Ik testte de snelste skipiste ter wereld.
Man from Mars in Vars.
Ik sta naast hem op de skipiste. Hij draagt een rood latex-pak, mompelt wat door zijn helm en gebaart me dichterbij te komen. Aan zijn benen heeft hij spoilers getapet, zijn helm ziet er buitenaards uit en zijn rode rubberen pak glimt als nooit tevoren in de ochtendzon. Zo nu en dan glijden er wolkjes van onder zijn Ferrari-helm. Het is koud die ochtend op de piste Chabrières, de moeder van alle pistes… De snelste skipiste ter wereld ook, de enige plaats waar het sneller gaat dan 250km/u.
Het was hier dat het snelheidsrecord in 2016 werd verbroken: aan 254,958 kilometer per uur gleed de Italiaan Ivan Origone naar beneden. Duizelingwekkend. Zo snel ben ik nog nooit met de wagen gereden, laat staan met de motor… of ski’s. De man die nu voor me staat is een West-Vlaming: Joost Vandendries.
“Nu wordt het trainen voor het Wereldkampioenschap. En daarnaast heb je ook nog de Speed Masters, daar nemen werkelijk de snelste skiërs ter wereld het tegen elkaar op.”.
Joost vertelt het met een stoïcijnse kalmte waar ik bijna ongemakkelijk van wordt.
Hij verbrak in 2019 het 22-jaar oude Belgisch record door aan 218,845 km/u naar beneden te komen. Voor mij doemt een helling op die op sommige plaatsen een hellingsgraad van 98° bedraagt… Ik reken even snel uit en besef dat je dan gewoon in vrije val naar beneden komt. “Speedski is trouwens de op één na snelste niet-gemotoriseerde sport ter wereld.”, vertrouwt Joost me toe, “na speedskydiving…”.
“Het parcours is opgedeeld in drie zones: de versnellings-, timing- en afremzone. Totaalafstand is 1000 meter, waarin je een hoogteverschil van 450 meter overbrugt. De versnellingszone is 450 meter lang, waarin we versnellen tot 200 km/u, daarna ga je 10 seconden boven de 200! Hoe hoger de piste, hoe lager de luchtweerstand, dus hoe sneller je gaat…”.
Mijn gedachten dwalen verder af en ik kan me maar moeilijk concentreren. Soms lijkt het ook alsof Joost zichzelf aan die rauwe cijfers houdt, zodat hij zich geen zorgen maakt over de gevolgen. Vorig jaar liep het fout: toen hij zijn eigen record wilde verbreken, kreeg hij zijn rechterbeen aan hoge snelheid niet onder controle. Het gevolg: hij slingerde als een lappenpop over de skipiste en kwam tot stilstand met 9 breuken, waaronder één in zijn ruggenwervel. “Dat wordt nu het belangrijkst, dat vertrouwen herwinnen. Want zonder vertrouwen ben je niks in deze sport.”.
Even later sta ik samen met Joost op 200 meter van de eindmeet, met een gapende helling onder ons. “Het ziet er erger uit dan het is, hoor.”. Dadelijk zal ik hier samen met hem mijn eigen snelheidsrecord trachten te verpulveren. Momenteel staat dat op een luttele 79 km/u. “Het is echt simpel: door de knieën, ellebogen tussen je dijen goed buigen en… bidden.”, laat Joost nog weten, waarna hij zijn heupen keert en als een speer naar beneden schiet. “140 km/u”, hoor ik over de walkies. “Waar ben ik in godsnaam mee bezig?”, vraag ik mezelf af, “Dit is gekkenwerk, straks breek ik wat en moet ik gerepatrieerd worden.”.
Ik raap alle moed bij elkaar, buig de knieën en met een knullige sprong duik ik de diepte in. Wow, wat gaat dit snel! Wat Joost me zonet toevertrouwde, klopt helemaal. Dit is vooral een mentale sport. Mijn ademt stokt, het skipak wappert en al snel heb ik de indruk dat ik de geluidsbarrière ga doorbreken! Yihaa! Mijn longen schreeuwen het uit, al moet ik toegeven dat het angstkreten zijn. Ik ga over de finish. Wàt een gevoel!
