Noord-West Mexico, het nieuwe Galapagos?
Hier sta ik dan, hand op de rand van het bootje, een beetje bang maar vooral verbaast kijkend naar datgene waarvoor ik speciaal naar Mexico bent afgereisd. Het is even groot als het bootje, zo een 6 meter en ik kan het bijna aanraken.
Het kalfje van de grijze walvis schurkt bijna tegen de zijkant, zoekt contact, wentelt zich rondom rond. Het vraagt onze aandacht en krijgt het ook. En als het ademgat op 1 meter van mijn gezicht zich plots opent komt er briesend een massa vochtige lucht uit.
De druppels vallen op mijn T-shirt maar ook op mijn gezicht. En dan gebeurt hetgeen waarover ik gelezen hebt en YouTube filmpjes gezien heb, en wat ik niet durfde geloven dat het kon. Het kalf steekt zijn kop uit het water vlak naast het bootje en wacht. Alsof het vraagt om geaaid te worden.
En dat is wat we ook doen. En wat een bevreemdend gevoel. Wie heeft nu ooit een walvis geaaid? Ik kan het met niets vergelijken. Een natte zeemlap met een soort blubber eronder, zo voelt het min-of-meer aan.
En dan komt de moeder in beweging. Ze lag 10 meter verder en nu komt ze richting ons bootje. 15 meter lang. En het onwaarschijnlijke gebeurt. Ze doet hetzelfde als haar kalfje, steekt haar kop boven water en laat zich gewillig strelen. Wat een fantastisch moment. Ze geniet er zelf van. Dat zie je. En dan plots schuift ze onder de boot weg en tilt deze zelfs even op, zo een 20 centimeter.
200 kilometer onder de baai waar je de grijze walvissen kunt knuffelen ligt La Paz, de stad van de provincie Baja California Sur, ook wel de Galapagos van Noord -Amerika genoemd. De walvishaaien zijn ongevaarlijk. Met hun open bek filteren ze juist onder het wateroppervlakte het plankton. Ik weet het, het is hier de streek van de superlatieven, maar walvishaaien zijn de grootste vissen ter wereld en ze kunnen tot 15 meter lang worden. Het is nog geen half uurtje varen.
Een kleine 2 uur te paard de berg op. Het is steil en het pad is stenig en de paarden sjokken moeizaam naar boven. Te voet is het ook te doen, maar het is stevig wandelen met zo een 800 hoogtemeters. Op een kleine open plek stappen we af en was het nog een uur klimmen tot op bijna 3.000 meter hoogte. Op deze hoogte, zo steil klimmen, daar begin je van te hijgen.
En dan, plots, aan de voet van enkele bomen hoor je het zachte geritsel van miljoenen vleugels. Hier warmen de Monarchvlinders in de middagzon hun vleugels en fladderen ze met duizenden rond. Dikke pakken hangen nog aan de takken die de zon nog niet heeft bereikt. Wetend dat dit de langste insectenmigratie te wereld is, helemaal vanuit Canada naar Midden-Mexico. Daar wordt je toch even stil van. En de vlinders, wat doen ze hier? Ze paren in de wintertijd in Mexico buiten bereik van vogels en vliegen dan na enkele maanden in 4 generaties terug.
Mijn achterste was pas hersteld van de paardenrit naar de Monarchvlinders en nu, enkele dagen later ga ik terug de uitdaging aan. Ik probeerde er eerst nog vanonder te komen, van dat paardrijden dan, maar ja, het was nu éénmaal de enige manier om zowel de Paricutinkrater als de kerk te bezoeken en het was een vlakke rit, dus het zou nog wel meevallen.
De kerktoren die uitsteekt boven de lava bezochten we op mijn vraag het eerst. We waren de enige op de site, wat mooie plaatjes opleverde. De vele kraampjes voorspelden een massa bezoekers later op de dag. Nadien ging het richting krater langsheen de lavavelden die 2 dorpen hadden verzwolgen in 1943. De beklimming was vermoeiend, maar het uitzicht was het meer dan waard.
“Weet je waarom er zoveel kerken zijn in Morelia en niet in andere Mexicaanse steden?” vroeg de leraar Engels. We kwamen hem tegen in de school nabij ons hotel en hij wou ons graag de stad laten zien. Heel eenvoudig, de inwoners waren te arm om, nadat ze de Spanjaarden hadden verjaagd hun bouwwerken af te breken. W
aar hebben we van soortgelijke vernielzucht in die andere steden nog gehoord de laatste tijd? Het is van alle tijden. Het El Carmenplein is volgens hem de mooiste locatie en dat was leuk om te horen want we toonden hem ons hostel El Carmen op hetzelfde plein.
In Divisadera stopt de trein 20 minuten en daar viel mijn mond open van verbazing. Aan mijn voeten lag een canyon die met zijn 1000 meter dieper is dan de grand canyon in Amerika. In het heldere licht zag ik hier verschillende andere canyons samenkomen. Dit was de mooiste locatie van de Copper Canyon, zelfs van heel onze Mexicoreis. Hier was het puur genieten van het uitzicht en niet van de eetstalletjes langs de kant.
Aan hun grotten waar ze wonen, de treinhalte, in de stad, je ziet de kleurrijke Tarahumara-indianen overal. Ze zijn fier, onafhankelijk, behouden hun cultuur en gewoontes, hun kledij en zeggen niet veel. Engels spreken ze niet en ze verkopen zelfgemaakte souveniers. Het viel me echt op: ze dringen zich helemaal niet op bij het verkopen. Ze zitten rustig achter hun doekje waarop alles mooi is uitgestald. Zelden meegemaakt. En toch staan ze bekend als niet zo gemakkelijk, kwamen ze in opstand tegen machthebbers en ook, ze staan bekend voor hun uithoudingsvermogen. Het zijn beroemde hardlopers.
Tja, ik begrijp nog steeds niet waarom er zo weinig Belgen het noordwesten van Mexico bezoeken. Koloniale steden, monarchvlinders, de Copper Canyon, …en Baja California. Dit schiereiland is op zich al de moeite waard om te bezoeken als je van de natuur houdt.
Walvishaaien en zeeleeuwen waartussen je kan snorkelen. Niet 1 maar verschillende soorten walvissen en dolfijnen. Waar vind je dat nog in deze wereld? Op de Galapagos natuurlijk! Alleen, het knuffelen van walvissen dat kan je daar zelfs niet doen weet ik uit ervaring, daarvoor moet je in Noord-West Mexico zijn!
Tekst en foto’s: Peter Heck
Dankjewel voor het leuke verslag. Het moet wel een speciaal gevoel zijn om zo een grote haai in het echt te zien. Groter dan je jezelf maar kan inbeelden. Mooie foto’s!