’n Visionair hoogstandje : de site van Le Grand-Hornu
Merkwaardig toch hoe gedachtegoed zo door en door verbonden is met het tijdperk waarin wordt geleefd.
Toen de Franse industrieel Henri De Gorge anno 1810 begon aan een heus stadsproject rond de exploitatie van de steenkoolmijn te Hornu, had hij echter een eerder visionaire aanpak. De site zou de kathedraal worden van een nieuwe religie: de industrialisatie.
Le Grand-Hornu is een uniek voorbeeld geworden van urbanisatie in de bloeiperiode van de industrialisatie in Europa.
Het complex werd opgericht in neoklassieke stijl met werkplaatsen, kantoren, een directeurswoning en een arbeiderswijk met liefst 450 woningen die in hun tijd uitzonderlijk comfortabel mochten worden genoemd. Er werd ook een hospitaal, een school, een bibliotheek en danszaal gebouwd.
Henri zag het groots en maakte naam met zijn nieuwe ideeën over mijntechnieken. Hij was ook de allereerste die een trein installeerde zodat de economische ontwikkeling op die manier kon worden ondersteund. De trein werd getrokken door paarden vandaar dat op de site niet alleen paardenstallen maar ook hooischuren werden gebouwd.
Het is onder een heerlijk ochtendzonnetje dat wij de site bezoeken. Dat kan helemaal gratis tenzij je ook de kunsttentoonstellingen wilt bezoeken. Want wat ooit een bloeiende steenkoolmijn was, is thans een centrum voor hedendaagse kunst geworden.
Niet dat dat zonder slag of stoot is gegaan. Toen in 1954 de mijnbouw er ophield te bestaan, werd de prachtige site door de tand des tijds en door vandalisme nog slechts en schaduw van zichzelf bij zoverre dat in 1969 in een Koninklijk Besluit werd voorzien om de boel dan maar volledig met de grond gelijk te maken.
Gelukkig waren er in die tijd ook al mensen die oog hadden voor erfgoed waardoor de gehele site uiteindelijk dan toch bewaard bleef. Zoals gezegd, het hele complex omvat nu meerdere tentoonstellingsruimten voor hedendaagse kunst waarvan sommige wél en andere niet toegankelijk zijn voor rolstoelgebruikers. Té ingewikkeld met de rolstoel kiezen we vandaag niet voor de kunst. De enige moderne kunst die wij te zien krijgen, zit verwerkt in de ijzeren poort van de voormalige paardenstal.
Mijn Museumpass hoef ik dus niet boven te halen en om de site zélf van buitenaf te bewonderen, moeten we sowieso geen ticket betalen. De oppervlakte van dit industrieel patrimonium is echter dermate groot dat ik het in de huidige omstandigheden niet kan afwandelen. Gelukkig heb ik mijn persoonlijke John Massis mee die me met de rolstoel over de kasseien dokkert. Binnen de kortste keren staat het zweet hem op de rug. Tja … mijnwerkers hebben altijd al een zwaar beroep gehad !
Het weer is trouwens zeer aangenaam. De gebouwen in de ochtendzon zijn een lust voor het oog. De charme van industrieel erfgoed … voor mij heeft het wel iets.
Wanneer we de site verlaten maken we met de camper nog een ommetje langs de directeurswoning ( Le château Gorge) en de vele werkmanshuizen. Velen ervan zijn gerestaureerd maar vrijwel allen bezitten nog de typische lantaarn. Heus, in zijn tijd moeten deze huizen echt zeer vooruitstrevend, comfortabel en mooi zijn geweest!
Ook als je niet van hedendaagse kunst houdt, is de site van Le Grand-Hornu zeker een bezoek waard.
Nota :
De ontvangst aan de balie is bijzonder vriendelijk. Maar erg rolstoelvriendelijk is het gloednieuwe kunstmuseum niet. Zoals gezegd, sommige tentoonstellingen zijn niet toegankelijk en de zware glazen deuren gaan niet automatisch open. Bovendien wordt er gebruik gemaakt van een glazen sas. Dus eenmaal de eerste glazen deur met veel moeite geopend, wacht er nog een tweede deur die tot overmaat van ramp in de verkeerde richting open draait waardoor je met de rolstoel gewoon in de weg staat.
Wie dit bedacht heeft, weet niets af van de problematiek van rolstoelgebruikers . Was Henri De Gorge in zijn tijd een echte visionair, dan zijn de huidige ontwerpers dat toch veel minder …
An,
mooie site die zeker een bezoekje waard lijkt. Jammer van de deuren, mijns inziens is er zelfs reglementering in openbare gebouwen die voorziet in de verplichting om de deuren naar buiten toe open te laten draaien.
Marc