Zuid-Frankrijk: regio Carcassonne/ Foix
Een prijs voor efficiëntie zullen we niet krijgen: op 5 weken tijd twee keer op en af naar Zuid-Frankrijk, voor telkens een week verlof, op locaties die zo’n 80 km van elkaar bleken te liggen.
Eerst planden we ruim vooraf een reis met een bevriend gezin en dan vroeg een ander bevriend gezin of we geen zin hadden hen een week gezelschap te houden op hun vakantielocatie.
Ach ja, waarom niet, soms moet je kansen grijpen als ze voor je voeten worden geschoven :-).
Beide locaties lagen nabij Foix. In juli verbleven we in Carla Bayle in een vakantiepark (‘Résidence L’Oustal Del Carlat’) en in augustus verbleven we in Comus in een ruime tent op het vakantiedomein van Belgen (‘Le Silence du Midi’).
Over beide locaties waren we zeer tevreden: tof huisje/tent, mooie omgeving, prachtig uitzicht, zowel vanuit het huisje als in de tent.
Het was zo’n vakantie waar we genoten hebben van de vriendschap, met regelmatig een aperitiefje, wat lezen, gezelschapsspelletjes spelen, eens gaan eten, luieren.
Dus geen avontuurlijke vakantie met veel wilde verhalen. De kids hadden op beide locaties genoeg mogelijkheid om hun onbedwingbare jeugdige energie de vrije loop te laten.
Uiteraard werden er ook uitstappen gepland, het was toch ook de bedoeling om nieuwe dingen te ontdekken en te genieten van de streek waar we verbleven.
Gedurende ons eerste verblijf bezochten we Foix. Een fijn stadje om in te kuieren met een mooi kasteel en een gezellige markt. Foix was 5 x een etappeplaats in de Tour de France. Het departement Ariège is zeer gegeerd bij wielertoeristen. En terecht!
We wilden absoluut ook La Grotte du Mas d’Azil bezoeken. Opzoekwerk vooraf leerde ons dat het de grootste grot in Europa is waar je met de auto kan door rijden. De ingang is een stenen ‘poort’ van 51 meter hoog en 48 meter breed.
Het was indrukwekkend om ervoor te staan en die natuurlijke pracht te aanschouwen. Voor de poort ligt een ruime grasweide waar je kan uitrusten en genieten van het zicht.
In de grot rijden via die immense poort, op de rijweg waarnaast de rivier Arize stroomt: voor mij was het toch een speciale ervaring. Aan de andere kant kom je uit bij een waterval, met een pad dat naast het water loopt.
Daar brachten we een half uurtje door, genietend van het klaterende water en de zon op ons gezicht. We besloten om de grot te bezoeken, dat kan alleen door een rondleiding met gids.
De grot werd bewoond en/of gebruikt als toevluchtsoord voor verschillende volkeren, o.a. in de prehistorie. Er zijn verschillende gereedschappen en muurschilderingen gevonden.
Het prehistorische tijdperk met de naam Azilium, circa 8000 jaar voor onze jaartelling, ontleent haar naam aan deze grot. Ook in latere perioden werd de grot gebruikt als toevluchtsoord, bijvoorbeeld voor de Katharen.
Ondanks de beperkte afstand tussen onze twee verblijfplaatsen, voelde de streek rond Comus toch anders aan. Comus situeert zich in het departement Aude en ligt meer in de bergen. Ook deze streek is zeer geliefd bij wielertoeristen maar dan vooral door de vele stevige Cols in de streek.
Een absolute must was een bezoek aan Carcassonne, dat al langer op het ’to do’-lijstje stond genoteerd. De stad ligt op een kleine 90 km van Comus, dus zeer goed te doen voor een daguitstap.
Deze vestingstad is één van de grootste toeristische trekpleisters van Frankrijk. ‘La Cité de Carcassonne’ is een goed bewaarde middeleeuwse stad die is opgenomen op de werelderfgoedlijst van UNESCO.
De kleine gezellige kasseistraatjes met winkeltjes en terrassen waren overspoeld door mensen, net iets té veel naar onze zin. Bovendien was het een zeer warme dag met een loden zon. Hoe dan ook is een bezoek aan De Cité zeer de moeite waard.
Daarna besloten we te voet naar het stadje Carcassonne te gaan, op zoek naar een leuk restaurant ver weg van de drukke Cité. We stapten daarbij over de rivier Aude via de mooie Pont Vieux.
In de stad leek het in eerste instantie een beetje doods, en een man aan wie we de weg vroegen naar ‘het centrum’ liet duidelijk blijken dat hij niet echt snapte wat die toeristen zochten buiten de omwalde Cité.
