De scheve toren van … Delft
Het is onder een stralend zonnetje en doorheen een overheerlijk natuurgebied dat wij van Nootdorp naar de historische stad Delft fietsen. (Zie ook reisverhaal)
Wat maakt die stad zo historisch, vraag je je wellicht af. Welnu, Willem van Oranje heeft er tijdens de afschuwelijke tijd waarin hij door de Spaanse koning Filips II vogelvrij werd verklaard, geresideerd in een voormalig klooster. Hij werd er ook vermoord.
Vandaag willen we een aantal historische gebouwen bezoeken. We beginnen onze dag in “de Nieuwe kerk” aan de Grote Markt. Niet dat de Nieuwe kerk zo nieuw is maar er is nog een oudere kerk en dus werd de nieuwe kerk ten tijde van de bouwwerken, de Nieuwe kerk genoemd. Erg origineel dus.
Op de Grote Markt moet ik me echt in bochten wringen om er wat leuke kiekjes te kunnen nemen. Het mooie stadhuis, de Nieuwe kerk, wat oude winkelpanden, het standbeeld van ene Hugo.
De voorbereidingen voor Koningsdag zijn immers in volle gang. Podia, wc-hokjes, eetkraampjes, enz … worden opgesteld en ik moet er me doorheen laveren om een en ander op de gevoelige plaat (lees : het digitale kaartje) te kunnen zetten.
Dat de Nieuwe kerk lang zo nieuw niet meer is, verklapt ook haar geschiedenis. Treuren de Parijzenaars over de brand in de Notre Dame van enkele weken geleden, dan kunnen ze misschien troost vinden in de gedachte dat de Nieuwe Kerk van Delft tot liefst viermaal toe een zware catastrofe heeft overleefd.
Een eerste keer woekert in 1536 een grote stadsbrand. Twee derden van de stad gaat in de vlammen op. Ook de brandglazen, het orgel, de klokken, de toren en het dak van de Nieuwe kerk delen in de brokken.
Dertig jaar later raast de beeldenstorm door de Nederlanden en ook de Nieuwe kerk wordt niet ontzien. Alles wat “rooms” is moet er uit.
Een derde keer ontploft in de omgeving van de kerk een grote opslagplaats voor buskruit met alle gevolgen van dien. Vele doden en nagenoeg alle huizen in de stad lopen zware averij op. Daar moet je nu echt het buskruit voor hebben uitgevonden om dergelijk goedje middenin een stad op te slaan. Alleen al het idee ! De schade aan de kerk en aan de ruime omgeving is zo groot dat de ramp “De Delftse Donderslag” wordt genoemd.
En dan hebben we het nog niet gehad over de vierde catastrofe : de blikseminslag van 1872 waarbij de torenspits verloren ging. Die werd drie jaar later hersteld met een andere steensoort dan de rest van de toren met als gevolg dat die gaandeweg is gaan verkleuren en de toren vandaag de dag een zwarte spits heeft.
Om de Nieuwe kerk te kunnen bezoeken moet je 5,5 euro neertellen. Wie principiële bezwaren heeft om te betalen voor een kerkbezoek, zou ik toch aanraden de principes voor één keer aan de kant te schuiven. Niet alleen kan je met je ticket ook nog een bezoek brengen aan de Oude kerk, je krijgt op de koop toe nog eens een voucher voor een gratis kopje koffie of thee. Bovendien zijn de beide kerken zeer ruim gedocumenteerd. Je loopt er als het ware in twee geschiedenisboeken. Meer dan waar voor je geld dus.
Al van bij het binnenkomen merkt mijn vriend op hoe “kaal” hij de Nieuwe kerk wel vindt. Dat komt natuurlijk omdat sinds de beeldenstorm de kerk een protestantse kerk is geworden en dus anders dan in katholieke kerken er geen heiligenbeelden te zien zijn. Die zijn in 1566 allemaal vernietigd.
