Himba, de laatste Namibische nomaden
Jarenlang was noordwest Namibië een verborgen juweel dat enkel werd bezocht en gekoesterd door de meest geharde wereldreizigers. Vandaag begint dit prachtige gebied eindelijk zijn reputatie waar te maken, een stukje Namibië dat nog niet platgelopen is en waar het massatoerisme zijn sporen nog niet echt heeft nagelaten.
Het onherbergzame berglandschap van het kaokoveld ligt tussen de sceleton coast en ovamboland. Het is een woeste streek met een ongenaakbare schoonheid.
Steile bijna onbedwingbare bergpassen leiden naar weidse met goudgeel gras begroeide dalen, smalle uitgedroogde rivierbeddingen kronkelen door soms nauwe kloven naar het westen, naar zee, eigenaardige rotsformaties doen aan mythologische figuren denken. In deze ontoegankelijke wereld wonen er 6000 Himba’s, ze zijn het enige volk van Namibië dat heeft vastgehouden aan het traditionele leven van nomadisch herdersvolk.
Bij een eerste ontmoeting met de himba word je als westerling een aantal eeuwen achteruit geprojecteerd, en de grootste geleerde van de voorbije eeuw Albert Einstein, zat ernaast, toen hij bewees dat terugreizen in de tijd niet mogelijk is.
Opvallend bij het himba volk is de make-up der vrouwen. Wassen doen ze zich nooit doch elke dag wordt heel wat tijd besteed aan de schoonheidsbehandeling, wellicht wijken ze daarin niet zoveel af van hun westerse seksegenoten.
Toch valt een duidelijk verschil én in kleur én in vorm op te merken. Bij de himba vrouw beperkt het cosmetica arsenaal zich tot één enkel product, een mengsel van geitenvet, okeren kleurstof en aromatische kruiden, daarmee wordt het ganse lichaam van hoofd tot voeten ingesmeerd.
Een bezigheid die heel zorgvuldig wordt uitgevoerd en die de huid die typische roodokeren glans verschaft, hét waarmerk van de himba zeg maar!!
De lichaamsverzorging beperkt zich niet tot de huid alleen, ook de haren die in lange vlechten op de rug en schouders bengelen worden met hetzelfde goedje bewerkt. De precieze herkomst van dit gebruik valt moeilijk te achterhalen. Er zou een soort symboliek bestaan tussen de gladde huid der vrouwen en die der runderen.
De runderen zijn immers de bron van hun bestaan. Ook mannen lijken niet afkerig van zo een cosmetische behandeling, zij het dan meer gedeeltelijk. In plaats van de okerrode kleurstof wordt as van verbrande kruiden gemengd met geitenvet, wat hun bovenlichaam een glimmend diepzwart uiterlijk verschaft.
Met kleding zijn de himba vrouwen bescheidener. Afgezien van een kort kalfslederen rokje lopen ze er gewoon naakt bij. Daarentegen zijn ze gek op allerlei versieringen. Blinkende metalen ringen rond voorarmen en enkels, kralen rond de hals en tussen de borsten een triton hoorn.
De aanschaf van deze veel begeerde schelp, de ohumba kost hen soms wel een geit of een schaap. Kenmerkend is ook een soort lederen kroontje op het hoofd, een wat verfromfraaid uitziend dingentje.
Een beetje lichamelijke opschik wordt ook bij de andere sekse niet versmaad, zij het dan minder overdadig. Kralen rond de hals en een paar ringen rond de pols zijn zowat het enige dat de mannen zich veroorloven.
Jonge nog ongehuwde mannen doen soms denken aan sommige punkexemplaren van eigen bodem, een opzij kaalgeschoren schedel met bovenaan in het midden een kam haar uitlopend op een kort staartje.
Eens gehuwd komt een einde aan deze frivole haardracht en wordt een soort hoofddeksel gedragen dat het midden houdt tussen een muts en een tulband.
Jonge meisjes dragen hun haar in twee vlechten aan de voorkant van het gezicht, eens ze de puberteit bereiken krijgen ze diverse staartjes die dan ingesmeerd worden met de vette okeren crème van de volwassen vrouwen
Bij een herdersvolk is het vanzelfsprekend dat na de familie, het vee de voornaamste plaats gaat bekleden, runderen en geiten vormen immers de essentie van hun bestaan. Vee hoeden is een alledaagse bezigheid waarbij de herders, ook kinderen soms dagenlang van huis zijn.
Is het gebied afgegraasd dan gaat de hele familie met veestapel en al op zoek naar een andere plek. Eens een nieuwe standplaats is gevonden wordt gewoon een andere woonst opgetrokken. De ondjuwo is een iglo vormige hut van takken, toegesmeerd met een mengsel van slijk en koeiendrek.
Het zou logisch zijn te concluderen dat het begrip rijkdom zich vertaalt in de omvang van de veestapel doch de graad van welstand wordt in de eerste plaats bepaald door het kinderaantal. Een himba zonder nakomelingen wordt aanzien als een arme stumper.
Tegenover de ingang van de kraal woont de hoofdman van het dorp, tussen deze woning en de kraal is het heilig vuur(okoruwo) Het heilig vuur mag niet betreden worden door bezoekers, zonder toestemming van de hoofdman.
Het heilige vuur voorziet in een contact tussen leven en dood. Als de hoofdman doodgaat wordt het heilige vuur samen met de hoofd hut vernietigd. Of dit onherbergzaam stuk wildernis, dit eeuwenlange zwerfgebied van de himba behouden blijft is momenteel en raadsel.
De regering van Namibië plant al jaren de bouw van een gigantische stuwdam, bij de watervallen van Epupa. Precies op deze plek zou de grootste waterkrachtcentrale van Namibië moeten komen.
De kloof en de oevers zullen in een reusachtig stuwmeer verdwijnen, net als de weiden, dorpen en graven van de Himba stamhoofden, die ze bij wijze van eerbetoon sieren met schedels van gedode runderen.
Maar het misschien wel ernstigste gevolg van het miljardenproject is dat het een nieuw tijdperk voor Kaokoveld en zijn bewoners inluidt. Duizenden arbeiders zullen toestromen, er komen wegen, winkels en woningen. De levenswijze van de traditiebewuste Himba zal binnen enkele jaren volledig verdwijnen.
18 reacties