Noorwegen met onze twee bengels
Begin mei vertrokken we met onze twee kindjes van 6 en 4 naar Noorwegen voor een rondreis van vijf weken. Na een tocht van 1.200 km stonden we ongeduldig te wachten op de oversteek vanuit Denemarken. Onze zoon Sam – helemaal uitgelaten voor de bootreis – wilde niet uit de auto stappen. Wie weet namen ze de auto mee en bleven wij achter…
Na anderhalfuur kon het inschepen beginnen! We vertoefden eerst in Forsand, vlakbij de Lysefjord. Tijdens de rondvaart op de Lysefjord werden we stil en genoten van de natuurpracht. Sam had echter meer oog voor een tractor met een kar vol schapen die op de veerboot stond.
Ook de Preikestolen stond op ons verlanglijstje. De wandeling zelf was de max. We zagen sneeuw en van sneeuw krijg je ijskracht! De kindjes stapten gezwind mee naar de top. De tocht was op z’n minst even machtig als de Preikestolen.
Enkele dagen later trokken we naar de Voringsfossen. Eerst aten we nog enkele achtergebleven pannenkoeken – met bloemkoolsuiker, dixit Sam. Op een desolate parking bij een gesloten souvenirshop parkeerden we. We waagden een wandeling in de sneeuw (incl. skipakken) tot aan het uitzichtpunt. Wat was het de moeite!
Na enkele dagen het eiland Tofteroy te hebben verkend, reden we richting Borgund. We reden door de langste tunnel van de wereld: de Laerdaltunnel. De kindjes zagen er al 2 weken naar uit. Net voor de tunnel lag Sam echter in slaap en hield Noor het slechts enkele kilometers uit. In Flam namen we de fantastische, maar dure treinreis naar Myrdal. Het hoogtepunt van je dag heb je gehad, denk je dan.
Toen we echter naar het uitzichtpunt Stegastein en verder reden, kregen we wat we verlangden: geen mens te bespeuren en wondermooie vergezichten. Niet alle prachtige dingen hoeven veel geld te kosten…
Vervolgens reden we iets noordelijker, naar Olden. We wandelden naar de Briksdalsbreen en de Brendalsbreen. Terwijl de eerste gletsjer heel toeristisch was, kwamen we geen levende ziel tegen op de laatste. De zon kwam op het gepaste moment tevoorschijn, we genoten van een regenboog, alleen voor ons vieren te zien. Een magisch moment.
Op het vogeleiland Runde wilden we papegaaienduikers spotten. We vertrokken naar boven, de steile helling op. Wij zochten naar onze adem, de kindjes taterden er op los. We moesten hen vragen om even te zwijgen. Aan de kliffen zagen we vele duizenden Jan van Gent’en. Helaas zagen we geen papegaaienduikers. Na een deugddoend middagdutje wisten we niet goed wat te doen. Zouden we ’s avonds wel nog terug?
Na rijp beraad besloten we om nogmaals uit te zetten, we wilden die papegaaienduikers toch echt wel zien. We kwamen terug bij het punt aan, maar geen vogel te zien. We waren van plan om terug te keren, toen we een eindje iets zagen: enkele papegaaienduikers! We legden ons plat op onze buik en staarden naar beneden. We bleven zo zeker 20 min liggen en genieten, de strakke wind kon ons even niet deren. Tussendoor zag Sam een naaktslak, 5 meter beneden ons.
Natuurlijk wilden we ook de Trollstigen beklimmen en Geiranger met zijn fjord verkennen. De weg omhoog was grandioos, het uitzicht fascinerend. Onwezenlijk genoten we ook nu weer van dit wijds en uitgestrekt uitzicht. De trollen wonen hier wel. We reden verder richting Geiranger en ook deze nationale weg kon ons bekoren. Vergezichten, sneeuw en riviertjes maakten een geweldige indruk.
Vervolgens vertrokken we uit Isfjorden en reden richting Lora, op zoek naar elanden. We zagen de Slettafossen (ze zagen er ongelooflijk uit). Ondertussen was het hard gaan waaien, maar dat belette ons niet om een wandeling te gaan maken. We vertrokken met onze winterkleren aan, richting bos. De kindjes waaiden bijna weg. We speurden stilletjes naar elanden, vonden wel vele uitwerpselen, maar geen elanden.
Twee dagen later wilden we muskusossen spotten, hopelijk hadden we nu meer succes. We reden van Dombas richting Hjerkin. Plots zagen we vanuit de auto twee stippen, rotsen of toch muskusossen? Als volleerde spotters namen we onze ’telelens’. Het waren muskusossen!! Wel vanuit een heel ver oogpunt, maar we hadden toch al wat gezien. We reden verder en zochten een vertrekplaats voor een wandeling. Net voor de Kongsvoll Fjeldstue zagen we terug twee muskusossen, zetten de auto aan de kant en gingen een kijkje nemen. Impressionant!
We reden verder richting Boverdalen. Een prachtig, maar smal ’David, kijk voor je’ baantje leidde ons naar de Jusvashytte (2.400m). Boven moesten we zelfs even door de sneeuw rijden. Het handvat aan de passagierskant had het bijna begeven. We werden beloond voor ons doorzettingsvermogen: een prachtig uitzicht.
We maakten een kleine wandeling naar een uitzichtpunt, zagen veel besneeuwde bergtoppen. Eenmaal bij de auto keerden we rustig terug, enkele angstmomenten later ‘scheurden’ we door de bochten.
Aan het einde van onze reis bezochten we nog Oslo. Sofie vond ’toevallig’ een chocoladebar, we genoten we een warme chocomelk met aarbeiensmaak en tofee. De Akker Bryggen, de nieuwe trendy wijk, blaakte in de zon. In Vigelandsparken bestudeerden we grondig de ergonomie en anatomie van de vele beelden. We proberen diverse standjes uit. ’s Avonds namen we de boot, vanop het buitendek staarden we naar Oslo. We hadden een prachtige tijd samen in Noorwegen.
Tekst en foto’s: David Rubben
Heel mooi en leuk artikel om te lezen. Aangevuld met prachtige foto’s. Ik heb vooral heel veel interesse om die lange tunnel eens door te rijden. Ik kan me voorstellen dat dit toch wel een unieke beleving is!