Citytrippen in eigen land : Tielt in een wip
Onze camper heeft een nieuwe voorruit nodig en vermits de prijzen van de ons bekende hersteller en vervanger van autoruiten werkelijk de pan uit swingen, kiezen we voor een firma uit Tielt die de klus voor meer dan de helft minder kan klaren. Het is de dichtst bij huis zijnde betaalbare firma maar toch wel iets te ver van huis om binnen de gestelde reparatietijd met de fiets heen en weer te rijden.
Aangezien we Tielt helemaal niet kennen, stel ik mijn vriend voor om met hem mee te gaan en van de wachttijd tijdens de reparatie een toeristische “attractie” te maken. Een schot in de roos !
Tielt is een West-Vlaams provinciestadje en maakt deel uit van het Brugse Ommeland. Vermits er rust met “een tikkeltje meer” heerst, profileert de stad zich graag als een ideale uitvalsbasis voor de verkenning van de driehoek Gent-Kortrijk-Brugge.
Hoewel een zakdoek groot, charmeert het stadje me onmiddellijk. Midden het marktplein staat de werkelijk mooie Hallentoren en de markt is omzoomt met een aantal gezellige horecazaken. Het is nog vroeg op de dag maar toch vinden we al een terrasje waar we in de vroege ochtendzon van een kopje koffie kunnen genieten.
Rijkelijk veel bloemen sieren de Hallentoren, de Markt en wat verderop ook het Stadhuis en vermits de markt niet echt heel groot is, hangt hier volop een heerlijke bloemengeur. Hoe sfeervol en stemmig de markt vandaag de dag ook is, te oordelen aan de verhalen die schuilgaan achter de standbeelden van Baljuw Spierinck,
Olivier de Duivel en Tanneke Sconynckx die er op een steenworp van elkaar staan opgesteld, hebben er zich hier in een ver verleden nogal wat dramatische taferelen afgespeeld. Nieuwsgierig ? Behalve dat het gerecht ook in lang vervlogen tijden serieus wat steken heeft laten vallen, verklap ik lekker niets.
Je moet het zelf allemaal maar eens komen uitzoeken aan de hand van de drie werken van de Tieltse beeldend kunstenaar Jef Claerhout.
Ook de prachtige Hallentoren uit de dertiende eeuw heeft een en ander meegemaakt. Gelukkig is hij van de sloop gered en dat is maar goed ook want het is net de belforttoren die aan de stad dat “tikkeltje meer” geeft, vind ik.
Samen met alle andere belforten in Vlaanderen en Wallonië werd deze toren in 1999 op de lijst van het werelderfgoed van de UNESCO gezet. Precies twintig jaar geleden dus. Fier als ze zijn op hun toren maken de Tieltenaren daar nogal wat tamtam rond middels gratis bezoeken nog tot eind september.
Terwijl wij van ons koffietje genieten, vergast de beiaardier ons op leuke deuntjes. “Kere weerom reuske reuske, kere weerom reuzegom” herhaalt hij zelfs meerdere malen en dat heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat hier eind jaren tachtig een stoet werd georganiseerd met reuzenkoppen gemaakt door GAL.
Karaktervolle hoofden uit de Europese politieke wereld. Die hoofden zijn te bezichtigingen in de Hallentoren maar wij krijgen reeds een voorsmaakje in de etalage van een naburig winkelpand.
De waard van “De botermarkt” is zo vriendelijk ons de weg te wijzen naar de toeristische dienst die in het stadhuis is ondergebracht.
Dat stadhuis bevindt zich in een voormalig hospitaal uit 1245. Het is daar dat ik de mosterd vandaan haal voor het schrijven van dit verslag én voor de verdere verkenning van de stad.
Een plannetje loodst ons langsheen de belangrijkste bezienswaardigheden. En vermits Tielt een wel heel klein stadje is, zijn we in een wip rond.
Maar in die wip leren we wel alles over hoe een stel dappere Poolse soldaten o.l.v. generaal Maczek Tielt op 8 september 1944 als eerste stad op Belgische bodem van de Duitsers wisten te bevrijden. Her en der in de stad herinnert een tank, een standbeeld van de generaal en een plakkaat ons daar aan.
We fietsen een rondje langsheen de mooie hoekjes en kantjes van Tielt. We ontdekken het mooie Huis Mulle de Terschueren, passeren de Minderbroederssite en we spotten het prachtige gildenhuis dat thans dienst doet als stadsschouwburg.
We ontdekken de galgenhumor van de herberg “De kiste” schuins tegenover de Sint-Pieterskerk waar net een begrafenis aan de gang is.
We wandelen ook onder de mooie Stanislaspoort door en belanden algauw weer op de markt waar de zonnige terrassen ons lokken voor een fris streekbiertje.
De pilaarbijter smaakt, zo in het zicht van Olivier den Duivel, gewoonweg hemels.
18 reacties