Normandië dichtbij
Normandië had alles al om een toeristische trekpleister te worden. Alleen al denken aan dat lekkere eten waar Normandië om bekend staat, brengt me het water in de mond. De ligging aan het water maakt dat al dat lekkers uit de zee in torenhoge, lekkere plats fruit de mer eindigen of in culinaire creaties tevoorschijn worden getoverd. Zelf moet ik de oesters, mosselen, wulken en andere schelpdieren aan mij laten voorbijgaan, maar een bord met schaaldieren gaat er altijd in. Mmm, een lekkere krab of kreeft uit de Noordzee en de ietwat bijzonder uitziende langoustines en langoustes. Heerlijk is het hiervan te smullen met zicht op het water terwijl het water inbeukt op de golfbrekers.
En dan hebben we het nog niet over de kazen zoals de smeuïge Camembert of Pont L’Evêque gehad. Ik kan Camembert eten op elk moment van de dag. Bij het ontbijt met nog lekker warm stokbrood, als lunch opgewarmd in de oven met een fris slaatje of ’s avonds op een lekker kaasplankje.
En van al dat eten krijg je dorst. En dat hoef je hier ook niet te lijden. Geen wijnranken in dit deel van Frankrijk maar het eerder Belgische weer zorgt wel voor bloeiende fruitgaarden met de appel voorop. En van die appel maken ze hier appelwijn, de beroemde cider. Voor wie het wat meer mag zijn is er de appelbrandewijn calvados, zeg maar appel cognac. En dan is er nog de pommeau, een versterkte wijn genre porto en sherry en die gemaakt wordt van calvados waaraan appelsap werd toegevoegd. Ideaal als aperitief of dessertwijn of voor bij mijn kaasplankje met brie.
Maar in Normandië is meer te doen dan het stillen van de innerlijke mens.
Er zijn de kastelen zo mooi en pittoresk, dat ze er aan de Loire jaloers van worden.
Er is de geschiedenis van de Normandische koningen met een speciale vermelding voor de strijd om de Engelse troon en waarbij Willem De Veroveraar zijn naam alle eer aandeed. Deze pijnlijke strijd werd wonderlijk en zeer precies uitgebeeld in het immense borduurwerk ‘het Tapijt van Bayeux’. Het tapijt hangt ondertussen niet meer in de kathedraal van Bayeux maar heeft zijn eigen plaatsje gekregen in het museum.
Over kathedralen gesproken, die van Rouen werd door de Franse impressionistische schilder Claude Monet voor het nageslacht vereeuwigd, niet éénmaal of tweemaal maar verschillende malen. Hij creëerde de reeks de ‘Kathedraal van Rouen’, en schilderde ze telkens vanuit bijna hetzelfde standpunt maar wel op een verschillend momenten van de dag of bij verschillende weersomstandigheden. Monet haalde niet alleen in Rouen inspiratie, maar ook dichter bij huis, in zijn eigen tuin zelfs. Zijn huis in Giverny kan nog steeds bezocht worden, inclusief de bijhorende tuin. Zijn liefde voor de tuin komt veelvuldig terug in zijn werken. Bij een bezoek aan de tuin zal je zeker zijn watertuin, het spiegelende wateroppervlak, de waterlelies en de beroemde Japanse brug herkennen.
En dan is er nog de fascinerende Mont St Michel op de grens met Bretagne. De mystieke rots die naargelang het tij al dan niet vasthangt aan het vastenland en bekroond wordt door een abdij. Een stukje machtige, wilde natuur waarop duizenden toeristen graag samentroepen.
Deaville was vroeger niet meer dan een boerendorp. Gaandeweg werd het een chique badplaats met immense villa’s, een paardenrenbaan, golfbanen, een casino, luxueuze hotels en de plaats waar filmsterren elkaar ontmoeten op het festival.
Wie het liever iets gezelliger heeft kan ook terecht in Honfleur, een lieflijk vissersdorpje niet ver van Deauville. Geliefd bij iedereen voor de schattige huizen, knusse straatjes, gezellige restaurants, en de oude vissershaven.
Normandië ademt voor mij sowieso gezelligheid uit. Dorpjes met honingzoete huisjes afgewisseld met glooiende velden en boerderijen die kaas en calvados verkopen, zien er uitnodigend uit. Als ik ooit een tweede verblijf zou kopen in het buitenland, zou het waarschijnlijk in Normandië zijn.
Ja, Normandië had alles al om een topbestemming te zijn. En toen kwam 6 juni 1944…
Zo leuk , Inge om eindelijk weer wat te kunnen lezen van jou. Ik vind Normandië zelf ook een heel fijne (en lekkere) streek om te vertoeven. Ik denk trouwens dat ik hier een paar verslagen van onze reizen erheen heb laten publiceren. Ik herinner het mij niet zo goed meer.
Ik hoop dra nog meer van jou te kunnen lezen. Een blij weerzien !
Dag An, inderdaad zo leuk om terug te zijn en tof om als eerste iets van jou te horen. Ik heb het gemist de afgelopen maanden al ben ik blijven schrijven. Ik had gelukkig nog wat reizen gemaakt voor dat kleine opdondertje ons leven op zijn kop zette. Inspiratie genoeg en hopelijk lees ik ook snel iets van jou.
Ik ben ook blijven schrijven, Inge. Ik ben intussen met een eigen reisblog gestart. Grasduinen kan je op https://reiskriebelsinpakkenenwegwezen.blogspot.com/
Er staan ook wel verslagen op die je hier misschien reeds hebt gelezen. Maar omdat ik vreesde dat deze website misschien zou opgedoekt worden en ik mijn verslagen daarbij zou kwijt geraken, heb ik een aantal van mijn oudere verslagen ook op mijn eigen blog gezet. Ga gerust eens een kijkje nemen. Er vallen zeer zeker verslagen over Normandië te lezen. Maar ook andere regionen van Frankrijk komen aan bod.
Groetjes en hopelijk tot later.
Oh keileuk An. Ik heb er al eens snel een oogje op gegooid 😉