Borderline Bedretto Short Trekking
Borderline Bedretto Short Trekking
Zoals elk jaar zochten we begin september met enkele vrienden ons trekkers gerief bij elkaar en trokken onze bergschoenen al aan. Op weg naar Val Bredetto, net achter de Gotthardtunnel naar rechts de Nufenenpas op. Een autoritje van 800km.
We hadden voor onze eerste nacht gereserveerd in Hostel Easy B&B in Bredetto. Dit is een bijgebouw van het Hotel Stella Alpina, een kilometer verder in Bedretto Ronco. De uitbating van het hotel had echter nog vrije kamers in het hotel zelf en bood ons spontaan een upgrade aan om de nacht toch maar niet in de koude hostel door te brengen maar in de iets luxueuzere kamers van het hotel. Een goede start voor we begonnen aan onze huttentocht. Een eerste nacht goed slapen is alvast een opsteker.
Alle Alpentrekkers weten dat bijna elk jaar opnieuw in het begin van september een eerste sneeuwzone de bergtoppen een laagje witte glans meegeeft. Dat was ook dit jaar niet anders. Maar we hadden geluk. De sneeuw was in het weekend gevallen. Op de webcams van de omgeving zag daarna alles mooi wit maar toen we woensdag avond aankwamen veranderde het weer terug in het zonnige zomerweer waar elke trekker van droomt.
Donderdagochtend na een Zwitsers hotel ontbijt, toch nog altijd beter dan de meeste berghut frühstücken, stonden we te trappelen onder een staal blauwe hemel om de bergen in te trekken. Om onze fysiek een beetje te sparen en onszelf de mogelijkheid te geven iets verder te gaan, namen we nog de wagen tot op 2000m op de Nufenenpas tot aan het bergpad naar de Capanna Corno Gries. https://www.corno-gries.ch/ Een uurtje opwarming omhoog tot aan de Capanna 2338m. Prachtig gelegen en een heel moderne, knap ingerichte berghut.
Dit was echter niet ons doel voor vandaag maar deze hut staat zeker genoteerd voor een volgende keer. We trokken eerst nog wat hoger op de Griespas (2600m). Hier waren nog wel wat sporen van de sneeuwval van vorig weekend. Dat maakt alles natuurlijk nog wat sprookjesachtig.
Boven op de Griespas moesten we terugkeren want onze bestemming voor vandaag lag langs de andere kant van de Capanna Corno Gries.
Nog even eten op het terras van de berghut en dan via de bovenweg verder naar San Giacomo. Een gemakkelijke bergweg met slechts geringe hoogtewisselingen tot aan de grens met Italie. Hierboven geen Border Control.
Van hieruit ging het verder langs een brede grindweg zachtjes naar beneden tot aan de Rifugio Maria Luisa (2160m). https://www.rifugiomarialuisa.it/en/ Mooie uitzichten overal in het rond.
Een Italiaanse berghut is toch nog iets anders dan de Zwitserse of Oostenrijkse hutten. Wel wat primitiever, maar daarom niet minder gezellig en over de sympathieke bediening viel al helemaal geen commentaar te geven.
Buiten op het terras in de stralende zon werden we langs alle kanten in het oog gehouden door de vele marmotjes die benieuwd meetelden hoeveel pintjes die Belgen wel dronken na een eerste dag trektocht.
Binnen was het wel ijskoud en we waren blij dat bij het avondeten de houtkachel aangestoken kon worden. Gezellig maar ook hier om 22.00 iedereen naar bed.
De eerste dag was maar wat inwandelen. De volgende ochtend vertrokken we in de richting van Capanna Cristalinna. Andere trekkers die we de vorige avond aan tafel in de berghut hadden gezien, hadden deze tocht de dag voordien in omgekeerde richting gedaan.
7u stappen gaven ze aan en zij zagen er wel wat jonger en sportiever uit dan de meeste uit ons groepje van 55-60 jarigen. Dat beloofde. Om 8.45u na nog een groepsfoto voor de Rifugio waren we al op weg om ons zeker niet te laten verrassen.
Na een kwartier waren we het spoor al bijster. Nergens nog rood-witte aantekeningen te zien. Goed Bezig. Maar geen paniek. Mits de nodige moderne GPS technieken en kaarten waren we snel terug op het juiste spoor.
De omgeving was ook prachtig maar veranderde al te snel van alpenweide en alpen meertjes in rotsblokken parcours steil omhoog naar de Brocchetta di Val Maggia 2635m.
Fysiek, geen schrik en enige behendigheid is dan wel noodzakelijk. Bij deze eerste hindernis liep ons tijdschema al dadelijk een stuk achterop. Maar iedereen geraakte nog boven. Even van het uitzicht genieten of van de inspanning bekomen. Hier boven waren er twee opties.
Naar beneden door het dal naar Lago Robiei en dan terug helemaal 600m naar boven naar Capanna Cristalinna of de bovenweg over de bergen een beetje op en af maar dan zouden we toch niet helemaal tot beneden moeten gaan en op het laatste die 600m moeten stijgen. We namen de laatste optie. Achteraf zou blijken dat dit de verkeerde keuze was.
Allicht veel mooier want boven op de kam zijn de uitzichten natuurlijk veel grootser maar de moeilijkheidsgraad boven op de berg is natuurlijk ook iets lastiger en het blijft dan toch ook heel de tijd op en af. We geraakten dan ook nog wat achter op ons tijdschema, temeer omdat een van de stappers zijn knie blokkeerde en ons tempo sterk werd gedrukt. Het zag er naar uit dat het een lange dag ging worden.
