Een bezoek aan de Noorse Fjorden
Met een gezonde dosis nieuwsgierigheid, popelend van vakantieblijheid maar toch vooral ook een fikse portie (water)vrees namen wij die donderdag plaats op de luxueuze autocar, die ons naar Zeebrugge zou brengen, om daar in te schepen op de MV Voyager, het cruiseschip dat ons de mooiste Noorse fjorden en dito Noorse plekjes beloofde te laten zien.
In Zeebrugge werden wij alvast gastvrij onthaald met een koel, sprankelend glaasje heerlijke bubbels. Dat en het zicht op dat gigantische vakantiecentrum op zee deed ons dan toch hevig verlangen naar het begin van onze tocht naar die fantastische natuurpracht in het Hoge Noorden.
Dat het vertrek met maar liefst zes uur werd uitgesteld, werd smaakvol gecompenseerd door wat heerlijk gebak met geurig dampende koffie. Het vertrek meemaken aan dek lukte ons niet, wegens te veel slaap.
Door dat uitgesteld vertrek diende het schip met veel meer vaart de golven te doorklieven. Niet echt een zegen voor maag en darmen, maar de ingeslagen voorraad pilletjes tegen zeeziekte hielpen ons die beproeving glansrijk doorstaan. Ook het aankweken van een stevig stel zeebenen lukte uiteindelijk vrij aardig.
Tijdens onze 900 km lange tocht richting Stavanger, onze eerste bestemming aan wal, hadden wij meer dan voldoende tijd om de luxe en de rijke waaier extraatjes op het schip grondig te verkennen. Het was wel duizendmaal mooier dan wij hadden gedroomd. We kwamen ogen te kort en ook onze zintuigen moesten overuren draaien. De maaltijden waren heerlijk; die engeltjes op onze tong bleven maar …
De animatie aan boord deed de tijd ook sneller vooruitgaan: voorbereidende voordrachten allerhande, een welkomstcocktail met de kapitein met bijhorende show, het obligate fotoshoot moment met diezelfde skipper, … Te veel om op te noemen. Maar het allermooiste was toch dat voortdurende indrukwekkende zicht … op alleen maar golvend water, waar je ook keek.
Niettemin begonnen we toch stilaan naar het vasteland te verlangen. Na het aanleggen in Stavanger – wat keken wij even daarvoor onze ogen uit! – voelde de vaste voet aan de grond toch even raar aan.
Geen tijd echter om ons aan te passen, want wij zetten al snel opnieuw voet aan boord van een rondvaartboot, die ons de archipel van Stavanger en de Lysefjord zou laten ontdekken. Ondanks de regen en de mist stonden wij toch in stille bewondering te staren naar dat wonder van de Noorse natuur. Jammer echter, dat de “Prikestolen” (preekstoel) zich in al zijn dominantie verschool in de mist.
Veel te snel moesten wij alweer aan boord van de Voyager voor een trip van 186 zeemijlen (344 km) naar Ulvik en de Eidfjord. Daar konden wij al meteen de maar liefst 1380 m lange “Hardanger bridge” bewonderen, een waar pareltje van het menselijke kunnen.
Na een dampend bakje koffie en een hartige wafel ging het naar het Hardanger plateau, met zijn 760 m het grootste plateau van Europa. Via de Sysenstuwdam bereikten wij het uitkijkpunt in Fossli, waar wij ons met veel eerbied en gepaste onderdanigheid de ogen uitkeken op de kracht van de waterval van Voringsfossen, die zich achteloos dreigend 180 m in de diepte stortte.
Na alweer een tocht over zee van zowat 350 km bereikten wij Olden, waar wij de wandelschoenen aansnoerden voor een fikse wandeltocht naar de Briksdal gletsjer. Eerst bracht een busje ons langsheen de oevers van het smaragdgroene meer van Olden.
Een plaatje dat wel weggehaald leek uit de mooiste vakantiegidsen of uit een van die Discovery-documentaires, die wij zo graag bekeken. Die nooit geziene kleuren bleken de perfecte voorbode op de hoofdschotel, de Briksdal gletsjer. Mens, wat was die mooi en hoe majestueus glooide die zich wel niet doorheen het roodbruine berglandschap!
In Geiranger (jawel hoor, na alweer 189 zeemijlen) stapten wij met toch wel een klein hartje maar voldoende waterveilig ingepakt een zodiac op, die ons scherend over het water naar de gelijknamige fjord bracht. De schitterende watervallen en adembenemende landschappen deden ons begrijpen waarom de fjord op de werelderfgoedlijst van UNESCO prijkt.
In Kristiansund (ook nu weer 311 km aan boord) vertrokken wij op excursie over de Atlantic Road, die zich op een heel vreemde manier doorheen het Noorse landschap slingert, om te eindigen aan de Kvernes staafkerk aan de voet van de fjorden van Kvernes en Frei.
Na een stevige 585 km op zee bereikten wij Fläm, waar wij op het treintje naar Vatnahalsen stapten voor een adembenemende treinrit van amper 20 km, maar zo indrukwekkend, omdat over die afstand 867 m hoogteverschil wordt overwonnen. Voor de zoveelste maal tijdens ons Noorse avontuur keken wij met open mond naar de prachtige landschappen.
Hoe fijn was het dan ook niet dat wij meer dan voldoende tijd hadden om wat rond te wandelen tussen al dat moois en ten volle te genieten van die unieke natuur.
Onze volgende en ook laatste stopplaats was Bergen, dat wij na ook nu weer 585 km bereikten. Met de bus ging het vervolgens via het door UNESCO geklasseerde Bryggen naar Troldhaugen, het zomerverblijf van de befaamde componist Edvard Grieg. Daar werden wij getrakteerd op een heus pianoconcert, waar wij voor de zoveelste maal muisstil van werden.
En dan, ja dan … zat ons avontuur er helaas op. Maar liefst 589 zeemijlen ofte 1108 km brachten ons terug richting Zeebrugge. Tijd genoeg dus om nog uitgebreid te genieten van alle comfort van de Voyager en mijmerend over al dat mooie te staren naar de ondergaande zon, die geel-rozig in zee leek te duiken en onderwijl al gretig plannen smedend voor een nieuw cruise-avontuur.
Tekst en foto’s: Paul Schyvinck
Mooi artikel Paul. Leuke en adembenemende foto’s ook! Leuke tips wanneer je deze trip ook een keertje zou willen doen. Dankjewel!