Muscat bewierookt
Het Sultanaat Oman, is één van de twee overblijvende sultanaten ter wereld (naast Brunei) en is een onafhankelijke staat, geregeerd door sultan Qaboos. Het bevindt zich in het zuidoosten van het Arabisch schiereiland, grenzend aan de Verenigde Arabische Emiraten, Saudi Arabië en Jemen.
Bij zijn aantreden in 1970 erfde de sultan een land dat vooral in grote armoede verkeerde. Er was welgeteld 10 km aan wegennet, geen ziekenhuizen of scholen. Hij investeerde in onderwijs, gezondheidszorg en infrastructuur, hierbij uiteraard geholpen door de opbrengsten van het vloeibare zwarte goud : olie.
Dankzij de olie- en gaswinning sinds de jaren zeventig gaat het het land economisch voor de wind. Sultan Qaboos wordt als god vereerd ook al geldt hij als absolute monarch. Hij zorgde ervoor dat het land lid werd van de Verenigde Naties en de Arabische Liga en speelt een actieve en vooral voorname rol in het vredesproces in het Midden-Oosten.
Maar sultan Qaboos en zijn land zijn bij ons vooral een nobele onbekende. De reden? Na zijn rol in de geschiedenis van de golfstaten neemt het land al jaren een zo objectief mogelijke positie in. Als bruggenbouwer in het Midden-Oosten, vaart het land vooral een neutrale koers om de goede relaties met de buren in stand te houden.
Buitenlanders kwamen het land niet in tot de sultan de grenzen opende. Toerisme ging pas enkele jaren geleden echt van start. Het land heeft dus lang onder een sluier van onbekendheid gezeten en was lange tijd één van de meest geïsoleerde landen ter wereld. Hopelijk komt daar de komende dagen verandering in en laat Oman ons zijn verrassende schoonheid zien en toont het met trots zijn geschiedenis.
Muscat ligt aan twee natuurlijke havens en wordt beschermd door omliggend gebergte. Vroeger werden de stadspoorten nog elke avond gesloten. Nu is het de hoofdstad van een land dat de moderne wereld is binnengetreden. Er wordt nog stevig gebouwd, maar trouw aan de traditionele architectuur. Er zijn geen wolkenkrabbers. Eén derde van de Omaanse bevolking woont in de hoofdstad.
Mijn laatste dolfijnen boottochtje liep twee jaar geleden bijna fataal af. Maar vandaag stap ik zonder angst weer de boot op in de hoop enkele van deze gevoelige dieren te kunnen spotten. De wateren voor Muscat bezorgen ons in elk geval een warm welkom of moet ik zeggen een nat welkom?
In de haven lijkt het water kalm maar iets verder op volle zee is het een heel ander verhaal. De boot danst op de hoge baren. Grote golven met witte schuinkoppen op, spatten stuk op onze boot. Het water spat in grote hoeveelheden over de reling. Het zilte water laat een zoute smaak achter op onze lippen. De boot schommelt hevig heen en weer.
We zijn een speelbal in zoveel natuurgeweld. De kapitein neemt dan ook de verstandige beslissing om niet verder in zee te gaan. Niet verder in zee betekent ook niet ver genoeg om in het leefgebied van de dolfijnen te komen. Dat betekent dan ook geen dolfijnen voor ons vandaag, maar veiligheid gaat uiteraard voor alles.
In plaats daarvan varen we langs de iets rustige kust van Muscat, maar ook hier blijft het water zich roeren. Ik geniet in het ochtendzonnetje van de prachtige natuur waarbij het Hajargebergte uitmondt in zee.
Met onze voetjes droog terug aan wal, zetten we koers richting Qasr Al Alam, het koninklijk paleis. Het is niet de residentie van de sultan maar fungeert vooral als werkpaleis. Het paleis heeft een opvallende architectuur. Het wordt officieel omschreven als een mengeling van Indische, Islamitische, westerse en futuristische stijlen.
Het is in elk geval een opvallend kleurrijk gebouw en wordt vooral gebruikt voor ontvangsten en officiële diners. Sultan Qaboos beschikt nog over zes andere paleizen doorheen het land en twee jachten in Muscat waar hij resideert.
Het paleis wordt geflankeerd door twee Portugese forten die over de baai van Muscat uitkijken: Jilali en Mirani. In de 16de eeuw profiteerden de Portugezen van een onderlinge stammenstrijd tussen de verschillende sultans en imams en regeerden ze kort over Oman.
Zij droegen ook hun ‘architecturaal’ steentje bij. Beide forten zijn nog steeds militaire forten en zijn niet toegankelijk voor het publiek.
De sultan wordt in Oman op handen gedragen. Hij heeft het land dan ook tijdens zijn regeerperiode op de kaart gezet. Het arme land werd getransformeerd tot een vooraanstaand Arabisch land waarbij de Omanieten een goed leven hebben.
