Trier is de oudste stad van Duitsland. Het is een sobere, maar erg verzorgde stad. Mooi om te zien, maar na 2 dagen ben ik wel al uitgekeken.

Trier staat het meest gekend om hun dom met aansluitend de Onze-lieve-vrouwekerk. Deze bevindt zich in het midden van het centrum. De kerk is zeer goed onderhouden en ook het tuintje mag er zijn.

Binnenin heb je een combinatie van oude en nieuwe elementen, met ontzettend veel details. Toch is het vooral de imposante buitenkant die indruk op me maakte.

Het hart van de stad is de Hauptmarkt. Hier vinden dikwijls gezellige marktjes plaats. Ook de Sint-Matthiasabdij is de moeite waard. Het is een Rooms katholieke kerk uit de 12de eeuw.

Binnenin vind je de relikwieën van de apostel Mattias. Opnieuw verkies ik vooral de buitenkant van het gebouw.

Ik had het geluk er ook nog een extra special bij te krijgen: er was een communie bezig 🙂 Dit maakte het zeer authentiek.

Het echte toonbeeld van de stad, is de Porta Nigra, de stadspoort uit de Romeinse tijd. De poort dankt haar naam aan de steensoort waarmee ze gebouwd is. Het gaat om zandsteenblokken.

Oorspronkelijk zeer licht van kleur, maar in de loop der eeuwen wordt de steen zwart. Afhankelijk van het perspectief waar je naar de poort kijkt verschilt ook de kleur.

Aan deze zijde oogt de poort nog vrij licht, maar op de omslagfoto zie je hoe zwart de voorkant werkelijk is.

Het bezoek aan de Porta Nigra is ook zeer fijn. Binnenin voel je harder hoe oud het gebouw is. De donkere lichtinval bevordert dit gevoel. De stenen zijn typisch Romeins en zoals je boven de poorten ziet, mooi versierd.

In Trier kan je ook erg fijn wandelen. Zowel in de stad als meer een bos intrekken. In de stad is er een mooi aangelegd park met accenten op de beelden.

Afhankelijk van het seizoen geniet je ook van de prachtige bloesems die heel Trier doen opfleuren.

Hieronder nog enkele leuke details die je in de stad kan ontdekken: