Naar Piran en Terug (Deel 2)
Naar Piran en Terug
Na drie dagen Sloveense kust, was het tijd om aan onze terug reis te beginnen. Een vriend had ons getipt om eens te passeren in Vicenza. Iets buiten het stadje hadden we daar een B&B Il Melo geboekt.
Hier werden we heel hartelijk ontvangen maar de namiddag was ondertussen al wat gevorderd en we besloten niet meer naar het stadje te gaan maar na de autorit van deze morgen, onze fiets op te stappen en de heuveltjes die in de andere richting op ons lagen te wachten even op te rijden. Een kleine fysieke uitdaging maar het landschap dat je boven te zien krijgt is wel de moeite.
De eigenares van de B&B had ons naar de Country Club achter de hoek verwezen voor een gezellig avondmaal en dat was volledig terecht. Ons etensuur was nog niet helemaal aan de Italiaanse steden aangepast en toen we om 19.30u op het in het groen gelegen terras aankwamen zaten we daar wat alleen maar een uurtje later liep de zaak toch gezellig vol.
Buiten het lekkere bistro eten kon je hier ook verschillende eigen gebrouwen biertjes uit proberen. Niet slecht voor een wijnland maar een van de bieren stond wel aangeduid als gebrouwen op “Belgische” wijze. Wij fier.
De volgende morgen reden we met de fiets 5 a 10 km verder naar het centrum van Vicenza. Verrassend en het is niet te begrijpen dat dit stadje niet meer bezoekers ontvangt. Langs de andere kant is dat dan ook een pluspunt want het stadje wordt nog weinig of niet overrompeld door een toeristische golf en behoud daardoor zijn typische Italiaanse eigenheid.
In het midden van de stad kan je dan ook tussen de locals lekker eten aan democratische prijzen. Desondanks zijn er verschillende gebouwen en monumenten die heel wat historische waarde hebben. Het Teatro Olimpico was bijvoorbeeld iets wat ik nog nooit elders had gezien. Maar ook sommige kerken, pleintjes en restaurants waren de moeite waard. Het was inderdaad een leuke tip.
De volgende dag zakten we verder huiswaarts af in de richting van Lago d’Iseo. Ik had vernomen dat dit kleinere broertje van de grote meren in het Noorden van Italie als het mooiste meer aangeschreven stond.
Onderweg stopten we nog even in Sirmione op een schiereiland aan het Garda meer. Op deze dag half weg juni was het hier al een overrompeling. De toeristische sector had dit dorpje volledig ingepalmd en omgevormd in een schiereiland met alle mogelijke toeristische rommel-winkeltjes die de eigenheid van het dorpje volledig had overwoekerd.
Onze teleurstelling zorgde ervoor dat zelfs de paar mooie hoekjes ons niet meer konden overtuigen. Wat een tegenstelling met gisteren in Vicenza. Hier zijn we niet lang gebleven. Onze tijd werd vooral verdaan aan het wandelen van de afgelegen parking (want dichterbij stond echt alles vol of stil in de file) tot in het dorpje en terug. Dit was echt een toeristenval. Letterlijk en figuurlijk.
Aan Lago d’Iseo hadden we even buiten het dorpje Marone een boeking geplaatst bij Agriturismo El Giardi. Als je op de kaart kijkt lijkt even buiten het dorp wel volledig anders dan in werkelijkheid. Van beneden aan het meer tot aan El Giardi moest 200m hoogteverschil overbrugd worden en daarvoor stuurde de GPS ons even rond het achterland in en terug.
Ondertussen werd de weg steeds smaller en kronkeliger. Veel centimeter waren er niet meer over langs weerskanten van de wagen toen we op het einde van een doodlopende weg de oprit van de Agriturismo konden oprijden. Maar de trip was de moeite waard. Deze kleine Agritur (slechts 5 kamers) is prachtig gelegen met een weids uitzicht over het meer vanuit het heerlijke zwembad en het kleine restaurant.
Elke avond konden de gasten hier heerlijk op het terras eten. Er zijn slechter plaatsen op de wereld om de dag vredig af te sluiten.
Van in de Agri kon je te voet op een half uurtje naar beneden naar het kleine dorpje aan het meer maar terug komen duurde wel langer dan een uur en bij terugkomst was je blij dat er een zwembadje op je lag te wachten. Dus die wandeling hebben we maar één keer gewaagd.
