Citytripje in eigen land : Veurne
Hoogstwaarschijnlijk is iedereen wel een keertje op een drafje in Veurne geweest. Hoe prachtig het kleine Vlaamse grensstadje ook is, veel meer dan er op de mooie Grote Markt van een zonnig terrasje genieten, heeft er voor mij nog niet echt ingezeten. Veurne bezoeken toeristen immers vaak op hun weg naar de kust. Ook ik.
Maar deze keer willen wij het anders. Veurne is ons doel, niet onze tussenstop.
Gelukkig krijgen wij er onze camper vrij snel en betrekkelijk dicht bij de Grote Markt ter hoogte van het standbeeld van Karel Cogge geparkeerd. Karel Cogge is de sasmeester dank zij wiens voortreffelijke kennis van het sluizencomplex in Nieuwpoort en omgeving, tijdens De Groote Oorlog de IJzervlakte onder water kon worden gezet.
Zoals gezegd, wij parkeren ons hier niet voor een terrasje! Bij deze temperaturen en rukwinden is terrassen trouwens niet echt aan de orde.
We willen eerst en vooral een bezoek brengen aan de Sint-Walburgakerk want naar het schijnt is die prachtig. Via een smal straatje naast het landhuis kan je de kerk bereiken. De wind blaast er echter zo hard dat ik (nog steeds in revalidatie zijnde) welhaast mijn wandelstok kwijt speel. Dus vooraleer ik me aan de tocht naar de kerk waag, zet ik me even uit de wind terwijl mijn vriend poolshoogte neemt of de kerk wel open is. Het moet zijn dat ze daar in Veurne weten dat hun Sint-Walburgakerk meer dan de moeite van het bekijken waard is want de kerkdeur zit gelukkig niet op slot.
De kerk is inderdaad heel bijzonder. Een echte blikvanger zeg maar met haar hoge gewelven, haar schitterende glasramen, de prachtig houten beelden, de mooie schilderijen, het zeer oude eiken koorgestoelte … het ziet er allemaal bijzonder rijkelijk uit. In al mijn onwetendheid met betrekking tot de geschiedenis van het kleine stadje, ben ik eigenlijk wel verbluft wat de uitstraling van deze kerk betreft.
Veurne heeft overduidelijk een rijk en bloeiend verleden gehad en nu ik er mij wat verder in verdiep, een behoorlijk bewogen verleden ook. Al een geluk dat ten tijde van de Franse Revolutie de bevolking deze prachtige kerk heeft kunnen vrijwaren van de Revolutionairen door ze helemaal zélf aan te kopen en ze zodoende van de sloop te redden. Als grensstadje is Veurne trouwens zeer regelmatig onder de voet gelopen geweest maar het kreeg een periode van rust en voorspoed ten tijde van Albrecht en Isabella. Dat merk je aan de mooie huizen waarmee de Grote Markt is omzoomt.
Het stadhuis is een pareltje van Vlaamse renaissance. Alleen jammer dat het enkel onder begeleiding van een gids te bezoeken is. Met andere woorden : vandaag zit de deur van het stadhuis potdicht. Wat jammer eigenlijk want ergens had ik gelezen dat sommige wanden van het stadhuis bekleed zijn met Mechels leder, een unicum dat ik wel eens had willen zien.
Enigszins sip stappen we dan maar even de toeristische dienst binnen. Die is gehuisvest in het Landshuis, een overigens prachtig klassiek renaissance pand waar een Belforttoren tegenaan staat. Wat blijkt … In dat pand is, wellicht naar aanleiding van de herdenkingen rond 100 jaar Groote Oorlog, een permanente tentoonstelling onder de naam “Vrij Vaderland” ingericht. De tentoonstelling handelt rond het grote belang van Veurne in die bewogen jaren. En we hebben nog meer geluk ! De tentoonstelling loopt immers deels over in het stadhuis (dat blijkbaar op de bovenverdieping met het Landshuis in verbinding staat vermits het in een ver verleden de conciërgerie van het Landshuis is geweest).
Wij slaan dus twee vliegen in één klap : we leren er in dat mooie landshuis dat Veurne – dat tijdens die oorlogsjaren in het enige overgebleven stukje België lag – de onofficiële hoofdstad van ons land werd. We leren er ook dat Koning Albert I er zijn hoofdkwartier had en laat dat hoofdkwartier nu net in de bovenzaal van het stadhuis hebben gelegen. De zaal met de unieke lederen wandbekleding dus. En jawel … die bekleding is inderdaad schitterend mooi. Ik ben dus in mijn nopjes. Ook al omdat in datzelfde hoofdkwartier de geschilderde portretten van Albrecht en Isabella boven de schoorsteen hangen. De portretten van deze welvaart brengende landvoogden zitten ook in de glasramen van de voormalige kapel van het Landshuis verwerkt. Het ruikt hier werkelijk naar geschiedenis.
Koning Albert I is trouwens niet de enige die in Veurne “op verplaatsing” een hoofdkwartier heeft gehad. Dat hadden de Spaanse officieren in de zeventiende eeuw ook en wel in het oorspronkelijke stadhuis van de stad, een gotisch gebouw dat thans de naam “Het Spaans paviljoen” draagt. Er tegenover staat het voormalige vleeshuis. Ook al een prachtig historisch gebouw.
Maar mijn pijp is uit. De stad heeft vast nog een heleboel mooie panden met geschiedenis maar mijn knie wilt niet meer mee. Een wandeling doorheen het Vaubanpark – daar waar ooit de stadsvesting lag – zit er ook niet meer in. Het weer is er trouwens veel te guur voor.
We zullen daarom vroeg avond houden aan het Kasteel van Beauvoorde in Wulveringem.(een deelgemeente van Veurne) Dat zullen we immers morgen een bezoek brengen.
Hoewel … (Wordt vervolgd)
An dit lijkt een stad om eens te bezoeken bij mooi weer.