Zullen we samen een kloof overbruggen?
Aangekomen met het vliegtuig op Heraklion stelden we vast dat er een goede busverbinding bestond naar ons hotel in Analipsis. Doordat ik in mijn vroegere Duitse periode voor wiskunde het Griekse alfabet nog had geleerd, kon ik de benamingen op de wegwijzers goed volgen.
Na het inchecken verkozen we om rustig Analipsis te verkennen want we hadden door de vroege vlucht amper geslapen. Daar we buiten het hoogseizoen reisden was het vrij rustig. Wie van discotheken en het uitgaansleven houdt moet hier echt niet zijn.
Er zijn wel talrijke restaurants, cafeetjes, winkeltjes en een niet overbevolkt zandstrand. We kochten meteen een paar watersloefjes want door het heldere water zagen we dat de bodem van de zee bezaaid lag met rotspunten die er niet zo aaibaar uitzagen.
’s Avonds gingen we in een klein, gezellig restaurantje dineren met zicht op zee en oh ja, wat smaken die olijven, feta, gevulde wijnbladeren enz… die eerste dag super. Aan de Ouzo met z’n typische anijssmaak zal ik nooit wennen. Het herinnert me trouwens aan mijn kanarievogeltje.
Zijn schelpenzand heeft dezelfde anijsgeur. De ober wees ons op een rotsformatie in de zee. Blijkbaar was het “de draak” en inderdaad met een beetje verbeelding zagen we hem liggen.
Na de veel te overvloedige Griekse maaltijd slenterden we terug naar ons hotel en doken we ons bed in want de volgende dag stond de gevreesde afdaling van de Samariakloof op het programma.
We werden reeds vroeg opgehaald met een busje en naar de kloof gebracht. De ontbijtzaal in het hotel was nog niet open maar ze hadden een proviandpakketje klaargemaakt bestaande uit een fruitsapje, een appel en twee koffiekoekjes.
In het ticketcentrum las ik dat we eerst 1200 meter zouden moeten afdalen alvorens we aan de wandeling van 16 kilometer zouden beginnen. In 1962 is de kloof tot nationaal park gekroond vanwege de diverse fauna en flora.
Van mijn zus had ik gehoord dat haar vriend de laatste kilometers achterstevoren had afgelegd daar zijn kuitspieren overbelast waren en mijn ouders hadden zelfs in de kloof overnacht daar mijn vader gewoon het noorden kwijt was. We begonnen er dus vol goede moed aan.
Alsof de onheilspellende familieberichtgevingen nog niet genoeg waren, begon het te onweren op het moment dat we nog aan het afdalen waren. De laddertjes en smalle weggetjes bezaaid met keien werden spekglad.
Gelukkig hadden we stevige stapschoenen aan en was het onweer van zeer korte duur. De zon brak al snel terug door en we genoten van de immens hoge rotswanden, smalle doorgangen, heel veel mooie vlinders en de grote bloemenpracht.
We zagen ook eigenaardige torentjes van opgestapelde stenen. Naar het schijnt berust dit op een traditie en laten wandelaars deze torentjes achter om de wandelaars na hen geluk te wensen. De kloof was helemaal ons ding. Door de zon was alles alweer opgedroogd. We passeerden het dorpje Samaria dat in de kloof ligt.
Hier kan je iets eten of drinken en het is meestal de afspreekplaats voor groepen om elkaar terug te vinden en te motiveren voor het nog af te leggen parcours. Ook de Kiri-Kiri geiten kwamen ons begroeten en bedelden schaamteloos om een stukje brood.
Er waren trouwens meerdere rustplaatsen en waterbronnen dus we konden onze drinkbus regelmatig bijvullen. Ook zagen we een aantal mooie Byzantijnse kapelletjes onderweg. Af en toe kwam er een ezeltje langs met een onfortuinlijke wandelaar die de afdaling niet meer op eigen houtje aankon.
Eénmaal we de kloof verlieten was het nog 3 km wandelen tot we aan de Libische zee kwamen waar de boot aangemeerd lag die ons naar Chora Sfakion bracht waar onze bus stond te wachten om ons terug naar het hotel te brengen.
Het was een fijne, leuke, actieve dag en we vonden dat we niet echt lichamelijke schade opgelopen hadden.
De volgende dag stond er een bezoek aan het lepraeiland Spinalonga op de planning. Ik stapte uit mijn bed en lag er meteen terug in. Blijkbaar waren mijn spieren het niet eens met mijn bewering over niet opgelopen lichamelijke schade in de Samariakloof.
Voorzichtig als een op eieren lopende gans waggelde ik naar de badkamer om een warm bad te nemen. Niet dat ik daarna eleganter liep maar mijn spieren werden iets toegeeflijker. Toen ik mijn man op dezelfde wijze zag waggelen beschouwde ik het als een normaal Samaria-verschijnsel. Voor de rest van ons verblijf konden we trouwens aan deze ganzenpas herkennen wie de kloof bezocht had.
Ik vond het prachtig de kloof van Samaria Het is het heel vroeg opstaan zeker waard. Ik had alleen wat problemen met mijn knieën voor de afdaling naar de kloof maar verder absoluut helemaal geen last van gehad (waarschijnlijk omdat ik toen nog jong en sportief was)
Manja,
Het is reeds 26 jaar geleden dat wij door de kloof trokken. Moest ik de kans krijgen, ik ben zo terug weg. Zo mooi….Als ik uw foto’s zie…prachtig. Ik herinner me dat het muisstil was op de boot. Iedereen viel prompt in slaap. Hoe vermoeiend ook, een echte aanrader.
Cecile
Grappig, ik kan me voorstellen dat jullie spieren een tijdje protesteerden.
Hey An bedankt voor je reactie. Het is idd een mooie kloof maar met lichamelijke ongemakken toch best te mijden.
Er zijn nog genoeg andere mooie plekjes op deze aardbol hé
Zeer leuk geschreven Manja en jawel … ook bij mij spreekt de Samaria-kloof erg tot de verbeelding. Die kloof doorwandelen, lijkt een beetje eenzelfde calvarie te zijn als de dodentocht van Bornem. Flink wat jaren terug stond ze tijdens mijn huwelijksreis hoog op onze agenda. De dag dat we nog voor het krieken van de dag uit de veren moesten om eraan te beginnen, was ik echter ziek en annuleerden we de boel. Al heel mijn leven spijt van gehad en nu … tja, mijn knieën hebben te lijden onder artrose, ik moet er dus helemaal niet meer aan beginnen.