“Ja, je haalde 84km/u.”. De boodschap kon me niet droger worden meegedeeld. 84? In mijn ogen deed ik met gemak 150 km/u?! Dit is een lesje in nederigheid want mentaal zat ik absoluut aan mijn limiet, terwijl ik zelfs niet sneller ging dan de gemiddelde 16-jarige op zijn opgefokte Camino, in de bebouwde kom.
Het mag duidelijk zijn: wat deze mannen hier presteren verdient ons absolute respect. Want ik weet dat het makkelijk klinkt: bovenaan een berg staan, je benen buigen en naar beneden glijden. Maar de echte oorlog in het speedskiën speelt zich af in je hoofd: het is voortdurend wikken en wegen, kiezen tussen leven en geleefd worden. Die 254 km/u zal ik nooit halen en eerlijk? Dat hoeft ook helemaal niet…
Traag gaat ook…
Vars bestaat in feite uit vier dorpjes: Sainte Catherine, Les Claux, Sainte Marie en Saint Marcellin. Les Claux is voor wintersporters het meest efficiënte dorp: alles wat je maar nodig kunt hebben tijdens een skivakantie vind je op loopafstand, en de liften liggen naast de deur. Het skigebied, La Foret Blanche, biedt in totaal 112 pistes, 38 skiliften wat een totaal van 185km aan pistes oplevert. Ik word opgewacht door Frank een zogenaamd “pisteur”. Elke dag gedurende het skiseizoen, staan deze pisteurs klaar om alle pistes te controleren op onregelmatigheden. Ze bekijken ook de bewegwijzering, de waarschuwingsborden… “We controleren de netten, mochten die weggezakt zijn, putten ook. Onze grootste zorg is het werk van de Snow Cats vergemakkelijken. Zij gebruiken weerhaken met daaraan een kabel om de steilste helingen de baas te kunnen. Mijn grootste vrees is dat er ooit een skiër tegen zo’n kabel knalt en letterlijk gefileerd wordt. Daarom nog eens een warme oproep: betreed nooit de pistes nog voor ze geopend zijn. Het is levensgevaarlijk.”.
Frank is het hele seizoen stand by, om mensen te redden op en buiten de pistes. “De meeste ongevallen gebeuren buiten de piste, mensen zijn zich niet bewust van het lawinegevaar. Zo hebben we vorig jaar nog iemand uit een lawine gered. De persoon was buiten bewustzijn en werd meteen afgevoerd naar het ziekenhuis van Briancon. Het ergste aan lawines is dat je niet weet hoeveel mensen er in zitten. Je leeft tijdens je reddingsoperatie voortdurend in onrust.”.
Frank geeft een go: deze piste mag geopend worden. Wat daarna volgt is pure powder pleasure. De kilometers piste die ik verslind met mijn snowboard gaan erin als zoete koek. En dat tot groot jolijt van onze skimonitor: Tom Theillet is geboren en getogen in Vars, hij kent het skigebied als zijn broekzak en is zowat de beste ambassadeur. “Wat Vars uniek maakt? Ja, je hebt enerzijds het speedskiën, maar er is nog zoveel meer te ontdekken. Er zijn de slopestyle-wedstrijden, de big air, maar als je het wat rustiger aan wil doen, dan kan je ook altijd met je sneeuwraketten 40 kilometer bewergwijzerd wandelpad ontdekken. En dat allemaal op twee uur rijden van Marseille, geloof me: dat is uniek in de wereld!”.
Vars heeft inderdaad een aantal grote troeven: een vallei op meer dan 1850 m hoogte, die zich vleit tegen de prachtige toppen van bergketen Eyssina, dat is prachtig. Bovendien zorgt de nabijheid van de Cote d’Azur voor een gematigd klimaat met zachte temperaturen en sneeuwzekerheid.
