Het mooie, prachtige, impressionante Torres de Paine
Lonely Planet zet Chili op de eerste plaats in hun lijst van de te bezoeken landen in 2018 (zie reisnieuws van 3 januari). Eén van de toppers is het prachtige Torres del Paine Nationaal Park dat deel uitmaakt van Chileens Patagonië.
Het park bestaat uit bergen, gletsjers, meren en rivieren. Het werd opgericht in 1959 en kreeg zijn huidige naam in 1970. In 1880 gaf Lady Florence Dixie in haar boek een beschrijving van de omgeving en verwees naar de twee torens waarnaar het park vernoemd is, als ‘Cleopatra’s naalden’.
Het landschap van het park wordt gedomineerd door het Painemassief. In het oosten liggen de toppen Fortaleza, La Espada, La Hoja, La Máscara, Cuerno Norte en Cuerno Principal. Een groot deel van het Painemassief bestaat uit graniet en geërodeerde krijtrotsen. Het nationale park heeft een oppervlakte van circa 2400 km² en is een populaire wandelbestemming met zijn ongelooflijke uitzichten.
Al vanop afstand worden wij getrakteerd op prachtige vergezichten. Je hoort enkel maar het klikken van fototoestellen … en het gieren van de wind… Dat belooft… We lunchen met een schitterend zicht op het massief. Het zonnetje zorgt voor een schitterende sfeer. We maken deze namiddag een ritje door het park, en houden hier en daar een fotostop. Een kudde guanaco’s staat te grazen langs de kant van de weg.
De guanaco is een wilde lama, verwant met de vicuña en alpaca. Deze laatste leven echter op grotere hoogtes. Hier in het park zijn ze niet schichtig en laten ze zich gewillig fotograferen. Iets later wordt onze dag nog beter. Een ‘kei’ die in de verte op een heuvel ligt, blijkt bij navraag een poema te zijn.
Poema’s leven hier inderdaad, maar zijn gewoonlijk moeilijk te spotten doordat ze zo schichtig zijn. Toch is het moeilijk om het dier met het blote oog, verrekijker, foto- of videotoestel te ontwaren. Maar achteraf wordt toch het bewijs geleverd dat het er één is. Het is een prachtige eerste dag geworden in het al even prachtige Torres del Paine.
Dag twee begint na een korte nacht. Enkele vroege vogels (of toch would be vroege vogels) hebben de wekker deze ochtend wat vroeger laten aflopen om getuige te zijn van een prachtspektakel : de gloed die de opkomende zon werpt op het massief.
Vanochtend blijkt echter de zware bewolking spelbreker te zijn. En na een uurtje vruchteloos wachten kruipen we maar snel terug ons warme bedje in. Geen prachtige zonsopgang voor ons.
Vandaag staan er twee wandelingen op het programma. De eerste brengt ons via de waterval Salto Grande, tot dicht bij het massief. Het ochtendwandelingetje heeft meer weg van een gevecht tegen de natuurkrachten, in casu de wind. Windsnelheden tot 80 km/uur worden opgetekend. En dat terwijl we bij wijlen op smalle padjes op de heuvel moeten lopen.
Bij momenten word ik zelfs weggeblazen en kan ik mij niet meer staande houden. Maar de moeite die we doen wordt beloond met alweer een adembenemende uitzicht op het massief en de kleurschakeringen van het meer.
In december 2011 veroorzaakte een brand schade aan tienduizenden hectare natuurgebied toen een Israëlische jongen onvoorzichtig was. Een kerkhof van dode bomen zo ver je kan zien, is nog een tastbare herinnering aan dit drama.
We nemen de lunch net zoals gisteren met zicht op het massief. In de namiddag begint het nog harder te waaien. Normaal gezien staat een wandeling met zicht op de Grey gletsjer op het programma. Maar de lokale gids vindt het te gevaarlijk om tot daar te gaan. De wind blaast zo hard dat je wel eens een steentje tegen je hoofd kan krijgen.
Plan B is om de gletsjer vanop afstand vanaf het terras van het Lago Grey hotel te bewonderen. Niet echt een alternatief volgens een kleine meerderheid, dus wordt de wandeling toch ingezet voor de vrijwilligers. De rest geniet vanuit het hotel met een drankje in de hand van al dat natuurschoon.
De wind blaast fenomenaal over het strand van Lago Grey, waar de gletsjer in uitmondt. En met fenomenaal bedoel ik maar liefst snelheden tot 130 km/uur. Geen weer om een hond in uit te laten, laat staan om voor je plezier een wandelingetje te doen.
Het weer is guur, de wind probeert de bovenhand te krijgen, het is optornen tegen de meedogenloze kracht die er vanuit gaat. Dicht bij het meer spat het water op en daalt als een nevel over ons, al is het bij momenten eerder een douche. Wanneer de wind in onze rug draait, hoef je enkel nog maar je voeten op te heffen. De rest gaat allemaal vanzelf. Onvoorstelbaar.
Op het meer zien we ijsbergen die van de gletsjer zijn afgebroken. Op het eindpunt is het even genieten van het zicht op de gletsjer en dan vatten we de terugweg aan. Deze wandeling wordt een overwinning op onszelf. En we kunnen in alle eerlijkheid zeggen : we hebben de Patagonische wind overleefd. Amper, maar we hebben hem overleefd.
Torres del Paine is één van de mooiste gebieden die ik in mijn leven heb gezien. Ook het weer zat mee. Want na de initiële bewolking van deze ochtend, klaarde het toch mooi op.
Er gaat een robuuste kracht uit van het massief, en in de zon heeft het een ongewone schoonheid. De torens of naalden zijn dreigend, maar dreigend in absolute perfectie.
Alsof God dit massief zelf geboetseerd heeft.
Je vindt er inderdaad voor ieder wat wils : bergen, watervallen, meren en gletsjers. Er liggen kilometers aan wandelpaden die allemaal één ding gemeen hebben : prachtige uitzichten. De wind moet je er wel bijnemen 😀. Een topper voor wandelaarsen natuurliefhebbers.
Ik ben wel een natuurliefhebber, maar vooral een wandelaar. Misschien wordt het toch even het overwegen waard :-)!
Heel mooi artikel Inge! Lijkt me inderdaad een vakantie om nooit nog te vergeten. Ongerepte natuur, daar hou ikzelf ook wel van. Ik heb de indruk dat je in Torres De Paine een combinatie hebt van verschillende natuurelementen?