We kwamen dan toch terecht in een hoofdstraat die versierd was met een kleurrijk paraplu-dak en waar het best gezellig was. Daarna stapten we opnieuw over het wandelbrugje naar onze auto, met zicht op de omwalde Cité.
Uiteraard namen we gedurende ons verblijf ook de tijd voor een mooie bergwandeling. We wilden wandelen naar de Pic de Tarbesou (2364m) waar een adembenemend zicht op een vallei met drie meren op ons zou wachten.
Daarvoor reden we naar de Col de Palhières, via een mooie omgeving en ettelijke haarspeldbochten. Boven botsten we nagenoeg letterlijk op wilde paarden, die totaal niet onder de indruk waren van de vele (wieler)toeristen en rustig op de weg bleven staan. Een attractie op zich!
De wandeling naar de Pic de Tarbesou bleek een uitdaging te zijn. Enige conditie is vereist, en stevige stapschoenen zijn ten zeerste aangeraden. We wandelden en klommen eerst via goed bewandelbare paden naar boven.
Tijdens het tweede deel van de tocht werd het wandelen soms klauteren op steile en oneffen paden, hier en daar bezaaid met stenen. De inspanning werd wel beloond door de prachtige natuur rondom ons.
Er waren momenten dat ik vloekte omdat ik meermaals moest bekomen onderweg, gulzig naar adem happend en mijn hartslag tot kalmte aanmanend. Toch stapte ik verder met de belofte van het adembenemende zicht op de drie meren in mijn achterhoofd. En dat was niet gelogen…
Een hele tijd zijn we daarboven blijven zitten, genietend van het uitzicht en vol van voldoening na de zware inspanning. Voor de wandelaars onder u: een tip met 5 sterren!
In mijn jeugd gingen mijn ouders, mijn broer en ik vele jaren op reis naar St-Aygulf aan de Zuid-Franse kust, op steeds dezelfde camping. We verkenden toen ook wel de streek, maar eerlijk: het werd een beetje een overdosis van “steeds hetzelfde”; steeds dezelfde plaatsen die we bezochten en dezelfde restaurants en dezelfde stranden en …
Dus Zuid-Frankrijk was jarenlang in de vergetelhoek geraakt, want zoveel meer plekken in andere landen dienden nog veroverd te worden! Door deze zomer prikkelt het weer om Frankrijk te herwaarderen en op zoek te gaan het moois dat het te bieden heeft.
Ik had van sommige dorpen nog nooit gehoord, maar ik ben nieuwsgierig, wij plannen volgend jaar een reisje door Frankrijk misschien gaan we wel langs
zeker doen! veel moois te zien 🙂
Aha dit is leuk want Carcasonne stond op mijn planning dus nu kan ik de trip uitbreiden. Grotten vind ik fascinerend dus dat lijkt me alvast mooi meegenomen en idd zoals An in haar reactie vermeldt.. naar Frankrijk kan je niet teveel reizen. Prachtig land met zo’n verscheidenheid aan geschiedenis en cultuur en zodra ik de grens oversteek neemt het bon-vivantgevoel in stijgende lijn toe
Oh tof dat het artikel inspirerend was! En het bon-vivant-gevoel was zeker aanwezig daar in Frankrijk 🙂
Mooi verslag van een streek die ik eigenlijk niet zo goed ken. Carcassonne hebben we wel enkele keren bezocht, alsook de Katharen kastelen daar in de regio. Prachtige natuur maar ik ben geen wandelaar. En om daar te fietsen ga ik nog heel lang moeten oefenen!
Een ander deel van het gezelschap is ook nog een Katharen-kasteel gaan bezoeken, en ze vonden het de moeite waard! Dus als we nog eens in die regio verblijven, is dat nog een tip voor ons
Naar Frankrijk kan je niet té vaak reizen, vind ik. Tenminste, als je niet – zoals je ouders deden – telkens naar dezelfde plek gaat. Wat jammer dat je daardoor het gevoel had een “overdosis” te hebben gekregen.
Er is zoveeeeeeeeeel moois te zien en telkens toch ook heel anders !
Misschien kan dit verhaal jou inspireren voor een volgende reis naar (alwééééééér) Frankrijk ! . https://evenaar.tv/reisverhalen/2018/05/dwalen-als-god-in-frankrijk/
Het was echt wel een overdosis, al herinner me ook wel de schoonheid van de natuur wanneer onze papa ons eens meenam voor een ritje in de wagen, de bergen in. Ach ja, zo gaat dat hé… Maar je ziet: soms is er eerherstel 😉