Mars, geen maan, geen onuitspreekbare Chinese plaatsnamen. Alleen Johan, de Oosterschelde, ikzelf en … “de zeepiemel! Ken je die? Die kunnen tot 80 jaar oud worden en zien er echt uit als een schelp met een piemel tussen. Maar lekker man! Hier! Proef dit eens!”
Zeepiemels, volgens mij vind je die helemaal niet op Mars…
Bekijk Evenaar Telenet Kanaal 51, Proximus 217, TV Vlaanderen 13