“Heb je de Caribou al getest? Onze nieuwe rodelbaan!”. Toms woorden zijn nog niet koud of ik bevind me al in een karretje en glijd aan aardige snelheid de berg af. Met een lengte van 1027 meter lang en een hoogteverschil van 123 meter is dit de langste rodelbaan van West-Europa! Rodelen, sleeën, schaatsen, … of een hobbelig ritje op een band terwijl je voortgetrokken wordt door een Brabants trekpaard: ook aan de kleinsten is gedacht in Vars.
Kom uit je schelp!
Ondertussen wordt het me duidelijk: kinderen, ervaren skiërs, wandelaars,… allemaal komen ze aan hun trekken in dit skistation. Maar dat geldt ook voor de meerwaardezoeker. Mijn aandacht wordt getrokken door een chalet met het opschrift: Vars Coquillages. Zeevruchten? Op 1800 meter?
“Eigenlijk is dit één grote grap.”, krijg ik van eigenaar Thierry te horen. “Tijdens één van onze nachtelijke escapades zwoor ik tegen mijn vriend Pascal dat ik oesters zou gaan aanbieden naast de pistes. Wij zijn allebei van Marseille en houden van de bergen en van dit station, maar na een tijdje beginnen we te snakken naar vis en zeevruchten.”. Zo gezegd, zo gedaan: Vars Coquillages was een feit en al snel gingen de oesters in hun foodtruck in ijltempo over de toonbank. “Wij doen aan après ski 2.0!”, gaat Pascal verder: “Eigenlijk was het de bedoeling dat we genoten van ons pensioen, maar dit project is alweer uit zijn voegen gebarsten.”. De bemanning van het restaurant is bijzonder vrolijk, ze brengen er de ambiance al meteen in en voor ik het weet presenteert Pascal me een eerste bordje ter degustatie. Carpaccio van Sint Jacobsnootjes met een beetje zeewier en lompviseitjes, gevolgd door scheermesjes met een heerlijke marinade van look en kerstomaten. Aangezien de wijnkaart werd samengesteld door de beste sommelier van Frankrijk is het verdict simpel: beide heren hebben hier een succesformule in handen die simpelweg niet kan mislukken.
Ik heb het diner nog niet half verteerd of bevind me al achterop een sneeuwscooter. “Daarboven ga je slapen.”. Mijn piloot wijst naar de top van een berg. Achter ons smelten de feeërieke lichtjes van het centrum van Vars zachtjes weg. De sneeuw glinstert onder het maanlicht, de bergtoppen hullen zich in stilte. Voor mij duikt een gezellige chalet op, versierd met kerstlichtjes, op de gevel prijkt een naam die de lading helemaal dekt: Chal’Heureux.
Het doet wat met een mens, zo onder vanuit een jacuzzi gapen naar duizenden sterren aan de hemel, omgeven van een dik pak sneeuw… De formule van Le Chal’Heureux is uniek: je verblijft op de berg, geniet er van een heerlijke wellness in de pure buitenlucht en sluit de avond af met een heerlijke kaasfondue. En of we goed geslapen hebben! De volgende ochtend stap ik uit bed en meteen op de pistes. Klaar om weer een ander deel van Vars te ontdekken!
Bereikbaarheid
- 996km vanaf Brussel (toon route). Vanaf de snelweg ben je nog 156km onderweg naar je bestemming.
- Te bereiken via Grenoble. Je rijdt over de Franse tolwegen (waarbij Lyon het grootste knelpunt is). De rit tot Grenoble kost je grofweg 45 euro. Zeker op wisseldagen kan het bij Grenoble bijzonder druk zijn.
- Het dichtstbijzijnde vliegveld bij Vars is Turijn op 153km rijden.
- Meer informatie op www.vars.com
- De hotels waar ik verbleef waren: www.chalheureux.com
- of http://www.hotelecureuil.com/