Route du Soleil Alternative
Route du Soleil Alternative
Om eens niet via de traditionele weg Parijs of Luxemburg / Lyon / Avignon de zon op te zoeken in het zuiden van Frankrijk besloten we afgelopen jaar eens iets anders te proberen. Inderdaad zijn er nog wel wat andere wegen om het zuiden te bereiken via plaatsen in Frankrijk die ook best wel interessant zijn om eens uit te stappen.
1ste etappe – Amboise
Ben je al eens uitgestapt in Amboise? Aan de oevers van de Loire in het land van de grote kastelen. Voor ons was het de eerste keer. We hadden gereserveerd in Le Manoir de la Maison Blanche. http://www.lamaisonblanche-fr.com/ Een Chambres d’hôtes die er gepast ook al een beetje als een klein kasteeltje uit zag. Gelegen in een mooi domein op wandelafstand van het dorp.
Best gezellig en uitgebaat door een alleenstaande weduwe van 65-70jaar die heel de tijd super druk druk druk bezig was maar wel best leuk. In Amboise zelf heb je al dadelijk 2 van de Loire kastelen die een bezoek waard zijn. Chateau Royal d’Amboise en Chateau du Clos Luce waar Leonardo Da Vinco ooit verbleef.
Die krijgt hier dan ook wel wat aandacht. Rond de kastelen is ook wel wat gezellige drukte en horeca in het oude stadje langs het water. Wat kan je nog meer verwachten op zo’n stop? Een goede slaapplaats, Cultuur, Geschiedenis, Culinair, Natuur….
’s Nachts wel effe een hevig onweertje. De volgende ochtend bleek een groot gedeelte van het dorp ondergelopen en ook onze Chambres d’Hötes had aanzienlijke problemen met de wateroverlast. Voor de eigenares werd het plots nog drukker, drukker, drukker om alles onder controle te krijgen. Maar met de hulp van een buurman kwam alles toch nog goed.
Na het onweer was de eerste zon er terug. Wij met de fiets langs de uitstekende fietspaden langs de Loire op weg naar de stad Tours. Zolang we langs het water reden was alles OK maar eens even wat van het water weg gaat het al snel stevig op en af.
Enige sportiviteit is een vereiste om plezier te beleven aan de fietstochten. Maar de stad Tours, langs de immens grote Kathedraal en de gezellige oude stad rond de Place Plumereau is zeker de moeite waard om een bezoekje te brengen.
Rond dit stuk van de Loire zijn er nog heel wat andere uitzonderlijke kastelen en de volgende dag besloten we nog een bezoek te brengen aan Chateau de Villandry (https://www.chateauvillandry.fr/) dat ook bekend staat voor zijn uitzonderlijke tuinen.
En dat bleek ook wel zo. We waren wel op onze route de soleil maar dat was er op dit moment nog niet echt aan te zien. Regenfrakjes-weer.
2de etappe – Besse (Auvergne)
350 km zuidwaarts op weg naar de zon belanden we in Besse in de Auvergne. Hier had ik gelezen over de wonderbare pracht van de Vallée de Chaudefour. ’s Morgens vertrokken we vanuit onze B&B met onze picknick in de richting van de beloofde natuurpracht.
Op de foto’s zag alles er inderdaad wel prachtig uit maar de “Chaude” hebben we niet gevoeld. Alles zat in een dikke mist en de temperatuur was helemaal niet wat je zo kunnen verwachten van een vallei met de naam.
Het was zo erbarmelijk koud dat we er zelfs niet op voorzien waren en we onze picknick stilletjes in de auto hebben opgegeten. De vallei was ook helemaal afgelegen en nergens was er zo dadelijk iets waar we ons konden opwarmen.
We hadden hier anders een B&B met een zwembad en een prachtig terras met uitzicht over de omgeving maar dat hebben we aan ons moeten laten voorbij gaan.
De volgende dag was het wel al wat zonniger en hebben we de Puy de Sancy (1886m) beklommen. Best een stevige wandeling. Dat zorgde automatisch voor de nodige verwarming. Ook nodig want onderweg en toch al half juni kwamen we nog wel wat sneeuwplakken tegen.