De sultan is ook niet wereldvreemd. Hij is een groot liefhebber van opera en gaf in 2001 de opdracht tot de bouw van een heus operagebouw. In 2011 opende het enige operahuis op het Arabische schiereiland. Het werd opgetrokken in Omaanse hedendaagse stijl en biedt plaats aan 1.100 toeschouwers.
In deze streek heeft men niet de gewoonte naar het theater te gaan, dus de kwaliteit van de producties moet hoog genoeg zijn of de bezoekers komen niet meer terug.
Langs de Mutrah Corniche ligt de grote overdekte soek. Het is er nog even gezellig als vroeger met kleine steegjes die die typische Arabische sfeer uitademen en je wordt er bedwelmd door de geur van kruiden, parfum en … wierook. Want wie Oman zegt, zegt wierook.
Het land is één van de belangrijkste exporteurs van dit geurende goud en het is naast olie één van de fundamenten waarop de rijkdom van het land is gestoeld. Het was destijds kostbaarder dan goud. Wierook ontstaat als geurige rook bij de verbranding van kristallen gemaakt van hars maar dan wel hars van een specifieke boom die vooral in het zuiden van Oman voorkomt, in de streek van Dhofar.
Vanuit Oman vond wierook zijn weg naar de kerken van Europa, de tempels in het Oosten en naar onze huiskamers. Je vindt wierook hier in Oman op elke hoek van de straat.
De familie Al Zubair opende haar huis in de oude stad als museum en stelde haar privé-collectie beschikbaar voor het publiek. Ik ben geen grote fan van saaie musea maar dit kleine museum herbergt echte boeiende voorwerpen die mijn interesse vasthouden.
Het is niet te groot, op een uurtje ben je rond, maar het biedt een mooie blik op de geschiedenis en het leven van de Omani nu. En dus verrassend op alle gebied.
Ter gelegenheid van zijn 30-jarig leiderschap liet sultan Qaboos de Grote Moskee oprichten, de grootste van het hele land. Er werd liefst zes jaar aan gewerkt en bij de inauguratie in 2001 werden alle imams ter wereld uitgenodigd.
Het is een immens bouwwerk en een bezoek meer dan waard. Bij mijn nachtelijke aankomst in Muscat enkele dagen geleden, reden we voorbij de schitterend verlichte moskee en toen al besefte ik dat de moskee wel eens het hoogtepunt van ons bezoek aan Muscat kon worden.
Het is trouwens ook de enige moskee in Oman die door niet-moslims bezocht kan worden. En deze ochtend worden mijn verwachtingen meer dan ingelost. De vijf minaretten duiken al van ver op. Dankzij ons vroege aankomstuur kunnen we bij opening van de moskee om 8u in alle rust en stilte genieten van het heerlijke groen en de kabbelende waterpartij voor de ingang van de moskee.
De gouden koepel van de moskee schittert in het zonlicht. Hij is 50 m hoog en de bekroning van een marmeren meesterwerk. Het maagdelijk witte marmer waaruit muren en vloeren zijn opgetrokken, doet bijna pijn aan de ogen. In totaal biedt de moskee plaats aan 20.000 gelovigen waarvan 8.000 op de binnen- en buitenkoeren en 750 in de gebedszaal voor vrouwen. Maar hoe indrukwekkend de buitenkant ook is, de binnenkant verbaast nog meer.
De grote gebedshal, uitsluitend voorbehouden voor mannen, biedt plaats aan 6.500 gelovigen. Maar het is niet de oppervlakte die deze zaal groots maakt. Wel de rijkelijke versieringen en dan vooral de impressionante centrale luchter, opgetrokken in Swarovski kristal en van Italiaanse makelij.
Hij weegt meer dan acht ton en met 1.100 lampen hangt hij als een baken van licht onder de centrale koepel. Deze koepel is langs de binnenkant afgewerkt met fraaie mozaïeken. Naast deze reuze luchter, vind je in totaal 35 luchters die de zaal verlichten. Onder onze voeten ligt een gigantisch en vooral luxueus Perzisch tapijt, waaraan de verfijnde vingers van maar liefst 800 vrouwen vier jaar lang knoopten.
Het is één van de grootste en duurste tapijten ter wereld. De muren zijn betegeld met Iraanse tegels. En in tegenstelling tot andere moskeeën, bevat de zaal gebrandschilderde ramen, net zoals in onze kerken.
De Al Zayed Moskee in Abu Dhabi ging ondertussen met veel records van deze moskee lopen, maar toch blijft dit een pareltje. En in tegenstelling tot de overdaad in Abu Dhabi, blijft deze moskee ondanks de weelde die er heerst, een zekere ingetogenheid uitstralen en is het vooral een bron van rust en reflectie.
Tip: als je echt heel veel (en dan bedoel ik héééél veel) dolfijnen wil zien, dan moet je naar het schiereiland Musandam. Hele scholen dolfijnen zwommen met onze boot mee. Prachtig!