La grande dame en feu
Woensdag 10 april 2019 – 13u10
Druk en stress op het werk. Een volgende reis die nog even op zich laat wachten. Ik snak ernaar er even tussenuit te gaan. Op mijn volgende vakantie moet ik zoals gezegd nog even wachten, maar het lange paasweekend biedt misschien wel mogelijkheden.
Parijs wordt het. Een dagje op en af. Niet te ver. Genoeg om de batterijen op te laden, even te vertoeven in een compleet andere omgeving, een andere taal spreken, lekker lunchen in een typische Parijse bistro en klaar om de laatste weken af te malen. Het vervoer wordt geboekt. En nu afwachten wat de weervoorspellingen zijn om mijn dag definitief te plannen.
Dinsdag 16 april 2019 – 18u15
Een stralend paasweekend staat voor de deur. Ook in Parijs wordt prachtig lenteweer voorspeld. Parijs in de lente, april in Parijs. Ik moet even glimlachen bij de gedachte aan mijn allereerste trip naar Parijs als tiener. Dat was ook in de paasvakantie en net als nu viel die in april.
Alleen het weer was totaal anders. Blauwe lucht hebben we niet gezien. Grijze wolken wisselden toen af met regen en de laatste twee dagen werden we zelfs bedolven onder een laag sneeuw. Parijs betekende voor mij een grijze, donkere stad en haar bijnaam als lichtstad leek mij volledig vreemd.
Met het voorspelde goede weer, besluit ik een grote wandeling te maken langs de Seine. Enkele uren genieten van het zonnetje en de sfeer langs het water. Ik beslis op het laatst om ook één binnenbezoek af te leggen als afsluiter, dat aan de grande dame van Parijs : Notre-Dame.
Ik ga jaarlijks wel een paar keer naar Parijs en ik wandel dikwijls voorbij de kathedraal maar het is ondertussen al even geleden dat ik nog eens binnenging. De gedachte aan een vloedgolf aan toeristen vind ik nog altijd een verschrikking. Maar Stille Zaterdag, is misschien het uitgelezen moment.
Om 18u50 is mijn wandeling uitgestippeld, heb ik gereserveerd in één van de oudste bistro’s en berg ik het stratenplan van Parijs voorlopig op. Ik ben klaar voor zaterdag. Tevreden zet ik mij in de zetel en zet het nieuws op. 10 minuten later kijk ik met ontzetting naar de eerste beelden die binnenkomen uit Parijs : de Notre-Dame in vlammen, de kathedraal staat in brand.
Het dak wordt langzaam verteerd door een vuurzee. ’s Morgens blijkt dat het dak en de spitstoren verloren zijn, maar dat het stenen geraamte het gered heeft, mogelijke structurele schade niet meegerekend.
Waar de Eiffeltoren voor mij het symbool van Parijs is, is de Notre-Dame de ziel. De plaats waar zoveel inwoners van Parijs met verschillende achtergronden samenkomen én een toeristische hotspot met nog meer verhalen. Ze komen er om samen te zijn, om te bidden, om een kaarsje te branden of gewoon om dit meesterwerk te bewonderen.
Dat is niet altijd zo geweest. De kathedraal werd door de eeuwen sterk verwaarloosd en het was pas sinds Victor Hugo er een schrijfseltje over maakte (iets met een klokkenluider dacht ik :-), dat de kathedraal weer aan belangstelling won en Victor Hugo aandrong op restauratie. Tijdens de Franse revolutie werd de kathedraal bestormd en werd alles vernietigd dat ook maar aan het koningschap herinnerde en geloof het of niet, nadien als magazijn gebruikt.
Aan de Notre-Dame hangt voor mij ook een persoonlijk verhaal. Omdat ik fysiek niet bij het doopsel van mijn Amerikaanse petekinderen aanwezig kon zijn, hielden wij enkele jaren geleden een eigen, intieme ceremonie in de kathedraal. Voor mij het moment waarop ik echt hun meter werd. En dat is voor mij de emotionele waarde van de Notre-Dame.
Zaterdag 20 april 14u30
Samen met een massa mensen, kijk ik vanop de oever naar la grande dame. En enkel een grote dame op leeftijd kan er na zo’n vlammenzee nog even statig en waardig bijstaan. De beroemde klokkentorens lijken ongehavend. En ook aan de rest van de structuur is er weinig te zien, wat geblakerde stenen en een kapot gebrandschilderd raam uitgezonderd.
Maar natuurlijk is onze dame niet meer wie ze ooit was en kwam ze niet ongeschonden uit de brand. Het unieke dak en die fraaie spitstoren werden uitgegomd door het verterende vuur. Om nog maar te zwijgen van de enorme schade binnenin.
Ik kan niet zeggen dat het het schitterend plafond, de unieke kunstwerken en relikwieën, de kunstige pilaren, de gotische bogen, de gebrandschilderde ramen, het meesterlijke portaal of de naar de hemel reikende torens waren die het mooiste zijn dat ik ooit gezien heb. Het was eerder de optelsom van een aantal elementen die de kathedraal zo groots maakten.
Ik hoop haar ooit nog in volle glorie te bewonderen. De vooropgestelde vijf jaar van President Macron, lijken mij iets te optimistisch voor zo’n gigantische restauratie, maar hoop doet leven. Vive la Notre-Dame.
Geloof het of niet, onze plannen om in mei tijdens een trip naar Parijs eindelijk de Notre Dame van binnen te gaan bekijken, waren klaar. Meerdere keren de buitenkant ervan bewonderd, nog nooit echter het interieur. Wat heb ik daar nu spijt van. Dankjewel Inge om de geschiedenis ervan én de jouwe eens op een rijtje te zetten.
Ik begrijp helemaal wat je bedoeld. Ik heb al tientallen keren langs de buitenkant gewandeld maar de binnenkant kan ik waarschijnlijk op één hand tellen. De laatste keer dacht ik nog : zou ik even snel binnengaan? Maar toen zag ik al dat volk en dacht ik : volgende keer dan maar. Nu de kathedraal heeft al veel moeten verduren in haar pakweg 800 jarig bestaan. Dit kan er ook nog wel bij. Alleen weet ik niet wanneer zo’n groot werk af zal zijn en hoe ze zullen restaureren. Maar kijk An. Zo heb je nog steeds iets om naar uit te kijken :-).