Te midden van de overweldigende bergwereld kwamen we Patricio tegen in Arzo, een 4-tal kleine stenen optrekjes op de kant van de berg. Patricio was bezig met de restauratie of het onderhoud van deze stenen hutjes. Erfgoed van de gemeente. Toen hij hoorde dat we Belgen waren, haalde hij spontaan enkele biertjes uit de koele ruimte.
Enthousiast en blij dat zijn eenzaamheid even werd onderbroken, begon hij ons te vertellen over de omgeving, zijn werk aan de huisjes en de steenbokken die deze ochtend nog bij wijze van spreke bij het ontbijt aan zijn terrastafel waren gepasseerd. Op elke huttentocht kom je toch telkens weer zulke leuke verrassingen, ontmoetingen tegen die de inspanning een meerwaarde geven. Doch deze was van korte duur. Pintje dadelijk naar binnen en terug verder want de tijd liep verder.
Dadelijk daarna ging het pas echt steil naar beneden richting Lago di Robiei. Het liep verkeerd met onze knie-patient. Het tempo viel helemaal terug. Halverwege de afdaling zagen we beneden naast het stuwmeer een soort toren met een terras. Allicht een plaats waar kon geslapen worden.
We stuurden één van onze frisse mannen vooruit en die kon ons even later geruststellen en de reservatie voor de volgende nacht van onze groep in Albergo Robiei bevestigen. Het duurde nog even voordat iedereen eindelijk beneden was maar iedereen was tevreden dat we in deze eigenaardige toren konden eten en de nacht doorbrengen. De Albergo was zo goed als een hotel. Mooie kamers en ook het eten viel best te smaken.
We zaten hier praktisch alleen en vroegen ons af wat de oorsprong van dit gebouw op deze locatie kon geweest zijn. Verblijfplaats van de vele werkmannen die de vele stuwdammen in de omgeving mee hadden opgebouwd? Het bleef bij gissen.
Capanna Crisalina stond hier wel aangegeven als nog 3 uur stappen. Dat was allicht ook voor de best onder ons een beetje te veel van het goede geweest om dit in de vooravond nog af te haspelen. We waren blij dat we deze nacht een goede slaapplaats hadden gevonden.
De volgende ochtend moesten we echter wel terug omhoog over de kam waar de Capanna Cristallina lag in de richting van Bedretto. Terug 600m omhoog. De knie van onze reisgenoot was wel beter maar nog niet toppie. Maar als ze niet mee de berg over ging, zou ze helemaal rond moeten proberen te reizen met de kabellift, bus, trein, bus via Locarno en Airola tot in Bedretto. 130km.
Ook geen plezant vooruitzicht. Dus ging ze het er maar op wagen en vatte ze ook vandaag weerom de tocht met de groep aan. Het eerste gedeelte viel ook nog goed mee op een brede verharde weg tussen verschillende stuwmeren maar uiteindelijk moesten we ook hier via kleine steile bergpaadjes tussen de rotsen omhoog klauteren. Nog een geluk dat we dit in deze richting omhoog deden, want in de omgekeerde richting naar beneden leek pas echt een hachelijke onderneming. Zo steil.
Op een goede drie uur waren wel echter boven. Het schema zat voorlopig nog goed. Normaal hadden we hier dus in de hut de vorige nacht moeten slapen. Nu namen we in de schaduw van de hut ons middageten. De omgeving hier stond aangegeven als steenbokkengebied maar slechts enkele gemzen snelden langs de hellingen verbazend snel omhoog. Daarna begonnen we aan de afdaling.
Van 2572m naar 1350m. Normaal hadden we deze lange afdaling onderweg nog even onderbroken om even over de col naar Lago Del Naret te kijken maar vanwege ons veranderd programma kwamen we daar niet aan toe. Het was dus afdalen en afdalen. Niet te steil maar wel lang. Zei ik lang? Ja, lang. En warm. We waren echt blij dat we met dit stralend weer onze tocht konden afwerken maar hoe meer we zakten, hoe warmer het werd.
Nergens enige schaduw in het eerste stuk van de afdaling en we waren dan ook echt blij dat we de boomgrens bereikten en even uit de zon konden uitrusten.
Het kon ook niet anders dan dat de knie van onze medetrekker onder het gebonk van het naar beneden stappen terug begon op te spelen. Uiteindelijk moest ze (met een begeleider) de door ons geplande route verlaten en vanaf Alpi di Cristalinna de gemakkelijker begaanbare verharde weg naar beneden volgen in de meer oostelijke richting terwijl Bedretto in westelijke richting lag.
Wij doken vanaf dit punt 1800m bij wijze van spreke recht naar beneden tussen de bomen naar Bedretto om de wagen te gaan halen en haar op te pikken als ze beneden kwam in Fontana 6km verderop zodat we haar die laatste km konden besparen.
We waren deze ochtend voor 9.00u vertrokken en het was stipt 17.00u toen we aan onze vertrekplaats Stella Alpina in Ronco Bedretto onze zakken van onze schouders konden gooien. Oef. Even een fles spuitwater naar binnen slokken want onderweg in de hitte was onze hele voorraad drank er aan gegaan.
Nadat we onze collega 6 km verder hadden opgepikt, konden we ons eindelijk te goed doen aan een lekkere aperitief en we lieten ons het eten lekker smaken. Iedereen tevreden dat hij/zij deze prachtige ervaring had mogen meemaken. Nog een nachtje slapen en morgen terug met de auto huiswaarts. Een mooie herinnering rijker.
Van knieperikelen weet ik alles. Een avontuur zoals jij er een meemaakte, is voor mij helaas niet meer mogelijk. Ik heb desondanks wel genoten van je verslag en je prachtige foto’s. Dank je Gert !