De wandeling was wel een toeristisch trekpleister want boven waren houten wandeltrappen geïnstalleerd om op de top te geraken en je kon ook al een heel stuk de kabellift nemen. We stonden dus boven niet alleen om van het prachtige uitzicht te genieten.
Heel anders in het oude dorpje van Besse dat er wel best leuk uitzag maar waar half juni in het midden van de week geen kat rondliep. En dat is dan toch ook niet alles. Het moet geen overrompeling zijn maar alleen in een restaurant zitten om te eten is toch maar alleen.
3de etappe – Pignan (Montpellier)
Nog eens 320km verder zuidwaarts naar B&B Mas Les Chênes in Pignan tegen Montpellier. Je kunt dat zo hebben dat je mensen tegen komt en dat je onmiddellijk denkt : “Dit zit goed.” Toen Sylvie de poort van haar B&B voor ons opende hadden we dadelijk deze klik.
De temperatuur op onze weg naar de zon was ondertussen al serieus opgelopen maar de ontvangst was op zijn minst hartelijk en warm te noemen. Achter in het domein lag een prachtig zwembad dat we dadelijk moesten uitproberen.
Het dorp Pignan zelf stelt niet zoveel voor en is slechts een groene woon-randgemeente van Montpellier. Maar van hieruit is Montpellier gemakkelijk te bezoeken. We reden tot aan de eerste tramhalte waar je de wagen kon parkeren en we waren weg voor een dagje Montpellier.
Verrassend was wel dat er net die dag een actie van de toeristische dienst was waarbij kunstenaars werken tentoon stelden of uitgewerkt hadden in inkomhallen van oude hotels / oude herenhuizen. We kregen een plannetje en werden heel de stad rondgestuurd op plaatsen waar je normaal niet zo komen.
Dik in orde. Montpellier op een unieke manier gezien want vele van die woningen waren normaal niet open voor publiek. De dag was te kort.
De volgende dag met de fiets naar de zee want die lag ook maar een klein 20km verder. Maar ook hier bevatte de fietstocht enige hindernissen. In Frankrijk is er echt niets plat. Ook de sterke tegenwind was niet echt fietsvriendelijk.
De Cathedrale de Maguelone ligt in de middle of nowhere voor zover dit gaat aan kust en het loonde wel de moeite om langs hier te passeren voor de kathedraal zelf en ook voor het zee/duinen natuurgebied rond de kathedraal maar de wind was te sterk om hier op een aangename manier de namiddag op het strand door te brengen.
We hadden van Sylvie een adresje gekregen om mosselen te eten in een Belgisch restaurant in Palavas-les-Flots enkele kilometer verderop. Op het strand was niet zoveel volk maar de restaurants in dit dorpje zaten allemaal vol. Ook ons Belgisch mossel restaurant.
De mossel was hier wel de specialiteit van de meeste resto’s en we slaagden erin op een hoekje aan de kant van het water toch nog ergens een klein tafeltje te bezetten. Maar het besluit blijft ondanks dat we echt wel voor van alles open staan, de mosselen in Belgie zijn niet te vergelijken met de verse mosselen aan de Middellandse Zee.
Sylvie stuurde ons de volgende dag naar Saint-Guilhem-le-Désert en de Pont du Diable. Verrassend. Als je de GPS volgt en je stopt aan de kerk, denk je allicht : “Leuk, maar moeten we daar nu zover voor rijden?” En dan slenter je toch verder in de straat (niet voor autoverkeer toegestaan) en bij elke stap die je verder doet komt er toch nog iets dat je nog een stap verder doet zetten.
En zo ga je dan instinctief langs de abdij over het super toffe Franse dorpspleintje aan de abdij tot de Chemin du Bout du Monde tot dat je moet vaststellen dat je zomerschoentjes niet geschikt zijn om nog verder te gaan. Spijtig. We stopten ook in het Musée de la Village. Speciaal uniek museum in miniatuurtjes en oude Franse gewoontes van deze streek.
Ook een zeer sympathieke beheerder die achter het museum ook een tof besloten restaurantje uitbaat. De moeite waard om op de middag iets te lekker Frans te nuttigen.
