L’école de Paris
“Then as I was getting up to the Closerie des Lilas with the light on my old friend, the statue of Marshal Ney with his sword out and the shadows of the trees on the bronze, and he alone there and nobody behind him and what a fiasco he’d made of Waterloo, I thought that all generations were lost by something and always had been and always would be and I stopped at the Lilas to keep the statue company and drank a cold beer before going home to the flat over the sawmill”
Ernest Hemingway (uit A Moveable Feast – 1964)
Dit schreef Ernest Hemingway in zijn Parijse memoires over La Closerie des Lilas dat net als Le Dôme, La Rotonde en La Coupole een ontmoetingsplaats was van kunstenaars op en rond Montparnasse tijdens de periode tussen de twee wereldoorlogen. Wat Montmartre betekende voor de kunstenaarswereld in het begin van de 20ste eeuw, werd Montparnasse voor een latere generatie.
Een smeltkroes van kunstenaars allerhande : dichters, schilders, beeldhouwers en schrijvers. En dat om verschillende redenen : ze waren op de dool of op de vlucht na een aantal revoluties en de eerste wereldoorlog in Europa of voor de drooglegging in Amerika.
Ze werden aangetrokken door de vrije geest van Parijs, de bohémien levensstijl. Parijs had de reputatie artistiek vernieuwend te zijn. De stad bracht hen inspiratie, of de kunstenaars inspireerden elkaar, of ze vonden hier hun muze. Ze huurden in Montparnasse flats en ateliers en kwamen samen in deze café’s, schreven er, werden er samen dronken en discussieerden erop los : het werd de ‘School van Parijs’ genoemd.
Een eclectisch gezelschap zat hier ooit in La Closerie des Lilas aan tafel en schreef of schilderde er. Er werd stevig van gedachten gewisseld tussen deze groten der aarden, het waren de denkers van hun tijd. Om een paar voorbeelden te geven : de reeds vernoemde Ernest Hemingway, enfant terrible.
Elke avond ging hij waarschijnlijk dronken naar huis, daarbij gesteund door zijn partner in crime Henry Miller, eveneens schrijver en Amerikaan en zich ongetwijfeld tegoed doende aan de rijkelijke drank die hier vrij te krijgen was.
De Franse dichter Paul Fort speelde hier vele partijtjes schaak met Lenin. Maar ook Pablo Picasso, de prins van het kubisme, was hier kind aan huis. Schrijver Emile Zola, de grote Franse dichter Guillaume Apollinaire en zijn goede vriend Marc Chagall waren hier te vinden.
Maar ook Modigliani, de Italiaanse schilder en beeldhouwer, en later ook Jean-Paul Sartre, Samuel Beckett en Oscar Wilde.
La Closerie ligt verborgen achterin een tuin waarin, zoals de naam al doet vermoeden, de seringen welig bloeien. Het café uit 1847 is ondertussen uitgebreid met een restaurant en een tuinterras. Achterin ligt de bar.
Het is een donker café met veel donker hout zonder directe lichtinval, rode leren banken en houten stoelen, en een typisch Franse bar. Het verleden is hier nog vrij tastbaar. Het kost me niet veel moeite (of is het een hitteslag) Ernest Hemingway hier te zien zitten (of staan), hoofd aan hoofd met Henry Miller.
Ernest had de gewoonte staand te schrijven, vandaar. Aan één van de tafels werkt Charles Baudelaire aan één van zijn gedichten. Aan zijn pijnlijke gezichtsuitdrukkingen te zien, wordt dit alweer een triestig liefdesverhaal. Pablo Picasso zweet zich te pletter op een schets van ja iets dat in mijn fantasie op een kubus lijkt :-). …
Ondertussen begint de pianist aan zijn namiddagsessie terwijl ik een drankje neem. Alle tafels dragen de naam van één van hun beroemde klanten van weleer. Ik zit aan de tafel van Edvard Munch, ik laat net geen schreeuw :-).
Het naamplaatje van Ernest Hemingway bevindt zich, hoe kan het ook anders, aan de bar. Op één of andere manier, dwaalt hun geest of hun creativiteit hier nog steeds rond.
Nog niet overtuigd van het literaire belang van La Closerie? Dan geef ik nog twee anekdotes mee : in 1922 betekende een ruzie tussen Tristan Tzara en André Breton hier in La Closerie het einde van het dadaïsme in Parijs.
En het is hier op het terras dat F. Scott Fitzgerald het manuscript van zijn ‘Great Gatsby’ aan Hemingway liet lezen.
Maar aan alle mooie liedjes komt een einde, dus ook aan de creatieve periode die schilderijen, gedichten en verhalen opbracht, ontsproten aan de kracht van L’Ecole de Paris. De meeste kunstenaars trokken weer weg uit Parijs. Anderen bleven er, zelfs tot na hun dood.
Op het kerkhof van Montparnasse liggen dan ook heel wat beroemdheden begraven. Iedereen kent wel het kerkhof van Père Lachaise, terwijl dat van Montparnasse gemakkelijk over het hoofd wordt gezien.
Aan de ingang kan je een plannetje krijgen waarop het graf van de beroemdheden gemarkeerd staat. Dan nog, moet ik eerlijk toegeven, is het soms wel even zoeken :-).
O.a. Jean Paul Sartre (uiteraard met Simone de Beauvoir aan zijn zijde), Charles Baudelaire, Guy de Maupassant, Samuel Beckett en zelfs Serge Gainsbourg, vonden hier op Montparnasse hun laatste rustplaats.
Een groene long in het hart van de stad, waar je gerust onder een boom op een bankje nog even kan mijmeren bij het oeuvre van deze grote kunstenaars en die fantastische avonden die zij beleefden in Parijs.
La Closerie des Lilas – Boulevard de Montparnasse 171
Le cimetière de Montparnasse – Boulevard Edgard Quinet 3
Met dank aan An voor de tip!!!
Tof en leuk om te weten. En zo dichtbij om er naartoe te gaan
Hahaha Inge … je laat je fantasie net als ik graag op hol slaan. Fijn te lezen dat je de juiste weg hebt gevonden naar La closerie des Lilas. Tof verslag. Ik keer terug !
@angoffa Ik heb het inderdaad goed gevonden 🙂
Fijn dat je de adressen er meteen even bijvermeld. Wat een historische plaats zeg. Ik heb het alvast op mijn bucket-list genoteerd. THX
Manja … als je graag nog wat extra tips wil vooraleer jouw bucket-list af te vinken dan is dit verslag misschien ook wel iets voor jou : https://evenaar.tv/reisverhalen/2018/06/politiek-gekonkel-en-hardrock-aan-de-opera-parijs-h-t/