Sissi & Franzl
De Vriendenclub van echtgenoot zijn werk organiseerde een citytrip naar Wenen. De stad stond al langer op mijn wenslijstje en dit vonden we een mooie gelegenheid. Anders zou het toch maar weer naar achteren geschoven worden.
Zo vertrokken wij op 14 augustus in alle vroegte naar de luchthaven voor de vlucht van 7u05 naar Wenen. Goed anderhalf uur later stonden we al op Wenen airport. Meer dan ideaal dus.Met de bus naar het hotel, inchecken ging uiteraard nog niet maar onze koffers werden netjes in de bagagekamer gezet en gewapend met een stads- en metroplan gingen wij er snel vandoor.
Het weer was wat grijzig maar dat mocht de pret niet drukken. Uiteraard moest er eerst koffie gedronken worden, in Weense stijl, bij een van de bekende Wiener Cafés. Café Sacher had de eer om ons de eerste wiener melange te mogen schenken.
Aan 5,50 euro (in 2014) voor een kleine tas wel goed aan de prijs maar kom, je bent tenslotte niet in Wenen geweest als je die bijzondere gelegenheden niet bezocht hebt. Verder hebben we ons gewoon ondergedompeld in al het moois wat er in Wenen te zien is. Gebouwen, immens veel imposante gebouwen, paleizen en tuinen voornamelijk.
De Hofburg (winterresidentie van de vorsten) met zijn 18 vleugels en meer dan 2000 kamers, is sinds 1945 de officiële residentie van de Bundespresident van Oostenrijk. In de Hofburg bevinden zich diverse musea, o.a. het Sissi museum, de keizerlijke appartementen van keizer Franz-Josef en zijn gemalin Elisabeth (Sissi).
Maar ook de Augustinerkirche met een interieur dat stamt uit de late 18e eeuw, de Hofbibliotheek (Österreichische Nationalbibliothek) met 8 miljoen boeken en de Spaanse Rijschool (Spanische Hofreitschule) waar de Lippizaner paarden in ongeveer 8 jaar tijd opgeleid worden tot paradepaarden.
Wij hebben de paarden slechts in hun stallen gezien want we hadden echt geen tijd om een training mee te maken. De Hofburg is een immens groot gebouw waar je, als je echt alles wil zien, uren en uren kan doorbrengen.
Schloss Schönbrunn (zomerresidentie van de vorsten) ligt een beetje buiten het centrum maar is met de metro gemakkelijk te bereiken. Het complex omvat niet alleen het paleis maar ook een uitgestrekt park met fonteinen en een gloriette. Het paleis telt 1441 kamers en zalen waarvan er 40 toegankelijk zijn voor het publiek (de grote staatsievertrekken en de kamers van de keizer en de keizerin).
Ook eentje om te bezoeken is de Stephansdom, waarschijnlijk de oudste kerk van Wenen die vermoedelijk dateert van de 4de eeuw, al zijn de oudste delen (de torens aan de voorkant van de kerk) 13de eeuws. De zuidelijke toren (Alter Steffel) werd in de 14e eeuw toegevoegd.
De bedoeling was dat de kerk twee torens van 136 meter hoog zou krijgen, maar door geldgebrek werd alleen de zuidelijke toren voltooid (waar heb ik dat nog gehoord …?). Als je de 343 treden van deze toren beklimt, word je beloond met een schitterend uitzicht op de stad én op het dak van de kathedraal dat versierd is met meer dan tweehonderdduizend geglazuurde tegels.
Deze vormen enorme mozaïeken die een tweekoppige arend (symbool van het Heilige Roomse Rijk) en de wapenschilden van Wenen en Oostenrijk afbeelden. In het Museumsquartier zijn er zo’n 20 verschillende culturele instellingen verspreid over het uitgestrekte complex, evenals een aantal restaurants, cafés en winkels.
Hier vind je ook het MUMOK (Museum Moderner Kunst Stiftung Ludwig Wien) het belangrijkste museum van hedendaagse kunst in Oostenrijk, met een van de grootste verzamelingen ter wereld. Verder is er nog het Hundertwasserhaus. Wat Gaudí in Barcelona deed, deed Hundertwasser in Wenen in de jaren ’80. Hij vond de architectuur van zijn tijdsgenoten saai en hij hield niet van rechte lijnen.
Hij wou een deel van de stad een wat fantasierijker uiterlijk geven. Zo veranderde hij in 1983 een sociaal appartementsgebouw in een kleurrijke lappendeken met onregelmatige patronen en vensters met verschillende afmetingen. Ook het KunstHausWien en de Fernwärme Wien zijn creaties van de hand van Hundertwasser.
Er is nog zoveel meer te zien in Wenen: Schloss Belvédère, de Burggarten, het Rathaus, de Staatsoper, het Parlementsgebouw, … maar ook veel mooie patriciërswoningen gewoon in de straat. Veel te veel om in vier dagen te kunnen bevatten.
Wenen is een walhalla voor architectuurliefhebbers, eigenlijk voor kunstliefhebbers in het algemeen. Natuurlijk moesten wij, als regelrechte toeristen, ook een ritje op het Riesenrad maken in het Prater, een gigantisch amusementspark. Een droomplek voor liefhebbers van kermis en attracties, maar wij waren er heel snel weer weg want zo’n druk pretpark is echt onze stijl niet.
Ga ik nog terug naar Wenen? Neen, want ik voelde geen binding met deze stad. Het is mij te klassiek, te popperig, te braaf, te statig, te koel, te veel toegespitst op Franzl & Sissi, op een sprookje waarvoor ik helaas te veel met beide voeten op de grond sta.
Dag Myriam, de eerste verslagen van onze citytrip zijn intussen geschreven en gepubliceerd. Er zullen er nog een aantal volgen. Misschien vind je het fijn om mijn ervaringen te lezen en te ontdekken wat mijn uiteindelijke gevoel over de stad is. Ik kijk uit naar jouw eventuele reacties.
Ik ben net terug van een citytrip naar Wenen. Ik begrijp jouw gevoel i.v.m. de stad heel goed maar ik hoop je binnenkort toch ook eens ander beeld van de stad te kunnen geven.