Wel kon je iets verder omhoog wandelen naar Monte Guglielmo (+1900m) waar je een ongelooflijk vergezicht moet hebben over de omliggende bergen. Wij dus naar boven met genoeg water om de warme temperaturen tijdens de beklimming aan te kunnen. Ergens zijn we wat van de weg afgedwaald en veranderden de tekens in blau-weiss Alpen wegmarkeringen waarbij we op sommige momenten op handen en voeten naar boven moesten klauteren.
Zweten, zweten en spannend want naar boven is een ding maar terug naar beneden??? Gelukkig kwamen we verderop terug op de normale wandelweg en waren we gerustgesteld dat we de steile afdaling langs daar konden afmaken. Hoe meer we stegen hoe meer wolken zich opstapelden rond het monument op de top en even later verdween het helemaal in de mist.
Van de warme temperatuur was plots geen sprake meer en onze bezwete t-shirts voelden algauw nat en koud aan. Daar hadden we niet opgerekend en we waren dan ook superblij dat we juist onder de top de Rifigio Almici konden binnenwippen.
Middag en tijd voor een vlugge hap terwijl we wat konden opwarmen. De inrichting van de berghut ziet er wat sober uit maar de verzorging van de huttenwacht was niet te schatten. Een pasta met een frisdrank en een koffie achteraf waar de huttenwacht spontaan een extraatje straf gerief in goot, we kregen nog een stukje taart en bij betaling nog een schnapske. Dit alles voor 15,- EUR voor 2 personen. Kan dat echt? Ik vraag het me ook nog af.
Op weg naar beneden was de zon er even vlug terug en wij opgewarmd.
De volgende dag fietsen. Rond het meer is er mooi fietspad aangelegd met grote autovrije delen. Met het zomerse weer is dit een leuke actieve onderneming. Op de fiets is er altijd een zuchtje wind. Rond het meer liggen ook wel wat leuke dorpjes Lovere, Pisogne, Riva di Solto …. en ook het nog onbekende Lago di Endine iets verderop kan mits een kleine inspanning afgefietst worden.
Op deze zondagmiddag leek het erop of alle Italianen van de omgeving zich in het groen rond dit meer aan het voorbereiden waren op de wekelijkse familiale bijeenkomst met BBQ aan het meer. Wij hebben het Noordelijk deel van het meer zo afgefietst maar eigenlijk kan je zonder veel moeite het meer volledig rond.
In het Lago d‘Iseo ligt ook een eiland. Met een overzet kan je dit gemakkelijk vanuit verschillende plaatsen bereiken. We probeerden hier ook een daguitstap van te maken want rond het eiland kan je een mooie wandeling maken en op tijd en stond een stoppen bij een baaike of een terrasje.
Spijtig genoeg was dit de enige dag van onze vakantie dat de regen het overnam van de zon. Onze wandeling was dan ook op een halve dag afgelopen want op een strandje liggen of op een terrasje zitten is in zulke omstandigheden niet onze favoriete bezigheid.
De volgende stop in onze trip was Bedretto op de Nufenenpas in Zwitserland. Terug een paar honderd kilometer huiswaarts. Onderweg zijn we nog even gestopt in Val Verzasca aan de Ponte dei Salti in Lavertezzo. Een romantisch plaatsje als er wat minder volk zou rondlopen.
De dorpjes in het dal zien er nog uit zoals in de oudheid en de turquoise kleur van de rivier geven een meerwaarde aan het al mooie dal. Maar we hebben niet veel tijd, even relaxen aan het water en terug door naar Bedretto.
Halverwege de Nufenenpas ligt het kleine Hotel Chalet Stella Alpina. Klein, leuk en verzorgd en aangenaam personeel. Ondertussen was de temperatuur echter zwaar opgelopen en toen we ’s namiddags onze benen nog even testen en met de fiets naar boven probeerden te rijden moesten we halverwege toegeven dat dit zottenwerk was. Terug naar beneden en rustig aan op het terras met een pilsje.
De volgende dag trokken we dan met de auto toch tot op de pass zelf 2480m hoog en de grens tussen Ticino & Wallis.. Verrassend hoeveel sneeuw dat er hier nog langs de baan lag ondanks de extreem hoge temperaturen.
We hadden gedacht om van hieruit naar de Capanna Corno Gries (2338m) te wandelen maar de wandelwegen waren nog niet van de nodige pijlen voorzien en ook grotendeels verstopt onder sneeuwlagen. Dus dat was te gevaarlijk. Onze laatste verlofdag hebben we dan al rustend door gebracht op onze camping stoeltjes langs de kant van de rivier.
De volgende dag nog 800km autorijden naar huis. Konden we nu nog maar eens drie weken terug reizen in de tijd….
14 reacties