4de etappe – Cucugnan
Met spijt in het hart namen we afscheid van Sylvie en haar man Lino. Maar we moesten verder want ik had gereserveerd in Cucugnan bij Philippe in B&B l’Amandière. Cucugnan is het land van de kastelen van de Catharen.
In niets te vergelijken met de majestueuze kastelen van de Loire. De kastelen hier waren allen ruines. Hopen stenen waar een weg was door gebaand zodanig dat je enigszins kon vermoeden wat het vroeger was geweest. Het laatste stuk van de weg was ook al heel rustig en bochtig zonder nog enig verkeer. Afgelegen dus.
Ik had nochtans alle moeite van de wereld gedaan om hier een B&B te vinden want ik had wel wat tips opgepikt in de streek die ik al enkele jaren in mijn reisadviezen had opgenomen. En toch bleek het niet evident om hier een slaapplaats te vinden.
Phillipe had een missertje gedaan met de reservering want zijn B&B zat die eerste nacht al vol maar hij had voor ons toch nog een kamertje gevonden in een hotelletje in het dorp. Bleek dat er die afgelopen week en bij onze aankomst de laatste avond van die week klassieke concerten werden georganiseerd in het kleine kerkje Saint-Julien-et-Sainte-Basilisse die door een bepaald publiek al jaren op voorhand werden opgevolgd en waardoor alles zo goed als jaren op voorhand al vol gereserveerd was. Speciaal.
Dus die eerste avond sliepen we in een oververhitte zolderkamer van een klein hotelletje in het midden van het dorpje. Dat was echter best gezellig. Er waren een paar horeca zaken waaronder de echt excellente Auberge Du Vigeron. Als je voor de deur staat ziet het er misschien niet echt super uit, maar eens je binnengaat kan ik je verzekeren dat het zalig smullen is van het lekkere eten en genieten van het panoramische uitzicht op het terras.
De volgende dag werden we dan wel ontvangen door Phillipe, de gastheer van onze B&B en we vergaven hem al vlug zijn slordigheid in zijn agenda van reservaties want de man is de vriendelijkheid zelve. Na twee dagen zat ik al samen met zijn vrienden die hij die avond had uitgenodigd te barbecueën aan de rand van het zwembad.
Op mijn toeristisch kaartje van dingen te bezoeken in de omgeving van Cucugnan had ik de Gorges de Galamus (http://www.gorgesdegalamus.fr/) en de Gorges du Verdouble opgenomen. Buiten de kastelen van de Catharen is de Gorges de Galamus de natuurlijke publiekstrekker van de streek. Duidelijk aangegeven op alle toeristische info. De uitgesneden kloof is de moeite om te passeren.
Alhoewel op deze hete dagen is het niet evident om tot aan het water te geraken om je wat te verfrissen. Maar we zijn er toch in geslaagd om tot in een soort natuurlijke jacuzzi in de rivier af te dalen. Zalig.
De Gorges du Verdouble staat nergens aangegeven en is enkel bekend bij locals. Slechts langs een klein afgelegen wegeltje kan je er geraken en het is dan ook verrassend dat daar toch enkele tientallen lokale Fransen lekker van de zon en het water liggen te genieten. En hier kan je ook echt zwemmen in een prachtig natuurlijk zwembad.
We zijn ook wel de kastelen gaan bezoeken maar zoals de eigenares van het hotelletje aangaf: “ik begrijp niet dat mensen helemaal naar boven klauteren op de rotsen om dan boven vast te stellen dat er van de kastelen voornamelijk slechts hoop opgekuiste stenen overblijft” Maar ze geven het landschap wel een aparte kleur.
5de etappe – Vernet-Les-Bains
Vernet Les Bains was niet zover meer. We stopten nog even in Villefranche-de-Conflent, een oud ommuurd stadje met wat typische toeristische winkeltjes en restaurantjes. Best gezellig maar in Juni in het midden van de week is het toeristisch seizoen nog niet echt op gang gekomen. Enkel in het weekend was er al wat sfeervolle drukte.
