De woestijn van Judea deel 1: Mar Saba
Onder een warme lentezon maak ik voor de ingang van het Assaraya Hotel eindelijk kennis met Abood. We hebben ter voorbereiding van deze trip al een reeks WhatsAppberichten uitgewisseld en nu hij me in het echt ziet schat hij me 24. Een sympathiek begin. Zonnecrème: check. Zonnebril: check. Paspoort: check. Water en hoofddeksel: euh…
Ik stap achterop de brommer van Abood en hij voert me dan maar eerst naar het Palestijnse Vredescentrum op het Kribbeplein in het hart van Bethlehem. Ik moest daar toch sowieso even passeren om mijn starterskit voor de Palestine Marathon op te halen en daar zit een petje bij. Wat verderop staat de kerk op de plek waar Jezus zou geboren zijn.
Kort na deze geboorte informeerde een engel enkele eenvoudige herders over de komst van de Messias . Deze primeur werd gelost op een plaats die we even later vanaf de weg gemarkeerd zien als shepherds fields. We zijn in Beit Sahour, ‘Plaats van de Nachtwacht’, een oude stad ten oosten van Bethlehem. Achter een tankstation staat de gevel waarop Banksy zijn beroemde tekening van de bloemenwerper heeft aangebracht. Zodra we de stad uitrijden gaan de groene heuvels met olijfbomen over in een ruig woestijnlandschap met rotsen en wadi’s of droogstaande rivierdalen. We zijn in de Woestijn van Judea, waar enkel bedoeïenen wonen.
Iets verder, halverwege Jeruzalem en Dededsi (wat later begrijp ik dat hij de Dode Zee bedoelt), komen we aan bij Mar Saba. Dit Grieks-orthodox klooster, één van de oudste ter wereld, ligt spectaculair tegen een klif in de Kidronvallei. Woensdag en vrijdag is dit nog steeds bewoonde klooster dicht wegens vasten en dat blijkt helaas op deze donderdag ook het geval te zijn.
Pasen komt eraan; het is al bidden en vasten wat de klok slaat. Abood dringt nog even aan bij de bebaarde chef, maar de father zegt dat ik in het weekend om 10u of 14u moet terugkomen en overhandigt me een folder. Zoals overal in de Palestijnse gebieden wordt deze orthodoxe tent gerund door Grieks sprekende geestelijken die waken over de zeer rijke vastgoedportefeuille.
Enkel Grieks-orthodoxe mannen mogen vandaag binnen om mee te bidden. De vrouwen moeten al 1.500 jaar buiten wachten en zitten samen te prevelen in de schaduw van enkele olijfbomen. Toch wel jammer dat we niet binnen mogen, want dan had ik de gemummificeerde versie kunnen zien van Sint Sabas, die zich hier in 484 met enkele volgelingen vestigde in een grot om het naar hem genoemde klooster op te richten.
Het lichaam van Sabas werd tijdens de kruistochten door relikwiejagers gestolen en naar het Westen gebracht. Pas in 1965 liet de Paus het nog steeds goed bewaarde stoffelijk overschot weer terugbrengen. In de folder die ik net gekregen heb staat dat de lichamen van de monniken soepel blijven na hun dood en geen lijkgeur afgeven ondanks het feit dat men ze op stenen banken legt in plaats van te begraven: een mirakel.
Hoewel we niet binnen kunnen kijken is dit verre van een nutteloze verplaatsing, want de ravijn met grotten is op zich al de moeite waard. Al deze grotten waren ooit bewoond door duizenden monniken en Abood heeft er eens overnacht met enkele Britse toeristen.
We kruisen iemand met een ezel die bouwmateriaal draagt in de richting van een grote grot wat verderop. Maken ze werk van een extra verblijfsruimte? Dergelijke klusjes worden naar het schijnt uitgevoerd door veroordeelde criminelen. Als ik ooit gevat en veroordeeld wordt voor mijn misdaden wil ik ook met een ezeltje door de Kidronvallei wandelen.
16 reacties