Ook de kerkindeling is helemaal anders. Daar waar voorheen het hoogkoor met altaar stond, staat nu het praalgraf van Willem van Oranje : de vader des Vaderlands. Hij ligt hier begraven omdat het familiegraf in Breda waar hij vandaan kwam, ten tijde van zijn dood niet bereikbaar was vermits de stad kreunde onder de Spaanse bezetter.
Sindsdien liggen hier zo goed als al zijn nazaten (lees : ook het latere Koningshuis dus) begraven in een daartoe speciaal gemaakte crypte. Het moet daar beneden zo stilletjes aan toch zowat overvol liggen.
Rondom het immense hoogkoor en het praalgraf ligt als het ware een rode loper waar langsheen nogal wat informatie wordt gegeven over de Nassau’s die hier in de crypte begraven liggen. Die crypte is voor het koningshuis heel privé dus een bezoek brengen kan niet.
Wel staat er in de kerk een maquette waardoor je als bezoeker toch een beeld krijgt van hoe het daar beneden zou kunnen uitzien. Bij koninklijke begrafenissen moet een deel van de vloer worden opengebroken en een loodzware arduinen plaat worden opgetild zodat de trap naar de crypte vrijkomt. De laatste begrafenis is die van prins Bernhard en dateert van 2004. De televisiebeelden ervan kan ik mij nog precies voor de geest halen.
Ook de “Oude kerk” of “Scheve Jan” geeft zijn bezoeker een heel grote inkijk in de geschiedenis. Hoewel de Nieuwe kerk omwille van de Koninklijke crypte een ware trekpleister is, doet deze kerk me meer dan de Nieuwe.
Komt het door de vele grafstenen, de ronduit schitterende brandglazen of de ronkende namen van mannen als Piet Hein, Johannes Vermeer, Marnix Van Sint-Aldegonde (de boezemvriend van Willem van Oranje) of gewoonweg door de stemmige achtergrondmuziek ?
Ik weet het niet … Ik voel en ruik hier in ieder geval veel meer de geschiedenis uit de werkelijk “grote dagen”.
Dat de Oude Kerk scheef staat, zal voor bouwkundig ingenieurs en architecten te belachelijk voor woorden zijn. De torenkerk werd namelijk -omdat er eigenlijk geen plaats voor was – gebouwd op een daartoe gedempte gracht.
Kun je nagaan wat zoiets met funderingen doet! Dus nog tijdens de bouw in 1325 begon de toren reeds schuin te zakken. Geen probleem … zo dachten ze toen. Het schietlood werd er nog een keertje bijgehaald en de bouw ging keurig loodrecht verder. Daarom heeft de toren ergens halverwege een knik. Met knik en al is de toren in de loop der tijden nog verder scheef gaan zakken en wordt hij daarom ook vandaag de dag nog zeer nauwlettend in het oog gehouden.
Omdat we er geen idee van hadden dat de twee kerken ons zó zouden onderdompelen in de Nederlandse geschiedenis, zijn we té moe om nog een derde en zeer belangrijk historisch gebouw dat op de agenda staat te bezoeken. En vermits – omwille van Koningsdag – een bezoek aan het Prinsenhof morgen niet kan, stellen we ons agendapunt uit tot zondag.
Van al die geschiedenis hebben we trouwens zin gekregen in een kopje koffie met wat zoets erbij. Met de voucher hebben we keuze uit zes cafetaria’s. Wij kiezen voor het gezellige “Stads Koffy Huis” dat nu de winter voorbij is, zijn terras reeds heeft opgesteld op de gracht. De zaak zegt van zichzelf dat het het Delfts meest geliefde plekje is en dat willen we toch even checken.
Het is er inderdaad zalig zitten en vanaf hier zien we heel goed hoe scheef die “Scheve Jan” wel is. Op de gebakkaart staat “Delftse donder” genoemd naar de grote ramp van 1654. Maar een ramp is de heerlijke chocoladetaart zeker niet.
De Delftenaren hebben er in tegendeel zowaar het buskruit mee uitgevonden.