In Vernet-Les-Bains, aan de voet van de Canigou 2785m, de eerste echt hoge top van de Pyreneeën, logeerden we in de Canigou Lodge. Een ruime B&B met slechts enkele slaapplaatsen maar met een super zwembad. (https://www.canigoulodge.com/)
Van hieruit kan je gemakkelijk de prachtige omgeving verkennen. De Canigou zelf is een aantrekkingspunt maar wel een zware onderneming om al wandelend boven te komen. Zelfs als je het eerste stuk nog met de wagen doet. Dat hebben we dan maar overgeslagen maar van op de tegen overliggende helling heb je ook mooie uitzichten en veel minder volk.
Ook de abdijen in de omgeving, Abbaye Saint Martin du Canigou (https://stmartinducanigou.org/nl) en Abbaye de Saint-Michel de Cuxa, verdienen een bezoek. Indrukwekkend wat die kloosterlingen 1000 jaar geleden reeds opbouwden boven op deze onherbergzame paden.
De derde dag van ons verblijf hier zijn we op aanraden van de eigenaars met de wagen 50km verder de bergen in gereden naar La Bouillouse. (https://www.pyrenees-cerdagne.com/nl/le-lac-des-bouillouses-nederlands). In Juni kan je zelf nog tot boven op 2000m hoogte rijden. In Juli en Augustus moet je hiervoor de pendelbussen nemen.
Van aan het stuwmeer kan je een dagwandeling maken van het ene prachtige meer langs nog niet weggesmolten sneeuwvlaktes naar het andere nog fraaiere meer zonder al te veel klimmen. Picknicken langs de kant van een bergriviertje en dan even languit in het gras genieten van het bergzonnetje.
Alleen al van deze wandeling zou je een fotoboek kunnen maken. Een top wandeling die we afgesloten hebben op het terras van Auberge du Carlit met een lekker ijsje. Dit was een super geslaagde aanrader.
6de etappe – Banyuls-Sur-Mer
Op weg naar Banyuls-sur-Mer zijn we nog gestopt bij Les Orgues d’Illes-sur-Tet. (http://lesorgues.ille-sur-tet.com/) Een klein maar uniek landschap element op onze weg naar de volgende post. Het loont zeker de moeite om hier even af te stappen en de speciale uitsnijdingen in de rotsen en het uitzicht te bewonderen.
100km verder waren we dan op een 10tal km van de Spaanse grens aan de Middellandse Zee. En als ik aan de zee zeg, is dat echt aan de zee. We hadden een AirB&B, het laatste huisje van de woonagglomeratie Plage du Troc van Banyuls-sur-Mer. Als je buiten ging, het trapje af, liep je in een kleine baai naar het water. Verder door was er niets meer. Enkel natuurgebied.
We hebben eens geprobeerd om te voet langs de kust berg op, berg af verder te gaan naar de volgende bewoonde wereld maar we zijn op onze passen terug gekeerd. Te ver en te heet. In onze baai kwamen overdag nog wel wat mensen zwemmen maar na een later uur zaten we hier helemaal alleen op ons privé strand. Het water was tijdens ons verblijf dan ook nog spiegelglad. Geen zuchtje wind. We zijn voor het geluk geboren. Als laatste post van onze trip om nog even volledig tot rust te komen. Geslaagd.
Te voet konden we van hieruit nog tot in het dorpje geraken. Gezellig kustdorpje en niet al te druk. Verder door in Collioure was er wel veel meer te zien en dat is ook wel wat pittoresker maar zelfs nu al in de laatste week van Juni was het daar super druk en parkeren kilometers buiten het dorp zelf.
Halverwege naar Collioure had je ook nog Plage de Paulilles. Een mooi en proper aangelegde strandaccommodatie van twee aaneengesloten baaikes. Eten in restaurant Sole Mio op de rand van het strand is een van de romantischere manieren om een vakantie af te sluiten.
En dan in een trok 1200 km naar huis. Vakantie voorbij maar niet vergeten.
Prachtige reis en in een comfort tijd, zalig zoals je zelf zegt..
Je route hebben we genoteerd en op een van de volgende reisjes zuid Frankrijk zal ze zeker van pas komen. Bedankt!!!
Frankrijk is prachtig hé Gert ?! Wij houden er ook zo van om er op ons gemakje rond te zwerven. Zo veelzijdig. Bedankt voor jouw ideeën. Lijkt me leuk om er een paar van mee te pikken.